
Even vervreemdend is een scène in de nieuwe film van de Thaise regisseur Apichatpong Weerasethakul waarin vrouwen in de buitenlucht aan aerobics doen terwijl een generiek, elektronisch liedje speelt. Een man voegt zich bij het groepje. En maar dansen, minutenlang. Wat het allemaal betekent, je kunt het niet weten. Maar je kunt wel iets voelen. Bij Lynch zijn psychose en angst in het spel, bij Weerasethakul gaat het om verwondering en blijdschap.
‘Je hoeft niets te begrijpen’, zo zei Weerasethakul in 2010 in een interview in The Guardian naar aanleiding van zijn tamelijk ongrijpbare film Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives, over reïncarnatie en de clash tussen spiritualiteit en de dagelijkse werkelijkheid. Dezelfde thema’s zijn aanwezig in Cemetery of Splendour. Misschien weten we inmiddels wat te verwachten van ‘Joe’, zoals Weerasethakul ook wel genoemd wordt, maar het is net alsof de obscuriteit in zijn nieuwe film minder een obstakel is. Sterker, dat maakt het werk meer opwindend. De film vraagt precies dat van de kijker: ga op in je eigen verwondering.
Wat er te begrijpen valt: in een Thaise stad ergens in het noorden arriveert Jenjira (Jenjira Pongpas Widner) bij een voormalige school die is omgebouwd tot een medisch centrum waar militairen voor een mysterieuze slaapziekte worden behandeld. Jenjira, een vrouw van middelbare leeftijd met een handicap (haar ene been is langer dan het andere), meldt zich aan als vrijwilliger. Tijdens het verzorgen bouwt ze een relatie op met een jonge man, Itt (Banlop Lomnoi), die op een zeker moment wakker wordt. Maar niet voor lang.
Bij vlagen heeft Cemetery of Splendour iets van een sciencefictionfilm. Jenjira en Itt gaan naar de bioscoop waar ze een Aziatische actiefilm zien. Tijdens de aftiteling blijven ze samen met de andere bezoekers rechtop staan, en kijken ze als versteend naar het scherm. Het volgende beeld is van buiten de bioscoop. De bezoekers verlaten de zaal, ook Jenjira. Itt wordt gedragen door veiligheidswachten; die is weer in slaap gevallen. In rijen stappen de mensen op roltrappen die naar beneden leiden. Een vreemde scène: het is alsof deze mensen zich in een droom bevinden, alsof niemand hier helemaal wakker is.
Veel meer valt er te vertellen over wat er misschien aan de hand is. Maar beter is om dat niet te doen. Cemetery of Splendour is een film die je blij maakt – juist door de onverzettelijke Weerasethakul die weigert verbanden tussen het rationele in zijn verhaalwerkelijkheid en het geestelijke aan te tonen. Wat te doen? Ik denk dat je alles wat het verstand wil opzij moet zetten, en met die aerobicsvrouwen moet meedansen. Net zoals bij Lynch. De tekst luidt immers: ‘You gotta swing your hips now!’
Te zien vanaf 4 februari
Beeld: Cemetery of Splendour, regie Apichatpong Weerasethakul (Lumière)