
Negen tijgers met pijlen doorboord verblijven samen in een zaal van het Kröller-Müller Museum. De meeste zweven door de ruimte, een tijger zit op de grond en een andere richt zich op vanaf zijn achterpoten. Hun bekken zijn opengesperd, hun lange tongen hangen slap naar buiten tussen puntige tanden, ze verkeren in een doodsstrijd, sommige houden hun ogen gesloten. Wel honderd pijlen met witte veertjes aan de uiteinden steken in hun dikke vacht. Ze gaan recht hun bek in, komen er bij hun kop weer uit. Het is niet om aan te zien.
Cai Guo-Qiang is een Chinese kunstenaar die in eerste instantie vooral bekend werd met zijn buskruitexperimenten. Wereldwijd bracht hij spectaculaire ontploffingen teweeg onder de noemer Project for Extraterrestrials, zoals die bij de Chinese Muur, waar een spoor van buskruit bij ontploffing de muur even met tien kilometer verlengde met rook en vuur. Op Netflix is een documentaire te zien met de making of van Sky Ladder, een vijfhonderd meter hoge ladder van vuur die hij realiseerde in een haven nabij zijn thuisstad Quanzhou. En er was een vuurzee op Nationaal Park De Hoge Veluwe, op 18 december 1994, om vier uur in de middag. Negen dode bomen die op zijn kop in de grond stonden, gingen toen de lucht in. Het duurde twintig seconden en aan een wand van de zaal met de tijgers hangt een groot werk op papier dat aan die daad herinnert. Negen vlekken van houtskool staan voor negen kraters en uit het papier steken tevens enkele pijlen.
De tijgers, Inopportune: Stage Two, zijn van 2004, en werden in 2012 door het museum aangekocht. Dit is de eerste keer dat ze weer uit het depot werden gehaald en voor de nieuwe vertoning moesten de pijlen stuk voor stuk opnieuw in hun vacht worden gestoken. De beesten zijn subtiel maar toch dramatisch uitgelicht door spotlights in een zaal waar het licht maar zacht brandt. Zijn het er wel negen, kun je je na een ronde door de zaal afvragen, is het niet één tijger die we in een macabere dans door de ruimte zien duikelen?
Na zijn buskruitwerken verblufte Guo-Qiang de kunstwereld met wervelende installaties met dieren. 99 dieren – kamelen, panda’s, giraffes, tijgers, groot en klein – die samen drinken uit een hemelsblauwe vijver. 99 wolven die een museumzaal binnenvliegen, als husky’s voor een slee, maar tegen een glazen wand te pletter slaan. Het cijfer negen, vertelde de kunstenaar eens, heeft voor hem iets perfects en incompleets tegelijk.
Maar eigenlijk zijn het helemaal geen tijgers die we zien, maar replica’s; beesten met een lijf van papier-maché, gips, fiberglas en kunsthars, en dus, gewoon, sculpturen. Waarom het toch moeilijk is om op die manier naar ze te kijken, verklaart Guo-Qiangs grote succes bij het grote publiek, tot aan Netflix toe. Zijn werk is erop uit indruk te wekken en betekenis ligt er daarbij dik bovenop: het gaat over exploitatie, geweld, technologie. Maar het werkt wel: 99 wolven of negen levensechte tijgers, je ziet ze één keer en vergeet ze nooit weer.
Cai Guo-Qiang, Inopportune: Stage Two, t/m 19 april in het Kröller-Müller Museum in Otterlo. krollermuller.nl