Op de vooravond van Prinsjesdag hekelde cabaretier Jan Jaap van der Wal in het Haagse theater Diligentia met deze slogans van de pvv van Geert Wilders en DENK van de Turks-Nederlandse parlementariër Tunahan Kuzu hun denkbeelden. Als het gaat over de identiteit van Nederland en daarmee van de Nederlanders zijn Wilders en Kuzu elkaars politieke vijanden.

Wilders bedoelt met zijn ‘Nederland moet wel Nederland blijven’ dat buitenlanders met een moslimachtergrond niet welkom zijn en alle moskeeën moeten worden gesloten. Kuzu zet daar met zijn door Van der Wal goed gepersifleerde, agressief uitgesproken ‘wen er maar aan’ tegenover dat ‘wij’, lees Nederlanders met wortels in een islamitisch of ander buitenland, hier niet weggaan. Dat DENK zou staan voor een solidair Nederland, zoals de politieke beweging zelf beweert, blijkt in ieder geval niet uit de toon die ze aanslaat, wilde de cabaretier met zijn persiflage zeggen.

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen voegde Wilders vorige week zijn collega-Kamerlid Kuzu toe dat Nederland zijn land niet is. ‘Het zou u sieren als u uw paspoort zou inleveren en in Turkije bij de heer Erdogan het parlement in zou gaan.’ Kuzu probeerde Wilders terug te pakken door hem bovenaan op een geheime, uiteraard gefingeerde, kliklijst van een oude generatie politici te plaatsen, met op plaats twee en drie respectievelijk minister-president en vvd-partijleider Mark Rutte en pvda-voorman Diederik Samsom.

Door de slogans van de twee vijanden aan elkaar te verbinden kwam Van der Wal, al dan niet bewust, uit bij Rutte. Die heeft, op de pvv na, alle andere politieke partijen tegen zich in het harnas gejaagd met zijn ‘pleur op’ tijdens Zomergasten, nadat hij beelden had laten zien van Turks-Nederlandse demonstranten die een journalist het werk onmogelijk maken en recht in de camera roepen: rot op. Dat ‘pleur op’ van Rutte is een staatsman onwaardig, een leraar zou dat toch ook niet zeggen als een leerling tegen hem rot op zegt, klonk het vanuit de Kamer.

Rutte weigerde het echter terug te nemen. Iedereen in Nederland zou dit volgens hem denken. Populistisch? Zeker. Campagnetaal? Jawel. Rutte en zijn vvd hebben duidelijk de strategie om de pvv in de aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar zo veel mogelijk wind uit de zeilen te nemen. Met de Nederlandse identiteit in die tweestrijd als het belangrijkste strijdpunt.

Rutte gaat daarin zelfs zo ver dat hij het ‘Nederland moet wel Nederland blijven’ van Wilders overneemt. Maar zijn uitleg van die slogan is een heel andere: Rutte’s Nederland moet het Nederland blijven waar de grondwet wordt gerespecteerd, waar niet wordt gediscrimineerd op sekse, ras of geaardheid, waar de vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen en de persvrijheid niet aan banden kan worden gelegd. Tegen de Turkse Nederlanders die menen hier de pers het werk onmogelijk te kunnen maken, zegt Rutte daarmee feitelijk ‘wen er maar aan’.

Zei Rutte ‘pleur op’ als premier of als vvd-partijleider? Duwt hij met die twee woorden Nederlanders met een buitenlandse achtergrond niet juist van de samenleving weg? Rutte heeft bewust besloten in een vuile strijd met de pvv een omstreden wapen te gebruiken. Het doel heiligt bij hem de middelen: Wilders weghouden van een overwinning. Om de samenleving niet helemaal te laten ontploffen.