Deze week de laatste in de reeks De Donderdag Documentaire (human en ikon). Bekijk het archief van DDD op de website en zie dat het een mooie verzameling is die dat eeuwige gezeur over televisie die nooit kwaliteit biedt tot gotspe maakt. Grote namen en aankomende talenten. Moeilijke maar boeiende problematiek. Verrassende invalshoeken. Betrokkenheid en integriteit. En daarin past de laatste, Kleur in de klas van Ireen van Ditshuyzen, voortreffelijk. Te zien op de dag dat deze Groene op de mat valt. Anders via www.uitzendinggemist.nl.
De titel is mooi, maar strikt genomen onjuist. Wit in de klas is correcter, want basisschool De Vierambacht in Delfshaven was voorheen al twintig jaar geheel gekleurd. De witte kinderen in de wijk gingen naar overwegend witte scholen. Tot een groepje ouders het initiatief nam de weg terug in te slaan: hun vierjarige kaaskopjes gingen samen naar De Vierambacht in de hoop dat goed voorbeeld goed zou doen volgen. Over die eerste schreden maakte tvdits in 2001 een korte documentaire. Nu ging Van Ditshuyzen zelf terug naar de school om de stand van zaken te peilen. Mooi document. Geen propaganda, geen halleluja, oog voor de vele haken en ogen. Maar ook een hommage aan initiatiefnemers en schoolstaf vanwege moed, betrokkenheid en inzet. Mijn oordeel is gekleurd. Door sympathie voor een zaak van groot belang. Door Theo-Thijssen-liefde voor elke documentaire waarin vertrouwen genoeg is verworven om kinderen en leerkrachten te filmen. Bovendien, elke documentaire die teruggaat naar waar vroeger gefilmd is, heeft automatisch een sterk punt: beelden van hoe het vroeger was. Dat werkt hier ook: die eerste witte kindjes in groep 1, die op de eerste schooldag mama niet los wilden laten – wat niets met kleur van doen heeft – zitten nu dus, dezelfden en toch heel anders, in groep 5. Voor hen is die gemengde klas de gewoonste zaak ter wereld – wat het ook zou moeten zijn. Ouders van toen zijn ouders van nu geworden en overwegend blij met hun initiatief en keuze. Het schoolhoofd erkent dat het risico groot was. Het project valt en staat met een sterke staf en weinig verloop: als goedgeschoolde ouders te zeer het gevoel krijgen dat hun kinderen zich niet maximaal kunnen ontplooien en niet maximaal begeleid worden, halen ze die weg. Dat stafverloop werd groter dan gehoopt, omdat elke grootstedelijke basisschoolbaan hoge eisen stelt aan te investeren energie en tijd.
Het dorp of de homogeen witte stadswijk trekken als het juf of meester te zwaar wordt, zoals ook bleek uit Wim Schepens’ De school draait door (vpro, 2003). Maar kennelijk hadden de vervangers klasse genoeg. Al blijft het enorme inzet kosten alleen al de witte inschrijvingen op peil te houden: veel ouders komen ter oriëntatie wel langs, maar niet terug. Ondanks de opvallende ruimte voor musische vakken. Een moeder van het eerste uur zegt dat ze voor «salonoptimist» wordt uitgemaakt – wat eigenaardig is omdat «salon» inhoudt: pleiten voor gemengde school en je kind naar een witte sturen. Dan zien we een «nieuwe» witte vader. In pak en das die Pastors-voorkeur doen vermoeden. Juist hij vindt het ondenkbaar dat zijn kind in een gemengde buurt op school louter witte kinderen om zich heen zou hebben. De Turkse vriendjes uit zijn jeugd wil hij zijn kind niet onthouden. Mijn vooroordeel levert schaamrood op.