Voor de kunstwereld waarschijnlijk te oppervlakkig door het reportagekarakter. Maar als service- en educatierubriek belangrijk voor het leger amateurs, in de zin van liefhebbers, waar kunstinstellingen het van moeten hebben en voor wie ze eigenlijk bedoeld zijn (want niet voor een kunst-incrowd, noch voor city-marketeers).

Anders dan in kunstpraatprogramma’s geen centrale presentator, die huisgenoot wordt (Joost Karmans, Cornald Maas) maar een goede verbindende voice-over. Voor de leek is het altijd informatief en vaak verrassend, confronterend of blij makend. En bovenal uitnodigend. Dat ik binnenkort naar het Cobramuseum ga voor jaren-vijftigschilders uit het Guggenheim is naast de in Kunstuur getoonde werken (De Kooning, Pollock, Rothko, Appel) ook te danken aan Bilal Chahal en Jeroen Henneman die in Amstelveen rondliepen en lyrisch bleken over wat daar hangt. Zij zorgden voor het laatste zetje. Ze deden dat in vast onderdeel ‘Museumgasten’ dat iets van klantenbinding beoogt door min of meer bekenden als duo door exposities te laten lopen en hun conversatie over de werken te laten horen. Soms werkt dat aardig, soms niet. Dat Chahal en Henneman niet keuvelden maar monologen afstaken was misschien gevolg van mislukking van de vaste aanpak, maar dan toch blessing in disguise. Hier liepen immers geen BN’ers maar liefhebbers die zelf kunstenaar zijn.

Is Kunstuur familie van het goedburgerlijk Avro-plechtanker Tussen kunst en kitsch? Nou nee. Neem voor de aardigheid genoemde Guggenheim-uitzending. Openend met bureau Doepel Strijker Architects dat de term duurzaamheid concretiseert. Met scherp oog voor de sociale aspecten van hun bouwsels, zowel in het productieproces zelf als in de functies die ze voor gebruikers krijgen. Als dat abstract klinkt: kijk en zie achter het jargon verrassend originele, functionele, sociaal verantwoorde en esthetisch fraaie resultaten (vind ik). Gevolgd door de New Yorkse kunstenaar Ryan McGinness die een expositie in galerie Ron Mandos inricht. En die ‘vuur met vuur bestrijdt’ door grafische iconen uit de reclamewereld te gebruiken voor ‘politieke statements’ tegen de geest van cultuur en tijd. Waarna, item drie, Hans den Hartog Jager een rondleiding geeft door zijn eigen expositie Meer macht in De Fundatie, geheel gewijd aan de maatschappelijke functie en invloed die kunst kan hebben of althans nastreven (Beuys, Villevoye, Ai Weiwei).

Wat is er toch in goede oude tante Avro gevaren, vraag je je af. Waar zijn haar zoet portretje en lief landschapje gebleven? Als Kunstuur dan ook nog, zoals steeds, afsluit met een aflevering uit de (aangekochte) reeks portretten Hollandse meesters van de 21ste eeuw, deze keer gewijd aan L.A. Raeven, dan weet je dat het niet op gemoedelijkheid uit is. Angstaanjagend zijn en blijven de tweelingzussen, deze keer ook voor de baby van een van hen. Kunstuur ziet er grafisch goed uit, besteedt niet alleen aandacht aan schilder- en beeldhouwkunst maar ook aan video, mode, design, architectuur, fotografie. En stipt duurzaamheid niet aan in een incidenteel item, maar laat het elke uitzending terugkomen. En actueel is Kunstuur ook, zoals dat een magazine betaamt.


Kunstuur, Avro, zondags, Nederland 2, 18.50 uur.

Beeld: Kunstuur, 20 april: Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue van Barnett Newman terug op zaal (AVROTROS).