Na de complimenten aan de regering over haar optreden kort na de ramp, waarbij op 17 juli in totaal 298 mensen omkwamen, is er nu meer en meer kritiek. Niet alleen van nabestaanden, maar ook vanuit de oppositie in het parlement.

Onlangs lag de inmiddels naar de Europese Commissie vertrokken minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans onder vuur. In het tv-programma Pauw had hij zich laten verleiden te zeggen dat er een zuurstofmasker was aangetroffen bij een van de slachtoffers. Werd Timmermans na zijn toespraak voor de VN-Veiligheidsraad nog geprezen om zijn inlevingsvermogen in wat de slachtoffers mogelijk in de laatste momenten hebben moeten doorstaan, nu werd hij bekritiseerd. Nabestaanden waren kwaad en vonden dat Timmermans informatie had achtergehouden. De minister bood zijn excuses aan.

Wat het zuurstofmasker zei over de ramp en over de tijd die de nabestaanden mogelijk nog hebben geleefd, daarover verschilden de experts overigens van mening. Dat was dan ook de reden waarom Timmermans zijn mond had moeten houden. Zonder duiding leidde het alleen maar tot speculaties en daarmee tot onnodig extra verdriet.

Maar de kritiek begon al voor dit Timmermans-incident, onder meer toen op 9 september de Onderzoeksraad voor Veiligheid, die op verzoek van Oekraïne het onderzoek naar de oorzaak van het ongeluk leidt, met een voorlopig rapport kwam. De raad zou te voorzichtig zijn. Waarom schreef de raad omstandig dat ‘de schade aan de voorste rompsectie en het cockpitgedeelte van het vliegtuig erop lijkt te wijzen dat het vliegtuig van buitenaf is getroffen door een groot aantal voorwerpen met hoge energie’. Waarom concludeerde hij niet gewoon dat het om een raket ging?

De kritiek laaide afgelopen weekend weer op toen het Duitse blad Der Spiegel meldde dat Duitse parlementariërs de informatie hebben gekregen dat volgens de Duitse inlichtingendienst bnd het vliegtuig door pro-Russische rebellen is neergeschoten. De BND concludeert dat op basis van satellietbeelden. De Nederlandse oppositiepartijen CDA en D66 vroegen onmiddellijk om een hoorzitting. Ook zij willen nu al weten welke beelden er zijn en hoe die beoordeeld moeten worden.

Deze oppositiepartijen en de critici van het voorlopige onderzoeksrapport weten echter goed dat juist omdat Nederland is ingegaan op het verzoek van Oekraïne om het officiële onderzoek naar de ramp te leiden het een beperkte speelruimte heeft. Zo kan het Nederlandse kabinet nu geen uitlatingen doen over wie er verantwoordelijk is voor de ramp. Daarmee zou het vooruitlopen op het eindrapport van de Onderzoeksraad. Eén Nederlandse vinger die voor die tijd direct of indirect naar Rusland – of Oekraïne – wijst en het eindrapport zal als bevooroordeeld worden weggezet.

De vrijheid van Duitsland om de eigen parlementariërs van de kennis van inlichtingendiensten op de hoogte te brengen en al in de richting van een schuldige partij te wijzen, heeft Nederland als onderzoeksland niet. Een hoorzitting waar CDA en D66 om vragen, kan daarom niet. Ook niet achter gesloten deuren, vanwege het gevaar voor lekken. Erom vragen is politiek opportunisme.

Mag er dan geen kritiek zijn op de regering? Zeker wel. Zeker als het eindrapport er ligt. Misschien moet die kritiek dan wel zijn dat een minder betrokken derde land een dergelijk onderzoek moet leiden.