Nina Hoss als Anna en Ilja Monti als Alexander in Das Vorspiel © Art Film

Hier is een film die je raakt, ook al is hij niet helemaal geslaagd: Das Vorspiel waarin Nina Hoss de rol speelt van Anna, een vioollerares die kampt met een midlifecrisis en juist op dit moment in haar leven een zeer getalenteerde student krijgt, Alexander, die geen notie heeft van wat hij allemaal kan. Anna drilt hem, tot aan het tirannieke toe: ‘Nochmal! Nein! Nochmal! Nein!’ Langzaam wordt duidelijk dat de lerares haar eigen dromen over een fabelachtige carrière op de jongen projecteert, en hiervan is tragedie de enige, mogelijke uitkomst.

Regisseur Ina Weisse jongleert met verschillende verhaalelementen en motieven waarbij soortgelijke films onvermijdelijk de kijkervaring binnendringen: Michael Haneke’s La pianiste (2001) en Damien Chazelle’s Whiplash (2014), de eerste over een pianolerares met duistere begeerten, de tweede over een percussiedocent die zijn pupil kapotmaakt met obsessieve leermethoden. Even onthutsend als de scène waarin Isabelle Huppert in Haneke’s film ‘terloops’ een seksshop bezoekt, is de onthulling in Das Vorspiel over Anna’s geheime erotische leven. Deze vergelijking is interessant, omdat Hoss’ formidabele acteertalent alle ruimte krijgt (zie haar werk samen met nog een Duitse regisseur, Christian Petzold, vooral Phoenix, 2014). Evenals Huppert heeft Hoss het in zich een film volledig te kapen, wat in Das Vorspiel eigenlijk wel gebeurt. De inconsistente verhaalontwikkeling en de weinig verrassende visuele stijl van Weisse steken bleek af bij de intensiteit van Hoss’ spel. Zo zijn er een paar scènes van Anna op straat in Berlijn, maar onduidelijk is wat die willen zeggen behalve dat ze laten zien dat Anna zich verplaatst in de stad waar ze woont. Ook heeft Weisse een probleem als het gaat om vertelperspectief; soms lijkt ze te wisselen van dat van Anna naar dat van haar echtgenoot, een vioolbouwer, maar zo’n ontwikkeling zet zich vervolgens niet door.

Het mooist is Das Vorspiel wanneer Anna’s kwetsbaarheid blijkt tijdens haar woede-uitbarstingen. Haar zoontje Jonas, die eveneens vioolles krijgt op de muziekschool waar Anna werkt, heeft meer interesse voor ijshockey dan voor muziek. En hij wil een hond. Anna: ‘Je hébt al een hond: je viool!’ Nog wreder is ze jegens Alexander. De jongen staat maar raar tijdens het spelen. Anna rukt vervolgens zijn riem uit zijn broek en bindt die om zijn schouders heen om zijn lichaamshouding te verbeteren. Het gaat haar verstand te boven waarom hij niet alles geeft voor zijn muziek.

Via deze frustratie ontdekt Anna iets over zichzelf, maar de essentie hiervan blijft onduidelijk. Misschien is het juist de bedoeling dat de kijker verder zelf invult. Vooruit: ik denk dat Anna in haar ziel kijkt en ziet hoe slecht ze is als mens, als mislukt musicus. Dit zou extra kracht geven aan de laatste scène – het kan ook zijn dat ik tijdens het kijken gefrustreerd raakte en er iets spannends bij verzon – waarin we het beeld op de affiche van de film herkennen: de helft van Hoss’ symmetrische gezicht is verborgen achter een deurpost; ze tuurt met een glimlach bij een oefenruimte naar binnen, naar haar volgende slachtoffer.

Te zien vanaf 4 juni