
De bruiloft op het toneel is al even aan de gang als de bruid ineens opstaat. Vanaf een feestelijke tweezitsbank op een verhoging heeft ze het gebeuren gadegeslagen. Nu staat ze, haar gestalte gevangen in licht dat haar zilverwitte jurk doet schitteren. Voor haar, op de lagere vloer, staat de jongeman die als laatste is binnengekomen met een boeket bloemen in zijn handen.
Even denkt het publiek dat het goed gaat komen tussen de twee. Zo gaat het in romantische verhalen. De donkerharige verlegen Yara, gespeeld door Karima El Fillali, en Sanne den Hartogh als de stoere, blonde Tony leken voor elkaar bestemd vanaf de nacht, tien jaar eerder, dat hij bij haar kroop om zich aan haar te verwarmen en zij hem verwelkomde. In hun jeugdige toenadering – hij quasi-nonchalant, zij in stil verlangen – zagen we Romeo en Julia.
Er schemert wel iets van Shakespeare’s beroemde liefdesdrama in Yara’s Wedding. De nieuwe voorstelling van het Noord Nederlands Toneel is grootbezet, met acteurs die in helder afgetekende rollen vanuit hun positie tegenover elkaar komen te staan. Net als bij Romeo en Julia zijn die onderscheiden in de jongeren en de volwassenen. En broeit er tussen de jonge mensen van alles waar de oudere generatie geen weet van heeft.
Een belangrijk verschil is dat Yara en Tony niet tot twee afzonderlijke familieclans behoren die van begin af aan elkaars vijand zijn. Hun prille liefde gaat niet ten onder in de bloedige vete tussen Capuleti’s en Montecchi’s. Ze zijn opgegroeid binnen dezelfde hechte vriendengroep. Wat hen uit elkaar drijft is wat er binnen die groep jongeren gebeurt. Maar dat heeft wél weer te maken met de gezinnen waar zij uit voortkomen en het verschil in maatschappelijke status dat daarbij opspeelt. De culturele achtergrond die zich aftekent in het uiterlijk van personages en cast blijkt daarin een splijtend element dat de groepsharmonie ingrijpend aantast.
De inhaalslag die het traditioneel ‘witte’ toneel momenteel maakt op het gebied van diversiteit uit zich in verscheidene visies op het casten van acteurs. Je hebt voorstellingen waarbij een kleurrijk spelerstableau de historische invulling van personages doorbreekt. Die aantonen hoe verrijkend het is als uiterlijke verschijning de rolverdeling niet beperkt.
Tegelijk wordt er theater gemaakt dat de diverse herkomst van de aantredende acteurs juist benadrukt en betekenisvol inzet. Dat gebeurde bijvoorbeeld in het oud-Griekse drama Atropa van Theater Utrecht, waar de oorlogszuchtige Grieken door witte acteurs werden gespeeld en de bezette en als oorlogsbuit meegenomen Trojanen door spelers die zichtbaar wortels hebben in landen die in het verleden door Europeanen zijn gekoloniseerd. De Euripides-bewerking van Tom Lanoye, die zich richt op de machteloosheid van vrouwen in elke door mannen aangevoerde oorlog, ging door deze casting-op-kleur óók over het Nederlandse aandeel in de slavernij en over de slachtoffers daarvan.
Bij Yara’s Wedding belichaamt het acteursteam, dat spelers omvat met Europese, Arabische en Surinaams/Antilliaanse wortels, de multiculturele samenleving. Het nieuw geschreven stuk is een parabel over de hoop en het idealisme waarmee deze aanvankelijk in progressieve kringen werd bezien, en over de geleidelijke verwording hiervan. Het groepje vrienden dat we in de voorstelling leren kennen, wordt gevormd door buurkinderen in een utopisch woonproject waar dezelfde huizen via drie inkomenstarieven beschikbaar waren voor gezinnen met verschillende (financiële) situaties. En de bewoners gezamenlijk besloten om de laatste woning open te stellen voor het gezin van Yara, dat zelfs het laagste tarief niet kon betalen.
De saamhorigheid van de vijf jongens en meiden die in het eerste deel van de voorstelling vijftien zijn – het kleine zusje van een van hen wordt goedmoedig getolereerd – vertolkt het optimisme van de nog jonge diverse maatschappij, en de tolerantie van jongeren die alleen maar bezig zijn met stiekeme drinkfeestjes en het uitleven van hun hormonale driften, waarbij verschil in huidskleur en culturele achtergrond er niet toe doet. Sebastian, zelf van gemengde afkomst, weet niet eens dat Yara geen Turkse ouders heeft maar Marokkaanse.
Tot er iets schokkends gebeurt (spoiler alert), in de warme zomernacht die het vijftal, ontsnapt aan het ouderlijk toezicht, buiten doorbrengt en waarin Tony in zijn slaapzak naast Yara kruipt. Die toenadering wordt ruw verstoord doordat de anderen zich ermee bemoeien, uit jaloezie of uit beschermingsdrang van de stille Yara die volgens haar vriendin Greta niet wil dat Tony zich aan haar komt opdringen. Uit frustratie gooit Tony een ruit in bij het statige herenhuis naast het slaapveldje, maakt daar een vuurtje in de verstopte open haard en steekt het pand daarmee in de fik. Sebastian uit de vriendengroep belt in paniek zijn vader, die naar het brandende huis komt toegesneld. Voordat de vader de ontsnapte jongeren ontwaart, is de politie al ter plekke. Die ziet in de man de mogelijke brandstichter en arresteert hem voor de ogen van zijn zoon en dochter, het kleine zusje van Sebastian.
Op het moment dat de politieknuppels neerdalen op de rug van de onschuldige blijkt dat maatschappelijke positie en huidskleur er wél toe doen. De vader van Sebastian en Monica heeft een Surinaams uiterlijk en is na zijn scheiding werkloos en aan de drank. ‘Verwarde asielzoeker steekt belangrijk monument in brand’, concludeert de plaatselijke streekkrant, en hoewel de man die ochtend al weer vrij is want bij nader inzien geen verdachte, haalt het foutieve bericht de landelijke pers.
Na die ene nacht is alles anders. De vrienden hebben in één klap hun jeugdige naïviteit verloren. Sebastian, Monica en Yara beseffen dat de welgestelde, witte ouders van Greta en Tony niet zo snel voor ‘verwarde asielzoeker’ worden aangezien. Tony voelt het verwijt van de anderen over het feit dat hij zich toen niet, en ook later niet, als de dader bekend heeft gemaakt. Hij dacht dat alles weer oké was toen Sebastians vader werd vrijgelaten.
Maar op de bruiloft in het tweede deel van de voorstelling blijkt de vriendengroep tien jaar later uit elkaar gevallen. Sebastian en Yara hebben elkaar gevonden, in liefde die misschien mede op verwantschap stoelt. Monica is net als haar vader, die uit beeld is verdwenen, stevig gaan drinken. Tony en Greta hebben al lang geen contact meer met de anderen. En de ontmoeting op de bruiloft levert gesprekken op vol ongemak, onbegrip, oude pijn en uitgesproken verwijten.
Bijzonder is dat de voorstelling zelf intussen iets vertelt wat tegengesteld is aan de verwording van de multiculturele droom. De kleurrijke cast bestaat uit sprankelende spelers die evenwaardig zijn in de grootte van hun rol en de kracht en scherpte waarmee ze deze neerzetten. Zij worden bijgestaan door twee dansers, die in een indrukwekkend beginduet het samenzijn en de verwijdering uitdrukken van een man en een vrouw, waarbij het kleurverschil in hun verschijning meeresoneert.
Op het feest ontpoppen deze dansers zich als de liefdespartners van Monica en Greta. Drie musici staan ook op het toneel, verzorgen de soundscape onder de scènes en begeleiden de songs waar in het begin de jongerengroep in uitbarst, en later de individuele personages. Ze zijn onderdeel van de groepstaferelen, duiken op als figuranten, en een slagwerker krijgt de lachers op zijn hand als hij in een saunascène tussen Monica en haar nieuwste minnaar in een handdoek komt langswandelen met steeds grotere klankschalen.
Nicholas Matthews, die de onzekere Sebastian met zwier neerzet, rapt een liefdesverklaring voor Yara. Karima El Fillali, als Yara indrukwekkend kwetsbaar en verstild, zingt dromerig mooi. En als de explosieve, strijdlustige Monica van Sarah Janneh van leer trekt met haar swingende lied over hoop staat de zaal op z’n kop. Alle personages zijn gekleed in dezelfde kleur blauw, op Yara’s witte bruidsjurk na, en in aanblik en spel wordt de vertelling door de hele groep gedragen. Met dezelfde energie, dezelfde betrokkenheid bij de zeggingskracht van het verhaal en bij gezamenlijke songs met dezelfde muzikaliteit.
Bijzonder is ook dat er in Yara’s Wedding zoveel talen worden gesproken. De brief van haar ouders die Yara in de proloog krijgt, waarin deze vanuit Marokko vertellen dat ze niet op haar huwelijk kunnen komen omdat ze geen visum hebben kunnen krijgen, leest El Fillali voor in het Arabisch. Verrassender is dat het stuk deels in het Nederlands en deels in het Duits wordt gespeeld. Het is namelijk een coproductie van het nnt met Schauspiel Hannover en er doen Duitse acteurs aan mee. De Nederlandse acteurs springen zo nu en dan ook over op Duits, en hun collega’s uit Hannover hebben speciaal voor de voorstelling Nederlands geleerd. Meertalige ondertitelingsborden in het toneelbeeld zorgen ervoor dat alles voor iedereen te volgen is.
Voor regisseur Guy Weizman, die ook het concept van de voorstelling bedacht en die begonnen is in de dans, is een internationale cast een vanzelfsprekendheid. In Yara’s Wedding draagt deze ook de meerstemmigheid uit van de vertelling, waarin elk personage, ook de twee ouderfiguren en de partners die te gast zijn op het feest, een eigen positie inneemt.
Het toneelstuk is zelfs in meerstemmigheid geschreven, door vier schrijvers die hun eigen levenservaring en achtergrond meenemen: Rik van den Bos, Antigone Akgün, Rasit Elibol en Mohamedou Ould Slahi Houbeini. Zij hebben elkaar daarin blijkbaar weten te vinden, want het resultaat is samenhangend en gelaagd. Guy Weizman zegt in een interview dat Yara’s Wedding gaat over de moeite die we moeten doen om met elkaar te communiceren en om elkaars perspectieven op het leven te begrijpen: ‘Over hoe je soms buiten je frame moet proberen te stappen wanneer je contact wil maken met iemand uit een andere denkcultuur: als ik jouw taal niet spreek, als ik jouw cultuur niet ken, hoe kan ik jou dan toch begrijpen? Hoe kan ik de woorden vinden om jou te vinden?’
De vanzelfsprekende manier waarop de Nederlandse en Duitse spelers in de voorstelling elkaar tegemoet treden door elkaars taal te spreken, stelt daarin een voorbeeld.
Op tournee tot 11 juni, nnt.nl