Het decor is zo’n trap waarbij ik altijd aan Erik Vos moet denken. Die vertelde ooit in een film over zijn werk: ‘Op de toneelschool leerden we dat de treden van een toneeltrap zeven centimeter hoog mogen zijn. Toen wist ik: in mijn voorstellingen dus nooit trappen met treden van zeven centimeter. Altijd anders, altijd lager, meestal hoger.’ Deze trap (ontwerp Renée Zonnevylle) is een echte Erik Vos-trap: buitengewoon ongemakkelijk. De toeschouwer van deze voorstelling weet dat uit eigen ervaring. Want voor de slotscène moet hij zelf die trap op klauteren. Om in de afwikkeling van de tragedie te kijken naar de tribunestoelen waar hij zojuist nog zat.
Antigone, van de beste psycholoog uit de klassieke Griekse canon der tragedieschrijvers, Sophocles, is een erg ongemakkelijk stuk. Het verhaal gaat ogenschijnlijk over helemaal niks. Twee hooggeboren broers hebben publiekelijk een hoog opgelopen ruzie uitgevochten, beiden zijn daarbij om het leven gekomen. Kreoon, de vorst van de stad Thebe, heeft besloten dat de een een plechtige uitvaartdienst krijgt en wordt begraven, het lijk van het andere joch wordt voor de poorten van de stad achtergelaten, de gieren en de honden mogen zijn lijf wegvreten. Kreoon buigt niet – regels zijn regels, wetten zijn wetten – en wie het waagt zand op het lijk van dat joch te gooien, kan rekenen op het ergste: de dood. Een bericht op pagina zeven van de lokale krant, laten we zeggen de Thebaanse Bazuin, wordt voorpaginanieuws omdat het nichtje van de regerende vorst, Antigone, het zusje van de gestorven broers, het lichaam van haar rottende broertje gaat begraven. Haar geliefde, Haimoon, is ook nog eens de zoon van de monarch. En dat maakt de zaak gecompliceerd.

Antigone door Theater De Citadel in Groningen, geregisseerd door Silvia Andringa, gemaakt voor pubers van pak ’m beet vijftien, de leeftijd van Antigone en Haimoon, speelt zich af op die ongemakkelijke trap. Vijf toneelspelers vertellen het verhaal. Onder hen Martin Grudaj, die het verhaal ondersteunt met zijn cello. En die ook de wachter speelt, die ontdekt dat het de koningsdochter Antigone is die de waanzinnige wet van de vorst (begraven: verboden!) overtreedt. Hij doet zijn verhaal in de taal van Albanië, zijn taal. De Thebaanse tolk, gespeeld door Ilja Tammen, vertaalt en vertelt ons wat hij probeert te vertellen. Dat is een van de geweldige, simpele ingrepen in dit stuk. In Sophocles’ warwinkel van niet meer weten wie er gelijk heeft en wie niet en dat dat er ook helemaal niet toe doet, loopt iedereen iedereen overhoop. Kreoon (Jur van der Lecq) speelt een nepbestuurder in maatkostuum en dat doet-ie prachtig. Frank Derijcke speelt Haimoon als een puber die probeert wijzer te zijn dan zijn leeftijd doet vermoeden. En die dat uiteindelijk ook blijkt te zijn. Hier grijpt de regie Sophocles bij zijn kladden. Ze verandert zijn verhaal. Ik verklap niets.

Centrum van de voorstelling is de Antigone van de Vlaamse toneelspeelster Naomi Velissariou. Ik had haar nog nooit zien spelen en dat blijkt achteraf te kloppen: dit is haar eerste grote toneelrol. Die kan de boeken in: monumentaal mooi en monumentaal simpel. Ze holt heen en weer op die ongemakkelijke toneeltrappen, en ze maakt van die ongemeen ongemakkelijke toneelrol een onvergetelijke creatie. Soms gebeurt dat, je zit in zomaar een toneelzaaltje in Groningen en je wordt heen en weer geschud. Ga kijken!

Theater De Citadel, Antigone, Groningen, 3 t/m 25 januari 2008 in Theater De Citadel