Die avond waar ik het over had. Die nacht. Enkele meters verwijderd van de pijnlijke schermutseling aan gene zijde van het biljart. Je kunt niet aan alles tegelijk denken, daar schuilt een volgorde in, maar het blijft merkwaardig dat in het zicht van de eigen en soms zelfs alleen maar het uitzicht op andermans kleine beslommeringen zoveel andere dingen wegvallen. Ongeweten blijven, ook. Met z'n allen verbannen naar niemandsland. Stel dat buiten op dat moment de regen voor wel één minuut lang kaarsrecht omhoog viel, er in galop een kudde olijfgroen fluorescerende paarden langskwam en ean Genet stond, wederopgestaan, opnieuw te genieten, maar ditmaal bij de Febo, van twee broodjes half-om, hem uit panische bewondering aangeboden door Hans Culeman. Ik zou het nooit weten. Het door onlust lastiggevallen viertal intussen. Ging over tot maatregelen.
Rubriek
Na de gemeenschap
Klopte en klopte niet. Mijn visioen. Ze lagen weliswaar in een kistje en wel wis en drie onder een klamme handdoek. Maar die was niet geblokt, ver van geblokt. Puur grijs daarentegen. De mooiste fragmenten van de Hondsbossche nabij komend. De lichte golvingen in dit dekentje waren op zijn minst schilderachtig te noemen. Aquatinterig nog meer. Daarboven die aspergetorsjes. Luchtig, en tevens licht alle kanten uitwijzend. Alsnog hopend op zoet gefluister van hun kant, drong een beeld zich aan mij op dat nog het meest leek op de waanzinnig moeilijk te formuleren gedachte dat na de gemeenschap, en vooral met z'n achtentwintigen tegelijk, een asperge daar tamelijk vrolijk uit te voorschijn komt. Indien bekend met de gewoonte zouden sommigen vast en zeker een aspergs sigaretje hebben opgestoken. Ik nam het onzekere voor het zekere en wreef twee van die asperges tegen elkaar. Een lichte piep, tegen alle verdrukking in. Die in niets deed denken aan het zuchterige ‘Is het lekker?’ tijdens de zoëven genoten sensuele bokkesprongen. Meer de laatste ademtocht van een spitsmuis onder Den Dolder. Verder kwamen ze niet. Zwijgende asperges in niemandsland. Dat verzon ik erbij. Omdat dat zo'n mooi land is.
www.groene.nl/1999/19