
‘Lieve God, laat me alsjeblieft niet krankzinnig worden.’ Charlotte Kann roept het in kapitalen wanneer haar oma, mevrouw Knarre, na de aankondiging van een tweede wereldoorlog zelfmoord pleegt. In de nasleep flapt opa, meneer Knarre, er een lang bewaard familiegeheim uit: oma was niet de eerste die een einde aan haar leven maakte. De geschiedenis van de Knarres blijkt een aaneenschakeling van opiumoverdoses, verdrinking, verhanging en doodsmakken. Zelfs Charlotte’s moeder, die zou zijn overleden aan de griep, blijkt uit het raam te zijn gesprongen. ‘Grootvader’, zegt Charlotte, ‘ik heb het gevoel alsof ze de hele wereld opnieuw in elkaar moesten zetten.’ ‘Maak nou toch eindelijk een eind aan je leven’, antwoordt opa, ‘dan houdt dat gezanik tenminste op.’ Maar Charlotte ziet nog een andere manier om de gekte te bezweren: ‘iets heel waanzinnig bijzonders’ maken.
Zes jaar later, wanneer de oorlog voorbij is en Charlotte en haar grootvader al lang dood zijn, zien Charlotte’s vader en stiefmoeder de kans om af te reizen naar de laatste verblijfplaats van hun dochter, in Zuid-Frankrijk. Daar krijgen ze geheel onverwacht een stapel van bijna dertienhonderd gouaches in handen gedrukt. Het is Charlotte’s levenswerk, in de meest letterlijke zin van het woord: de verwerking van haar leven tot kunst. Ter ere van Charlotte’s honderdste geboortejaar toont het Joods Historisch Museum te Amsterdam het omvangrijke, belangrijke, ‘waanzinnig bijzondere’ Leben? oder Theater? voor het eerst in zijn volledigheid.
Leven? of Theater? vertelt het verhaal van Charlotte’s leven maar het is geen autobiografie. Het vertelt over de jodenvervolging maar het is geen verslag ervan, zoals het dagboek van Anne Frank. Charlotte heette ook geen Kann, maar Salomon. In Leven? of Theater? worden feiten vermomd als en vervormd tot fictie, zodat de werkelijkheid nooit helemaal van kunst te onderscheiden valt. Salomon vertelt, in min of meer chronologische volgorde, over zichzelf en de mensen om haar heen, waarbij de verhalende gouaches als een soort graphic novel avant la lettre worden begeleid door tekst, op transparante vellen of als onderdeel van het beeld. Daarnaast noteerde Salomon muzikale aanwijzingen, want ze schreef Leven? of Theater? als een zogenaamd ‘Singespiel’, een vorm van muziektheater, dat echter nooit bedoeld was om opgevoerd te worden.
Leven? of Theater? bestaat naast de titelpagina’s uit drie delen: voorspel, hoofddeel en epiloog. Het verhaal, waarin begin en einde, het leven en de dood, constant rondcirkelen, als een slang die in zijn staart bijt, begint met de zelfmoord van Salomons tante en eindigt in 1941, wanneer Salomon aan Leven? of Theater? begint. Deel één omspant vele jaren, niet alleen Salomons eigen kindertijd in Berlijn maar ook verschillende gebeurtenissen van vóór haar geboorte, zoals de ontmoeting van haar ouders tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op vrijwel ieder blad zijn meerdere scènes in één gouache gevat, heel precies getekend in een bewust kinderlijke stijl. De eerste keer dat Salomon een heel blad voor een enkel moment gebruikt, is wanneer ze de dood van haar moeder verbeeldt: een bloot been dat de lucht in steekt, in een weide van lieflijk groen en geel; het lijf in een onnatuurlijke houding, een rode vlek onder het hoofd.
In 1930 trouwt Charlotte’s vader, Albert Kann, met operazangeres Paulinka Bimbam (in het echt Paula Lindberg), spil in het culturele en intellectuele leven van Berlijn. Haar netwerk komt het gezin van pas wanneer Hitler tot rijkskanselier wordt benoemd en de privileges van het welgestelde gezin in hoog tempo afbrokkelen. Charlotte, weggepest van het gymnasium, wordt toegelaten aan de kunstacademie, waar haar joodse achtergrond min of meer stilgehouden wordt. Wanneer haar identiteit bekend wordt, stopt ze er lessen te volgen.
Hoe ouder Charlotte wordt, hoe trager de tijd verstrijkt. Het meest omvangrijke deel van Leven? of Theater? beslaat de periode 1936-1938, beginnend bij het moment dat zangpedagoog Amadeus Daberlohn, in werkelijkheid Alfred Wolfsohn, zijn intrede doet in het leven van Paulinka en Charlotte. Nu strekken scènes zich uit over meerdere bladen, de dialogen dansend tussen personages. Een monoloog van Daberlohn wordt verbeeld door een eindeloze herhaling van zijn gezicht, zwevend in het wit van de pagina en omringd door zijn woorden.
Daberlohn/Wolfsohn was amper volwassen toen hij terugkeerde uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, shell shocked en gebroken, zowel mentaal als fysiek. Hij lag er gewond tussen de lijken en luisterde naar het doodsgeratel van de stervenden. Hij raakte zijn stem kwijt, maar wist zichzelf aan de hand van zangtechnieken te genezen. Hij wees de dood af door zich vast te klampen aan kunst, en gaf daarmee het voorbeeld dat Salomon jaren later zou volgen. In Leven? of Theater? doet zij zijn uitgebreide theorieën over de relatie tussen het leven, de dood en kunst dan ook minutieus uit de doeken. Intussen begint ze meer en meer te experimenteren, zichtbaar zoekend naar nieuwe manieren om haar verhaal te vertellen.
Daberlohn begint een affaire met Charlotte, hun donkere lijven aaneengeklonken tegen een geheel leeg gelaten achtergrond, als eilandjes in het niets. De verhouding, waarvan het overigens onduidelijk is of die werkelijk heeft plaatsgevonden, duurt niet lang. Na de Kristallnacht wordt Charlotte naar Zuid-Frankrijk gestuurd, waar opa en oma zijn ingetrokken in de villa van de rijke Amerikaanse erfgename Ottilie Moore. De epiloog van Leven? of Theater? opent in idyllisch Villefranche, waar de zon zich tussen groene bladeren door wurmt.
Het blauw van de Côte d’Azur verbleekt zodra de Tweede Wereldoorlog zich aankondigt. Salomons tekeningen worden kaler. Figuren bestaan uit enkele lijnen, hoekige letters krioelen over het blad. Het verhaal verandert in een koortsdroom, een nachtmerrie in tinten rood en mosterdgroen, in grote haast neergezet. Oma’s dood is amper een schets: de omtrek van het raam, een bed op de voorgrond, een figuur die over de vensterbank klimt. Het dode lichaam echoot het eerdere beeld van de dode moeder: een been dat omhoog steekt, de onnatuurlijke houding van het lichaam, het rood onder het hoofd. Ditmaal wordt het verbeeld in grove lijnen, te afschuwelijk om lang bij stil te staan. Charlotte staat naast het lijk en herhaalt de wrange woorden die Daberlohn eerder tegen haar sprak: ‘Ik hoop dat je nooit zult vergeten dat ik in je geloof.’
Met Leven? of Theater? wordt de gekte niet zozeer bedwongen als wel in andere banen geleid. Salomons werk, waarin doodsdrift tegen levensdrang schuurt, is niet haar medicijn tegen de waanzin, maar bulkt juist van manische urgentie. Ze voltooit het in hoog tempo – in veertien maanden tijd maakt ze gemiddeld drie gouaches per dag – terwijl ze wordt onderhouden door Moore, aan wie het werk is opgedragen. Ze sluit af met zes bladen aan tekst, waarin de woorden verschieten van kleur. Op de laatste tekening zit Charlotte aan het water. Haar houding, van de toeschouwer afgewend, rijmt met een eerder zelfportret. Ze draagt de titel van het werk op haar rug, zonder vraagteken.
Salomon geeft Leven? of Theater? in bewaring bij een vriend. Ze trouwt met Alexander Nagler, een Roemeense vluchteling die ook bij Moore verblijft. In 1943 worden zij en Nagler opgepakt. Salomon, vijf maanden zwanger, wordt bij aankomst in Auschwitz vergast. Wanneer Albert Salomon en Paula Lindberg Leven? of Theater? in handen krijgen, weten ze aanvankelijk niet wat ze ermee aan moeten. Ze laten vijf dozen voor de stapels met gouaches maken, bekleed met rood leer en goud bedrukt, maar ze laten het werk alleen aan hun vriend Otto Frank zien, die hun op zijn beurt het dagboek van zijn dochter Anne laat lezen. Pas in 1961 worden werken van Salomon, waaronder enkele gouaches uit Leven? of Theater?, voor het eerst tentoongesteld, in Museum Fodor, een dependance van het Stedelijk Museum.
Het levensverhaal van Salomon en het verhaal dat ze maakte over haar leven: ze meanderen langs elkaar heen, vullen elkaar aan of laten gaten. De gebeurtenissen die worden verbeeld in Leven? of Theater? bevestigen de feiten uit Salomons leven of halen ze juist onderuit. Herinneringen en verbeelding versmelten op de pagina. Hoe zou je Salomon los kunnen zien van haar werk? Waarom zou je het überhaupt willen? Wanneer Albert Salomon zijn dochters levenswerk begin jaren zeventig probeert onder te brengen, wil het Stedelijk Museum het niet hebben. Ik vraag me af hoe het Stedelijk Leven? of Theater? duidde. Zat de identiteit van de maker – jong, vrouw, joods, slachtoffer – het werk in de weg? Het duurde lang voordat Salomons werk zich kon losmaken uit de beklemmende kaders van joodse kunst of holocaustkunst. Het hielp ook niet dat het in eerste instantie werd gepromoot als alternatief Achterhuis.
Wat blijft er over als we Salomon wegdenken uit haar werk? Wat ís Leven? of Theater? – een reeks gouaches of een stripverhaal, memoires of fictie, theaterstuk of therapie, verzinsel of biecht? Of dat allemaal tegelijk? Kunsthistoricus Griselda Pollock noemt Leven? of Theater? ‘een gebeurtenis in de kunstgeschiedenis’. Judith C.E. Belinfante, voormalig directeur van het Joods Historisch Museum, noemt het een ‘proces’. In beide opvattingen speelt het element tijd een cruciale rol. Je zou het net zo goed een performance kunnen noemen, een zoektocht naar zichzelf. Al vertellende vindt Salomon hoe ze haar verhaal wil vertellen. Het werk transformeert as she goes.
Willem Sandberg, die als directeur van het Stedelijk Museum betrokken was bij de eerste tentoonstelling van Salomons werk, zou over Leven? of Theater? hebben gezegd dat hij haar kleurgebruik in eerste instantie niet begreep; het zou niet passen bij haar leeftijd. Pas toen hij het werk als geheel bekeek, zag hij hoe rood, blauw en geel houvast geven in het narratief. Ook bij het duiden en waarderen van Leven? of Theater? draait het om tijd. Je moet Salomons ontwikkeling meebeleven, van titelblad tot slotstuk, om het te begrijpen. In de iets te krappe tentoonstellingsruimte van het Joods Historisch Museum, waar de gouaches met veel zorg en liefde worden gepresenteerd, bewandel je die route. Terwijl je loopt veranderen vorm, stijl, kleurgebruik van betekenis, gaat de ene wereldoorlog over in de volgende. Het verhaal dat voorbijtrekt past net niet in de mallen die je kent. Salomons kleurgebruik is niet dat van een meisje en haar gedrag is niet dat van een slachtoffer. Recent werd bekend dat Salomon haar grootvader vergiftigde, uit compassie of uit wanhoop. Terwijl hij stierf, schreef ze in een brief aan Wolfsohn: ‘Het theater is dood!’
Charlotte Salomon. Leven? of Theater? is nog t/m 25 maart te zien in het Joods Historisch Museum in Amsterdam