Vanochtend vroeg lag er in Den Haag iets op straat dat de uitslag van de verkiezingen voor de Tweede-Kamer zo goed samenvatte dat ik er een foto van moest maken. Het was een leeggegeten en verfrommeld zakje Party Mix, hoofdkleur oranje en met als ondertitel Fun and Gum. Beter kun je het niet verzinnen.
Oranje is de hoofdkleur van de winnaar van gisteravond, de VVD. Leeggegeten en verfrommeld staan symbool voor het grote verlies van de twee coalitiepartijen: het kabinet kreeg een afstraffing en verloor samen maar liefst 37 van de in 2012 behaalde 79 zetels. De kiezer heeft de stabiliteit van dit kabinet, dat als eerste deze eeuw de rit uitzit, en het terugdringen van de staatsschuld en de werkloosheid niet beloond. Ziet de kiezer dat niet als resultaat? Hebben de oppositiepartijen daar behendig afstand van genomen, ook al stemden ze zelf vaak voor de maatregelen? Hebben de regeringspartijen dat resultaat niet durven verdedigen, omdat het dan leek alsof ze samen verder wilden?
De VVD mag dus als de grootste partij uit de bus zijn gekomen, de winnaar is met acht zetels minder ook een verliezer. Sinds 1977 is het niet voorgekomen dat de grootste partij zo klein was. De grootste verliezer is echter coalitiegenoot PvdA, die met slechts negen zetels in de nieuwe Tweede Kamer terug zal komen. Nog nooit waren de sociaal-democraten zo slecht vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Gum zei de verpakking heel toepasselijk.
Maar Fun is er ook. Vooral bij GroenLinks die voor het eerst in haar bestaan met veertien vertegenwoordigers in de Kamer komt. De partij van Jesse Klaver is ook voor het eerst van de drie linkse partijen, naast GroenLinks, SP en PvdA, de grootste. Met daarbij dan wel een gum-element: de drie linkse partijen hebben samen minder zetels dan de PvdA in 2012 in haar eentje.
Terug naar het feest, dat was er ook bij CDA en D66, die elk met negentien zetels een winst boekten ten opzichte van de vorige verkiezingen. Het CDA boekte de winst door zich af te zetten tegen de VVD en tegen het beleid van de afgelopen jaren, daarmee verdonkeremanend dat het zelf bijna altijd voor de beleidsvoorstellen van het kabinet stemde. D66 kreeg de kiezersbeloning voor haar verbindende opstelling. Dat spreekt in deze tijd van polarisatie een grote groep mensen aan. En ook de Partij voor de Dieren, 50-Plus, Denk en Forum voor Democratie zijn in een juichstemming, omdat ze winst boekten, dan wel voor het eerst als partij in de Kamer komen.
Maar het feest roept wel gemengde gevoelens op. VVD-leider Mark Rutte mag dan verkondigen dat Nederland gisteren ‘het verkeerde populisme’ heeft verslagen, de PVV komt wel met twintig zetels in de Kamer. De verliezer van de tweestrijd VVD-PVV boekte vier zetels winst en is vanaf nu met twintig zetels de tweede partij in Nederland, evenals de tweede partij in grote steden als Rotterdam, Den Haag en Maastricht. Daar kan niet luchtig overheen gewalst worden.
Als Rutte het meent dat hij rekening wil houden met de gevoelens en klachten van de PVV-stemmer dan zal hij daar echter nog een hele dobber aan hebben. Want die kiezers willen sociaal-economisch een links beleid en op het onderwerp integratie en immigratie juist een rechtse aanpak, zoals grenzen dicht en moskeeën sluiten. Daar zijn de liberalen geen voorstander van.
De polarisatie in de samenleving wordt ook zichtbaar door de drie zetels die Denk van partijleider Tunahan Kuzu krijgt. In steden als Rotterdam en Den Haag met een grote groep inwoners met wortels in landen als Turkije en Marokko is Denk gisteren groter geworden dan de PvdA. De stemmen voor Denk komen vooral van immigranten en hun nazaten. Het pijnlijke is dat zowel de kiezers van de PVV als die van Denk met hun stem zeggen dat ze zich in dit Nederland niet thuis voelen. Maar over de oplossing van dit probleem verschillen ze diametraal van mening. De twee partijen zijn als het ware nieuwe zuilen geworden, de PVV voor blank, laag en middelhoog opgeleid Nederland, Denk voor allochtone Nederlanders. Die nieuwe verzuiling is ook terug te zien bij een partij als D66 dat voornamelijk hoogopgeleiden aan zich weet te binden.
Dan de kabinetsformatie. De komende regeringscoalitie zal in ieder geval een Party Mix worden. VVD mag vandaag als grootste partij het voortouw nemen bij het verkennen van een mogelijke nieuwe coalitie. Vooraf heeft partijleider Rutte gezegd dat zijn voorkeur daarbij uitgaat naar CDA en D66. Die twee partijen hebben ieder negentien zetels, dat is samen onvoldoende om met de VVD een coalitie te vormen.
Dus zal de Party Mix moeten worden aangevuld met een vierde partij. Als grootste winnaar zou GroenLinks daarvoor in aanmerking kunnen komen. Daarmee zou recht gedaan worden aan de kiezers die GroenLinks hebben beloond. Het programma van die partij staat op een aantal punten echter ver af van dat van de liberalen, denk aan klimaatmaatregelen en de inkomensverdeling. Bovendien heeft partijleider Klaver laten weten liever niet met de liberalen te gaan regeren. Een voorzet om de huid duur te kunnen verkopen. Voor D66 zou GroenLinks echter weer wel een goede coalitiegenoot kunnen zijn. Ook die partij wil het beleid versnellen om de klimaatverandering terug te dringen.
Ook de ChristenUnie heeft echter een vooruitstrevend klimaatbeleid in haar programma staan. Met haar vijf zetels zou deze partij een coalitie van VVD, CDA en D66 ook aan een nipte meerderheid in de Tweede Kamer kunnen helpen. De ChristenUnie behoorde de afgelopen jaren tot de constructieve oppositie toen VVD en PvdA meerderheden moesten zien te vinden voor hun beleid, omdat ze in de Eerste Kamer samen een minderheid hadden. Rutte weet wat hij aan de ChristenUnie heeft.
Hangpunt zal dan echter de voltooidlevenpil zijn. Dat slikt de ChristenUnie niet. Met excuses voor de woordspeling. D66 is groot voorstander van die pil waarmee ouderen boven de 75 jaar een eind aan hun leven kunnen maken als ze niet ongeneeslijk ziek zijn. De ChristenUnie, maar ook het CDA, vindt dat betere zorg en meer aandacht voor de eenzaamheid onder ouderen het antwoord moet zijn, niet de zelfgekozen dood. Je kunt je afvragen of in deze onrustige tijden een pil om tot zelfdoding te kunnen overgaan het belangrijkste onderwerp zou moeten zijn.
Rutte weet dat zijn derde premierschap er niet zo maar komt. CDA en D66 kunnen de VVD onder druk zetten bij onderhandelingen. Zij hebben een alternatief: een kabinet met behalve deze twee partijen ook GroenLinks, SP, PvdA en ChristenUnie. De vraag is echter of de PvdA een beschikbare en geschikte kandidaat is. Gisteravond werd bij de sociaal-democraten met de mond weliswaar strijdlust beleden, maar er zullen daar toch vooral wonden gelikt en messen geslepen worden. Een logische coalitiepartner is de PvdA verder ook niet, want regeringsdeelname zou de afstraffing van de kiezer volkomen negeren.
Even terug naar gisteren. Ik belandde met mijn stembiljet in een voor mij nieuwe stembuslocatie. De plek deed me denken aan een besluit van de onlangs vertrokken burgemeester van Den Haag, Jozias van Aartsen. Hij vond dat stemlokalen niet in kerken gevestigd mochten zijn. Dat zou de keizer maar kunnen beïnvloeden, zo’n christelijke kerk. Gisteren voor mij dus niet de Maranathakerk, ik mocht naar het dr. W. Drees verzorgingshuis, Drees de PvdA-premier uit de jaren vijftig. Op de uitslag voor de PvdA had het geen invloed, denk ik zo maar. Of zouden de kiezers geweten hebben dat ook Drees zelf zijn partij op latere leeftijd heeft verlaten?