«Hard genoeg voor de jongens, rustig genoeg voor de meisjes.» Zo omschreef Josh Homme, gitarist en brein achter Queens of the Stone Age, onlangs de muziek van zijn in en rond Los Angeles opererende band. Met bassist Nick Olivieri vormt hij de permanente basis van het vijftal dat afgelopen zondag optrad in de uitverkochte Brixton Academy in Londen: de «stoerste» rockband van dit moment.
Queens of the Stone Age wordt beschouwd als een veelbelovende band voor de langere termijn. Met zijn derde album Songs for the Deaf dat vorig jaar verscheen, bereikte hij zijn grote doorbraak en ontving hij veel lof van zowel publiek als critici. Een aantal journalisten betitelde de muziek van de band zelfs als standaard voor de rockmuziek. De groep weet als geen andere ruig en rustig, hard en zacht aan elkaar te koppelen. De manier waarop Queens of the Stone Age gestructureerd lawaai produceert met zoveel verschillende facetten mag naar de huidige maatstaven (waarin «metal-eenheidsworst» nog steeds de boventoon lijkt te voeren) redelijk uniek worden genoemd.
Als je het criterium van de boomlange, roodharige Homme (type boerenzoon) als uitgangspunt moet nemen voor het luide en krachtige optreden, zouden vooral de jongens aan hun trekken hebben moeten komen. Dit is echter geenszins het geval. De Queens of the Stone Age weten in de Brixton Academy zichtbaar elke bezoeker te enthousiasmeren, ongeacht leeftijd of geslacht. De menigte verandert direct na aanvang in een springende, dansende massa als de band First It Givith inzet. Er wordt ook flink «gecrowdsurfd». Dat is voor een Nederlandse concertganger toch weer even wennen, aangezien de security-maffia van Mojo deze activiteit sinds een aantal jaren heeft verboden in ons land.
Na de voortvarende start volgen het stuwende Do It Again en het agressieve You Think I Aint Worth a Dollar, But I Feel Like a Millionaire die de Academy op haar grondvesten doen trillen. De excentrieke Olivieri (kaal hoofd, lange puntige sik) verzorgt de zang bij het laatstgenoemde nummer. Hoewel hij voornamelijk schreeuwt alsof hij net krankzinnig is geworden, passen zijn vocale bijdragen goed bij de rauwe, donkere, maar energieke gitaarriffrock van de band. De nogal eens naakt optredende bassist heeft voor deze gelegenheid wel de moeite genomen een zwarte spijkerbroek aan te trekken.
Naast Homme en Olivieri wordt het podium bezet door de als een bezetene drummende Joey Castillo (ex-Danzing), gitarist/toet senist Troy van Leeuwen (A Perfect Circle) en zanger Mark Lanegan (ex-Screaming Trees) die enkele keren het podium betreedt om in totaal zes nummers voor zijn rekening te nemen. Lanegan geeft met zijn volle en melancholieke whiskystem de nummers een onheilspellende sfeer die het meest voelbaar is bij de slepende songs Hanging Tree, In the Fade en Auto Pilot. Zijn stem past ook erg goed bij de teksten van de groep waaruit vaak een hang naar het geheimzinnige en het onbekende spreekt.
Naast het meest recente werk is er ook ruimte voor flink wat oudere nummers van de albums Rated R (2000) en Queens of the Stone Age (1998). Nummers als Better Living Through Chemistry, If Only, Avon en Leg of Lamb worden uiterst strak en gedisciplineerd uitgevoerd en naarmate het optreden vordert lijkt de band zich met steeds meer, bijna machinale precisie door het repertoire heen te werken.
Het gaat bij de Queens of the Stone Age om de groove en de dynamiek van de verschillende aspecten van de rockmuziek. Omdat daar de essentie ligt voor zowel de groep als haar fans is er bij de Queens of the Stone Age geen sprake van sterrengedrag, heldenverering of commerciële randverschijnselen die de aandacht afleiden van wat bij hen centraal staat: de muziek. Dat Homme zijn muzikale wortels niet verloochent blijkt uit een in een jamsessie ontaardend nummer dat klinkt als afkomstig uit de tijd van Kyuss. Samen met Olivieri en twee andere vrienden richtte hij deze in alternatieve kringen legendarische band en moeder van het «stoner-rock»-genre op in het begin van de jaren negentig.
De oorsprong van Kyuss en de muzikale loopbaan van het duo lag in de woestijn bij Palm Springs. Bij gebrek aan oefenruimtes regelden de lokale muzikanten daar een aggregaat en wat kisten bier om vervolgens naar een afgelegen plek te rijden en daar in de openlucht te spelen. Het publiek bij deze oefensessies bestond uit gebelde vrienden. Op een gegeven moment gaven de vier vrienden ieder weekend deze generator parties die vaak de hele nacht duurden en steeds populairder werden.
Hoewel Kyuss er na vier jaar en vier cds mee ophield, viel de bandleden postuum veel lof ten deel en worden ze nog steeds gezien als pioniers. Ook blijven de hitte van de Mojave-woestijn, die elke beweging vermoeiend maakt, en het kale landschap van grote invloed op het geluid van Queens of the Stone Age. Het is muziek zonder franje; teruggebracht tot kale riffs en melodieën, ontdaan van overtollige ballast. De meeste nummers duren meestal ook niet veel langer dan drie minuten.
De anderhalf uur durende eerste set in de Brixton Academy wordt afgesloten met een zinderende versie van de hit No One Knows. De verschillende gitaarlagen in het nummer, de stuwende basdrumcombinatie en de hardzachtdynamiek komen hier perfect naar voren.
De eerste toegift wordt aangekondigd als «This is a love song» en na de eerste gitaarklanken blijkt de band Feel Good Hit of the Summer niet over te slaan. Deze publieksfavoriet, ode aan het genotsmiddel, wordt luidkeels meegebruld: «Nicotine, valium, vicodine, marihuana, XTC and alcohol
C-c-cocaine!»
Vervolgens mag Olivieri zijn stem nog een keer kapot schreeuwen op Tension Head en sluit Queens of the Stone Age af met een van zijn sterkste nummers: het onderhuids dreigende The Lost Art of Keeping a Secret.
Na een uur en drie kwartier verlaat de band definitief het podium en heeft Queens of the Stone Age het publiek ervan overtuigd dat het de sfeer van zijn ongrijpbare, gelaagde en blijvend intrigerende muziek live net zo goed kan weergeven als in de studio.