Als het aan de Arnhemse IS-strijder Yago R. ligt verlaat hij snel het onrustige Syrië, waar hij gevangen wordt gehouden door de Koerden, om zich weer in Nederland te vestigen. Of zoals hij het zelf verwoordde tegen de Volkskrant: ‘Gewoon een rustig leventje in Nederland met mijn vrouw en gezin. Opladen met mijn familie. Mijn kind een gelukkig leven geven. Mezelf gedeisd houden.’

Yago vindt het niet meer zo leuk in Syrië, toevallig net nu IS er zo goed als totaal verslagen is, want hij moest er dingen doen die hij niet wilde, zoals ‘werken met IS’, de organisatie waarbij hij zich juist aansloot. Hij en zijn vrouw hebben ‘een heel zwaar leven’ gehad: ‘Lichamelijk. Geestelijk. Ja, pittig. Elke keer weer verhuizen, verhuizen, verhuizen. Van Raqqa naar Deir al Zor naar de dorpen rondom Deir al Zor, waar nog geen aanvallen waren. Lichamelijk is mijn vrouw niet zo sterk. Steeds spullen inpakken, dat was lichamelijk zwaar voor haar.’

Voor de duidelijkheid: deze nu 26-jarige bekeerling ging eind 2014 naar Syrië om te vechten en trouwde zijn vrouw toen ze pas vijftien jaar was. Er spreekt dan ook een soort wereldvreemdheid en narcisme uit zijn uitspraken die woede opwekken en die misschien ook wel verklaren waarom hij überhaupt Nederland verliet voor het slagveld. Alsof we de onthoofding door IS van de journalist James Foley in de zomer van 2014 zijn vergeten. Alsof we niet meer weten dat IS de Jezidi’s heeft geprobeerd uit te roeien, ook iets dat eind 2014 al lang en breed bekend was.

‘Journalisten onthoofden... Ja, in een oorlog gebeuren er dingen die niet horen te gebeuren’

Daarop gewezen door Volkskrant-journalist Ana van Es antwoordde R.: ‘Daar had ik geen idee van. Maar journalisten onthoofden… Ja, het is oorlog. In een oorlog gebeuren er dingen die niet horen te gebeuren. Bloedverspilling van onschuldigen en dergelijke, daar had ik geen benul van.’

De vraag werpt zich op: wat te doen met dit soort Nederlandse IS-strijders? Het voelt ongepast om deze zaak, waarbij op enorme schaal willekeurig mensen zijn afgeslacht, met een wetboek in de hand te bekijken, maar er zit weinig anders op. Ook mensen die van het meest verschrikkelijke worden verdacht, moeten voor de rechter komen en ergens worden vastgezet. In de regio waar ze nu zitten zullen de IS-strijders niet snel worden berecht. Een internationaal tribunaal, waar veel voor te zeggen valt, zal áls het er al komt op zich laten wachten.

Dat tast het rechtvaardigheidsgevoel aan, want bewijs maar eens wat IS-strijders allemaal hebben gedaan op het slagveld. Yago R. is door de Rotterdamse rechtbank bij verstek veroordeeld tot zes jaar gevangenis, een straf die veel Syriëgangers krijgen en die niet in verhouding staat tot de gruweldaden die door IS zijn gepleegd.

Toch, er zit weinig anders op dan de jihadisten in eigen land berechten en vastzetten, ook al gaat dat in tegen al ons rechtvaardigheidsgevoel. We hebben mensen als R. hier zelf gecreëerd en mogen alleen al om die reden simpelweg niet de Koerden met ze opzadelen. Die Koerden hebben al genoeg geleden en genoeg moeten vechten tegen IS voor het Westen.

Laat zijn wil om terug te keren naar Nederland dan ook een aanzet zijn tot een echte discussie over wat we met deze lieden moeten. Wat de rol daarin wordt van inlichtingendiensten en deradicaliseringsprogramma’s of hoe we ze anderszins op het juiste pad moeten krijgen. Want hoewel niemand IS-strijders hier wil hebben is Nederland wel verantwoordelijk voor alle onderdanen. Zelfs als ze zijn afgereisd naar Syrië en daar horrordaden hebben gepleegd.