
Eind september deed een tv-recensent van de Volkskrant een oproep aan meester Frank Visser. De keurige beeldbuismagistraat die we kennen als de Rijdende Rechter, maar deze naam sinds zijn overstap naar sbs6 niet meer draagt, werd beticht van onzuivere praktijken. ‘Alstublieft, Meester Visser’, schreef recensent Haro Kraak, ‘maak geen pittig entertainment van doodsbedreigingen of mentale problemen.’ Hij sloot de oproep geestig af met een parafrase op de zin waar de tv-rechter zelf zijn cliënten altijd mee naar huis stuurde: ‘Dit is mijn uitspraak en daar kunt u mee doen wat u wilt.’
Maar de strekking van de recensie was serieus. De aanleiding: voor Vissers nieuwe programma Mr. Frank Visser doet uitspraak waren de tv-makers van sbs6 teruggekeerd naar een illuster stel kijvende buurvrouwen uit Lelystad die twee jaar eerder hadden gezorgd voor een smakelijke, veel bekeken aflevering van De Rijdende Rechter. De ruzie die indertijd was begonnen met de koude pannenkoeken die Tilly had gewaagd om aan Conny te serveren, bleek intussen uitgegroeid tot een conflict waar de halve straat bij betrokken was. Voorafgaand aan de uitzending van het sbs6-programma berichtte het Algemeen Dagblad over een knokpartij waar de politie bij was gehaald. Bij de aflevering waar Kraak over viel, zag ruim een half miljoen kijkers hoe de opgewonden buren elkaar bedreigden. De een had een klauwhamer naast de deur liggen om de ander z’n knieschijven mee kapot te maken, de ander zou met een bijl de kop van de een eraf gaan hakken. Maar wat de tv-recensent het meeste stoorde aan het vervolgverhaal over Tilly en Conny is dat een van de twee volkse kijvers duidelijk minder begaafd is. ‘Hoe cult hun gekibbel over koude pannenkoeken ook is, hoe graag ze ook op tv willen, neem deze kwetsbare mensen tegen zichzelf in bescherming.’
Vergelijk de eerdere Rijdende Rechter-aflevering over de Lelystadse ‘pannenkoekengate’ met het sbs6-vervolg en je hebt een aardige case study over de verwording van een succesformule. Bij het kro/ncrv-programma, dat al twintig jaar bestaat en inmiddels is overgenomen door de nieuwe meester John Reid, spreekt presentatrice Jetske van den Elsen in relatieve rust met de twee ruziënde partijen. Dan komt de meester in zijn turbo-jeep aanrijden om met deskundigen een betwiste scheidslijn tussen tuinpercelen aan te wijzen, het veronderstelde ‘gevaar’ van een overspelige klimplant te beoordelen en ondraaglijk geachte geluidsoverlast in decibellen te meten. Bij Mr. Frank Visser doet uitspraak stelt de jolige presentator Viktor Brand zich in het vooronderzoek op als een geitende puber. Lollige muziekjes begeleiden non-stop het gemekker en gemopper van de strijdende partijen. En alsof het hier Lachen om home video’s betreft, zijn er ook nog eens vette geluidseffecten aan de interviews met de klagers toegevoegd. Als in een aflevering over geluidsoverlast een alleenstaande moeder uit het Rotterdamse Hoogvliet zegt dat ze de voetstappen van de bovenburen als stampende olifanten ervaart, horen de tv-kijkers oorverdovend gestamp gelardeerd met olifantengetrompetter. Je zou dit inleving kunnen noemen in de eisende partij, maar deze dramatisering van een overlastervaring haalt de oorspronkelijke opzet van de programmaformule totaal onderuit.
Interessant aan deze populaire vorm van rechtbanktelevisie is nou juist dat de onderzoekers – en de kijkers – geconfronteerd worden met de verhálen van twee kiftende partijen, die erop uitgezocht zijn dat ze lijnrecht tegenover elkaar staan. De uitdaging is om goed te luisteren en te kijken naar de in een oplopend conflict verwikkelde buren. Om in te schatten wie er overgevoelig is of overdrijft, wie de grootste agressor is, en wie zijn of haar eigen foute handelen het slimst wegredeneert. Om daarna, gesteund door de deskundige metingen en aangevoerde feiten die op de tv-zitting worden aangedragen, vanaf de televisiebank alvast een gooi te doen naar de mogelijke uitspraak van de beeldbuisautoriteit.
Op z’n slechtst is dit televisie die drijft op sensatiezucht en leedvermaak, maar als de ruziemakers en de programmamakers zich een beetje inhouden, demonstreert het leerzaam hoe het samenleven met buren (die bijna iedereen heeft) akelig uit de hand kan lopen door een stapeling van miscommunicatie, botsende karakters en lukrake aannames over wie wanneer in z’n recht staat. Het is een Hollandse variant op het Amerikaanse true crime-genre, dat kijkers als detectives laat meedenken over de toedracht van waargebeurde misdrijven en de bewijsbaarheid ervan. We worden uitgedaagd om mee te beslissen over wie van de strijdende partijen de meeste schuld heeft aan het conflict. En net als in een rechtszaal wordt dat bemoeilijkt doordat we alleen maar af kunnen gaan op het woord van de betrokkenen.
In het geval van de stampende bovenbuurman uit Lelystad wijst empirisch onderzoek met zijn hardgezoolde huissloffen, een deskundige blik op zijn ondervloer en een decibelmeting in de benedenwoning uit dat er inderdaad sprake is van geluidsoverlast. ‘Heeft u ook een akkefietje met de buren? Wij lossen het op!’ sluit Jetske van den Elsen steevast triomfantelijk af. Een typisch staaltje televisiehoogmoed, aangezien iedereen kan vermoeden dat het burengedoe ook na de uitspraak van de meester nog door zal blijven etteren. En er altijd kwesties zijn die ontsnappen aan de bewijslastmetingen. Heeft de slofstamper echt tegen de klagende onderbuurvrouw, die van Surinaamse afkomst is, ‘Oprotten! Jij hoort hier niet!’ geschreeuwd? Op het moment dat hij van deze beschuldiging hoort, stamelt de man in tranen dat hij zoiets nóóit zou doen. Wij en de televisiemakers waren er niet bij. Jokt hier iemand, is de vraag waar de kijkers mee achterblijven. Of zou het kunnen dat ze allebei oprecht dénken de waarheid te spreken, en dat de angst om gediscrimineerd te worden of van racisme te worden beticht hun beleving van de werkelijkheid ter plekke of achteraf heeft vervormd? Het is jammer dat de formule geen ruimte biedt om in te gaan op de psychologische aspecten van een (buren)ruzie.

Dit gebeurt wél in het intrigerende ‘rechtspreekprogramma’ dat bnn/vara dit najaar opnieuw op de buis bracht. De eerste editie over grensoverschrijdend seksueel gedrag heette Verkracht of niet. Het vervolg Schuldig of niet? focust op de vraag wanneer je het recht in eigen hand mag nemen. Jongeren die elkaar niet kennen en onderling verschillen wat betreft culturele afkomst en levenservaring krijgen in dit programma een verfilmde gebeurtenis voorgeschoteld met een dader en een slachtoffer, met de vraag hoe zij het handelen van beide partijen beoordelen. De gebeurtenis is een op de werkelijkheid gebaseerde enscenering, nagespeeld door acteurs.
Anders dan in tenenkrommend slecht geschreven en gespeelde scripted reality-programma’s met titels als Achter gesloten deuren en Beschuldigd waar sbs6 en Net5 in grossieren, heeft de dramatisering hier een heldere functie. Presentator Tim Hofman, die zich met zijn recente kinderpardon-actie en zijn campagnes om jongeren politiek bewust te maken heeft ontpopt als eenbevlogen tv-activist, heeft het consequent over ‘stukken drama’. De te beoordelen zaak wordt namelijk uit de doeken gedaan in een drietal delen die de jongeren telkens meer informatie geven. Na elk deel volgt een beoordelingsronde waarbij de leden van de jury hun mening toelichten en uitleggen waarom deze eventueel gewijzigd is. Het mooie van deze opzet is dat knalhelder duidelijk wordt hoe een oordeel kan veranderen als je meer van een kwestie afweet, en dat elke selectie van feiten een manipulatie is. De zaak over de marinier die tijdens een avondje uit een uitsmijter neersloeg toen hij na een bezoek aan de wc zag dat zijn Tinder-date door de potige handhaver in een nekklem was genomen, kwam in een nieuw daglicht te staan toen in een volgend ‘stuk drama’ werd getoond hoe het meisje zich in de afwezigheid van de marinier had misdragen. ‘Het was eerst zo geframed dat zij het slachtoffer leek’, beargumenteerde een van de jongeren zijn veranderde mening. Hij had nu meer sympathie voor de uitsmijter die na de vuistslag van de marinier in het ziekenhuis was beland en zijn belager daarvoor aanklaagde.

Het was ook slim van de programmamakers dat de jongeren in de serie Verkracht of niet, waar Geraldine Kemper de medepresentator was, aanvankelijk werden verdeeld in een meisjes- en een jongensgroep. Dit toonde het verschil in beleving van situaties waar seks bij komt kijken, en gaf de twee groepen de mogelijkheid om vrijer over hun eigen of het andere geslacht te praten. Maar wat echt voor verdieping zorgde, waren de (ervarings)deskundigen die tussen de dramastukken door toelichting kwamen geven. Naar aanleiding van de jongeman die als stagiair bij een reclamebedrijf door zijn bazin op een borrel was bevredigd, vertelde een specialist in zedenzaken hoe het kon dat de stagiair een stijve had gekregen toen zijn bazin hem cornerde en in zijn kruis greep. En dat er een verschil is tussen genitale en seksuele opwinding, wat niets zegt over instemming of over lustbeleving.
In Schuldig of niet?, bij de kwestie rond een meisje dat in een vakantiewoning een indringer eerst had neergeslagen en hem toen hij op de grond lag nog eens bijna had gewurgd, kwam een rechter het verschil uitleggen tussen proportioneel en excessief geweld. Een psychologe gaf verhelderende inzichten over de vertroebeling van het oordeelvermogen onder stress, en vertelde dat bij een liggend slachtoffer de kans groter is op meer geweld omdat dit het machtsgevoel vergroot. Onverwacht was de bijdrage van een notoire inbreker. Toen de jongeren erop wezen dat het meisje verkeerd zat omdat ze dácht dat de inbreker gewapend was, nam de inbraakexpert het voor haar op. Je kunt ervan uitgaan dat een betrapte inbreker geweld gebruikt om weg te komen, stelde hij. Er volgde een anekdote over de keer dat de bewoners van een huis waar hij binnen was, plotseling thuiskwamen en hij een half uur achter de bank verstopt had gezeten.
Heel eng voor de bewoners, zei een van de jongeren. ‘Hoe denk je dat het voor mij was?’ riep de inbreker. Hij had doodsangsten uitgestaan. Zo kon het dat dit mooie publieke-omroepwaardige programma, dat hopelijk een vervolg krijgt, niet alleen kennis verschafte omtrent de wet op eigenrichting en de motieven van de overtreders ervan, maar ook een inkijkje bood in het gevoelsleven van een inbreker. De vraag wie er schuldig is en wie niet, was nog niet eerder zo ingewikkeld.