Ik had dit deel nog even laten liggen. En hoe gaat dat soms, als je iets laat liggen. Het boek komt op een ontmoedigende stapel te liggen. Tot ik dus naar Napels ging, en wie kun je dan beter lezen? Voorin het boek tekende ik precies aan welke locaties ik in Napels kon gaan bekijken en wat ik zou doen: ik zou zoetigheid gaan eten bij Gambrinus, ik zou gaan winkelen op de Via Toledo, de boekhandel bezoeken op het piazza dei Martiri, me in het Archeologisch Museum vergapen aan de mozaïeken uit Pompei, op een bankje plaatsnemen in het park van Floridiana. Wie weet zou ik daar een vrouw van zekere leeftijd zien zitten lezen…

Nou ja wat een onzin, de ‘echte’ Ferrante is allang naar Turijn verhuisd, en een groot deel van deze roman speelt zich alweer decennia geleden af. Het is trouwens wel opvallend dat ik alweer vergeten ben wie die echte Ferrante zou zijn, zozeer raakte ik opnieuw in de ban van haar vertelling, en zozeer kan ik me niét voorstellen dat zij alleen vertaalster zou zijn. Hier spreekt iemand die weet wat het betekent om je intimi te verraden. Het belangrijkste thema in dit slotdeel is het schrijverschap en welke consequenties dat heeft voor het leven.
Ik heb alles wat hierboven staat gedaan, en ook nog overwogen om ‘de wijk’ op te zoeken, de buurt waarin Elena en Lila zijn opgegroeid, en die Lila nooit heeft verlaten. Het werd me niet echt afgeraden door Anne Branbergen, onze correspondent in Italië, maar ze formuleerde dusdanige waarschuwingen (doe je horloge af; geen tas meenemen; niet stilstaan) dat ik me er toch niet aan gewaagd heb (en in plaats daarvan nu thuis op de bank opnieuw naar Gomorra kijk).

Dit vierde deel volgt weer de grillige bewegingen van een hechte vriendschap, telkens belaagd door taaie loyaliteiten jegens familie en minnaars en de brandende ambitie van Elena. Haar huwelijk breekt ze op, ze komt in een pijnlijk conflict terecht tussen hang naar de eindelijk verworven Nino en angst om haar beide dochters van zich te vervreemden. Net als in de delen hiervoor werd het me soms wat veel, al die intriges, al die namen, maar daar tegenover staat die intense vertelstijl, en het wezenlijke dilemma tussen liefde en werk, privé en publiek. En hoe Elena een levenlang kennelijk het gevoel heeft te moeten opboksen tegen de toch ogenschijnlijk veel minder succesvolle Lila blijft intrigerend, aangrijpend, raadselachtig, tot en met de allerlaatste zinnen.

En Napels? ‘O wat een stad,’ legt Lila uit aan de dochter van Elena. ‘Wat een prachtige en belangrijke stad.’ Dat vond ik ook.