In dit schrijven zeggen aabn’ers ‘uiterst verontrust’ te zijn over recent politieonderzoek naar de activiteiten van enkele van ‘onze kameraden’. Het gaat hierbij om de voormalige interim-baas van de Zuid-Afrikaanse belastingdienst (sars), Ivan Pillay, en zijn voorganger Pravin Gordhan (onlangs herbenoemd tot minister van Financiën). In de brief wordt gesproken van het ‘inpikken en besmeuren van onze gedeelde idealen’, die in een voorgaande alinea worden beschreven als ‘het streven naar gelijkheid en rechtvaardigheid’.

Wat is er aan de hand? De aabn heeft zich gemengd in de duistere, grimmige machtsstrijd binnen het anc, die wordt uitgevochten via diverse overheidsorganen, waaronder de belastingdienst, het ministerie van Financiën, inlichtingendiensten en de politie. Pillay en Gordhan zijn belangrijke pionnen in die strijd, die in essentie gaat over staatscontrole, de toekomst van het anc en de positie van president Jacob Zuma.

De aabn kent Pillay en Gordhan – beiden communist – uit het verleden, toen het tweetal net als Conny Braam in de jaren tachtig deel uitmaakte van Operatie Vula, die probeerde verbannen anc-leiders het land in te smokkelen, zodat ze daar richting konden geven aan het verzet tegen de apartheid.

Gordhan werd in 1998 benoemd tot interim-hoofd van de belastingdienst. Toen hij in 2009 minister van Financiën werd wees hij Pillay aan als zijn opvolger. Inmiddels wordt het duo ervan beschuldigd hun positie binnen de belastingdienst te hebben misbruikt om middels een spionage-eenheid gevoelige informatie in te winnen over mensen die gelieerd zijn aan politieke kopstukken. De aabn durft de collectieve vuist in het vuur te steken voor de integriteit van beide heren. Volgens hen was de fiscus onder Pillay en Gordhan een ‘uitgelezen voorbeeld van goed bestuur’.

Het anc reageerde geïrriteerd op de brief. Secretaris-generaal Gwede Mantashe zei dat de aabn zich koest moet houden. Dit was geen solidariteit, maar inmenging. ‘Ze hoeven ons niet bij de hand te nemen en ons te vertellen wat we wel en niet moeten doen’, aldus Mantashe.