«Iedereen hier weet dat ze al onder ons zijn, de Colombianen. Hun drugslijnen lopen deels over de Antillen. Ook over Curaçao. We weten niet of het guerrillero’s zijn of gewoon handelaren. Maar ze zijn er. De mensen zijn bang. Vindt u het gek? Er is hier niemand om ons te beschermen. Die paar Nederlandse mariniers kunnen niets uitrichten als ze een vliegtuig opblazen, of de Amerikaanse basis.»
P.A. Cova, voorzitter van de Curaçaose vakcentrale ssk, is er niet gerust op. De Forward Operating Locations (Fols), Amerikaanse bases bemand met vliegers en mariniers, zouden weleens een groot gevaar kunnen worden voor de relatieve rust op de Nederlandse Antillen en Aruba. De bases zijn vooruitgeschoven posten in de Amerikaanse war on drugs. Het is de bedoeling dat vanaf de Fols — een op Aruba, een op Curaçao – patrouillevluchten plaatsvinden teneinde drugstransporten in het Caribisch gebied te onderscheppen. In april 1999 sloot minister Van Aartsen een verdrag met de Amerikanen voor de vestiging van twee Fols. Het betrof een voorlopige regeling in afwachting van een definitief contract met een looptijd van tien jaar. Op 25 april aanstaande moet het Nederlandse parlement zich over dat verdrag uitspreken. De verwachting is dat het zal worden goedgekeurd.
In een brandbrief aan zijn collega’s van de FNV meldt Cova dat het merendeel van de bevolking tegen de Fols is. Er is sprake van enorme geluidsoverlast, de brandstof die de vliegtuigen gebruiken is extreem giftig en er zijn meermalen incidenten geweest tussen leden van de SSK — luchthavenarbeiders — en Amerikaanse militairen. «Ze vallen buiten onze wetgeving en genieten immuniteit. Zo willen we niet samenwerken.»
Voorstanders van de Forward Operating Locations wijzen op de financiële injectie die Curaçao en Aruba bij vestiging van de Amerikanen krijgen: meer dan veertig miljoen wordt geïnvesteerd in nieuwe gebouwen. Ook hameren ze op de noodzaak van internationale samenwerking bij het bestrijden van drugshandel. Tegenstanders daarentegen wijzen dit alles van de hand. De Amerikaanse war on drugs, zo menen zij, is niet onze oorlog. Daarbij worden door gaans drie elementen met elkaar verbonden: de Amerikaanse strategie van de Fols, de Colombiaanse burgeroorlog en het Plan Colombia.

Forward Operating Locations vormen een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse drugsoorlog. Die is wat de VS betreft mondiaal. In 1989 riep president Bush sr. de bestrijding van drugs uit tot een zaak van nationale veiligheid: het Department of Defense is tot single lead agency gepromoveerd voor de opsporing en controle van drugstransporten naar de VS. Dat betekende een militarisering van de drugsbestrijding, die onder meer zijn beslag kreeg in de Fols.
Het officiële doel van de Fols is drugstransporten te onderscheppen voordat ze de Verenigde Staten bereiken. Daartoe hebben de Amerikanen met verschillende landen verdragen gesloten die ze in staat stellen militaire vliegtuigen te stationeren op luchthavens in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. De toestellen zijn uitgerust met allerhande opsporingsapparatuur en zijn, zo houden de Amerikanen stug vol, niet bewapend. Een Volkskrant-reporter die met de piloot een kijkje wilde nemen in de cockpit van een op Curaçao gestationeerde Amerikaanse F16, kreeg echter niet de kans om dat met eigen ogen te constateren. Inmiddels hebben de VS ook Fols in gebruik genomen in El Salvador en Ecuador.
Tot 2000 werden de Amerikaanse operaties grotendeels uitgevoerd vanuit de Kanaalzone in Panama. Maar sinds het aflopen van het Kanaalverdrag kan de VS geen gebruik meer maken van Panamese bases. Om dat gemis op te vangen lieten de Amerikanen hun oog vallen op de Nederlandse Antillen en Aruba. Geen slechte keus, daar Colombia, coca-exportland nummer één, binnen vliegbereik ligt. Bovendien zijn de Antillen een belangrijke schakel in de logistieke drugsketen. De eilanden beschikken over uitstekende vliegverbindingen met Nederland, de grote drugsstapelmarkt van Europa. Ook de verbindingen met de VS zijn voor drugshandelaren interessant.
Op Curaçao zijn zes Amerikaanse F16A’s, een Awacs-radarvliegtuig en een tankvliegtuig gestationeerd. Onbewapend, naar het schijnt, en op een zo goed als onbewaakte basis. «Hoe controleer je of die vliegtuigen geen aanvalsvluchten boven Colombia uitvoeren», vraagt Rodrigo Fernandez zich af. Hij is een van de initiatiefnemers van het Platform Stop Plan Colombia dat zich onder meer richt tegen de Fols. «Buitenlandse Zaken zegt: ‹Maak je geen zorgen. Alle vluchten zullen worden gemonitord door Nederlandse waarnemers.› Maar hoe dachten ze mee te vliegen op de F16’s? Daar past maar één persoon in. Het parlement zal ongetwijfeld voorstemmen als garanties en monitoring in het verdrag worden opgenomen. Dat is voor de VS geen probleem. Die hebben ervaring zat met het omzeilen van dergelijke beperkingen.»
Ook brigadegeneraal der mariniers Willem Prins, de Nederlandse Commandant Caribisch Gebied op Curaçao, gaf vorig jaar nog aan de Amerikaanse garanties met een korrel zout te nemen. «Ze sturen ons aan alsof we een onderdeel waren», zei hij tegen Het Parool over de Amerikaanse inbreng. Hij erkende geen flauw benul te hebben wat de Amerikanen precies vanaf de Antillen uitspoken. Van controle wilde hij niets weten: «De VS hebben een afspraak met het koninkrijk en wie zijn wij om ze niet te geloven?» zei hij later in de Volkskrant. Inmiddels heeft Prins totale radiostilte in acht genomen.

Het gevaar bestaat dat Nederland betrokken raakt bij de oorlog in Colombia die al sinds de roerige periode van La Violenca in de jaren vijftig woedt en meer dan 350.000 slachtoffers heeft geëist. De communistische guerrilla (de Farc-EP en de ELN), het leger en in hun kielzog extreem gewelddadige paramilitaire troepen zijn verwikkeld in een uitzichtloze strijd waarvan vooral de burgerbevolking het slachtoffer wordt. De afgelopen decennia zijn inkomsten uit drugshandel aangewend om de strijd te bekostigen. Vooral door de guerrilla en de paramilitairen, maar ook het leger is niet vrij van verdenkingen — de vorige president raakte verwikkeld in een ongekend drugsschandaal.
Officieel nemen Amerikaanse troepen geen deel aan de operaties van het Colombiaanse leger, maar officieus doen ze dat wel degelijk. In 1999 stortte een Amerikaans legervliegtuig neer in de Colombiaanse jungle. De vijf lichamen bleken die van Amerikaanse militairen, bezig, zo werd Newsweek toevertrouwd, met het in kaart brengen van guerrillaposities. Het waren niet de eerste Amerikaanse militairen die de dood vonden. Sinds 1997 sneuvelden drie Amerikaanse piloten die vlogen in opdracht van het Ameri kaan se militaire bedrijf DynCorp. Bovendien ontdekte Newsweek dat er meer dan driehonderd Amerikanen bij de oorlog betrokken waren. Honderd agenten van de Drug Enforcement Agency (DEA) en tweehonderd militairen. Amerikaanse bommenwerpers werden door journalisten op een basis gesignaleerd, en Amerikaanse helikopters zouden zijn ingezet bij gevechten. «Dit is het model van Vietnam 1964», meende een staflid van het Congres, refererend aan de tijd dat de VS zich langzaam maar zeker mengden in de desastreuze Vietnamoorlog.

De Colombiaanse regering ontwikkelde vorig jaar het Plan Colombia om een einde te maken aan de burgeroorlog. De VS beloofden 1,6 miljard dollar bij te dragen: 1,3 miljard daarvan in militaire hulp voor een nieuw offensief tegen de Farc — uit te betalen in troepen, trainingen, wapens en helikopters. Het was de grootste militaire operatie ooit door de VS in Latijns-Amerika gesponsord. De Europese Unie weigerde aan het Plan Colombia deel te nemen, onder meer wegens de militaire dimensie ervan, en het onder het tapijt vegen van de sociale en economische aspecten van het conflict.
Daarnaast wees het Europarlement erop dat er eenzijdig partij werd gekozen tegen de guerrilla en dat daarmee impliciet de massamoorden werden goedgepraat door de paramilitairen, die steeds opduiken in het kielzog van het leger en waarschijnlijk met hen samenwerken. Bovendien verzette het parlement zich tegen de besproeiing van honderden vierkante kilometers jungle met biologische bestrijdingsmiddelen om cocavelden te vernietigen: «Deze methoden leiden tot de gedwongen verhuizing van gezinnen en gemeenschappen en vormen een ernstige aantasting van de rijke Colombiaanse biodiversiteit.»
Tweede-Kamerlid Thanasis Apostolou (PvdA) is net terug van een werkbezoek aan Colombia onder begeleiding van Pax Christi. Hij sprak er met politici, lokale bestuurders en kerkfunctionarissen. «Ik heb grote vraagtekens bij de militarisering van de drugsbestrijding. Dat past niet in ons beleid. Je moet je juist richten op de consumenten en iets doen aan de Europese leveringen van chemicaliën die nodig zijn bij de vervaardiging van cocaïne. Zolang er vraag blijft naar cocaïne in het Westen, zal er productie zijn in landen als Colombia. Alleen verkenningsvluchten uitvoeren en besproeien helpt niet.»
Rodrigo Fernandez ergert zich vooral aan de Amerikaanse simplificaties van de oorlog in Colombia. «Meestal wordt gesteld dat de burgeroorlog een strijd is van guerrilla’s tegen het staatsleger en dat de guerrillero’s zich schuldig maken aan drugshandel. Maar zo simpel ligt het niet. Er zijn vele belangen in het spel — olie, houtkap, grondstoffen, grootgrondbezit — en vele strijdtonelen. Er wordt niet alleen gevochten rond het gebied van de Farc in het midden van het land, maar ook in het noordwesten, in het moerasgebied waar geen cocateelt mogelijk is.»

Ook de Nederlandse regering wijst het Plan Colombia af wegens «de gewelddadige uitroeiing van de productie van illegale gewassen». Maar het Plan Colombia wordt in het Fols-verdrag nergens genoemd. Er is dus geen verband met de Amerikaanse inmenging in de strijd en de alom gehekelde besproeiing, meent Buitenlandse Zaken.
Maar dat is niet te controleren. Steeds meer raakt de strijd tegen de guerrilla verweven met die tegen drugs. Sinds maart 1999 worden inlichtingen door de Amerikaanse ambassade gedeeld met het Colombiaanse leger. Zonder dat er een garantie is dat de informatie alleen voor drugsbestrijding en niet voor militaire doeleinden of besproeiing zal worden gebruikt. Die inlichtingen zouden óók afkomstig kunnen zijn van Awacs-radarvliegtuigen en F16’s met infrarood camera’s, zoals gestationeerd op Curaçao en Aruba.
Van Aartsen heeft de kamer niet gemeld dat de Fols gaan opereren onder een nieuw commando, waaronder ook de tak valt die zich bezighoudt met operaties in de landen waar drugs worden verbouwd. In de memorie van toelichting op het verdrag stelt Van Aartsen bovendien dat vluchten boven Colombia buiten de Nederlandse verantwoordelijkheid vallen. Worden er vluchten uitgevoerd boven Colombia of Venezuela, dan moeten daarover door de Amerikanen aparte afspraken worden gemaakt. «Met Colombia bestaan ter zake reeds afspraken.» Kortom: de bases kunnen gebruikt worden voor vluchten boven Colombia, maar Nederland is niet verantwoordelijk.
«Alsof iemand die kwaad wil zich daaraan stoort», zegt Cova van de Curaçaose vakcentrale SSK. «We willen veiligheidsgaranties. Onze werknemers moeten worden beschermd en de Amerikaanse militairen moeten normaal berecht kunnen worden. Laatst werd er een dood gevonden in een hoerenkot. Overdosis.»

Zie voor meer informatie:
www.tni.org/drugs
www.stopplancolombia.nl