Is dit hem dan? Het blijkt lastig kiezen, in een volle galerie.
Ja, dit is hem.
De man op de foto zit op zijn knieën, ver voorovergebogen. Het is een onderdanige houding. De houding van iemand die aan de grillen van een ander is overgeleverd. De houding van iemand die even eerder is geconfronteerd met een onbevattelijke autoriteit, iemand met nooit niet vuile laarzen die het glimmende schoeisel van Gods plaatsvervanger op aarde probeert te kussen, hopend op genade.
Goed, dat is natuurlijk niet wat hier aan de hand is. Wat hier aan de hand is, dat ziet iedereen. De man heeft zichzelf in deze ongemakkelijke houding gewrongen omdat hij iets kwijt is. Of niet eens echt kwijt, want hij weet precies waar dat wat hij zoekt zich bevindt, hij kan er alleen niet bij. De man tuurt in de duisternis achter een rooster dat vlak voor een deur in de drempel is geplaatst – een plek waarvan je geneigd bent te zeggen dat het wellicht ook wel een beetje ‘vragen om problemen’ was.
Dat de man even eerder een sleutel heeft laten vallen is een idee dat nog eens extra lijkt te worden bevestigd door het grote hangslot vlak naast zijn gebogen hoofd, het hangslot waarmee een ijzeren rolluik is afgesloten.
Een hangslot lijkt wel vaker te zijn ontworpen om te imponeren – zo van: geen sleutel? Je hoeft het niet eens te proberen, makker – maar in dit geval straalt het ding een soort onverbiddelijkheid uit. Misschien omdat we zo zeker denken te weten wat er hier aan de hand moet zijn: de sleutel die is gevallen, de man die hem misschien wel ziet liggen maar er onmogelijk bij kan? Of dat werkelijk is waar Hans van der Meer, de fotograaf, getuige van was, valt niet te zeggen. Maar het lijkt onmogelijk een verhaal te verzinnen dat even moeiteloos overtuigt.




Van der Meer maakte de foto in Hongarije, halverwege de jaren tachtig, toen hij dat land met enige regelmaat bezocht. Minor Mysteries is de titel die een tentoonstelling en publicatie nu hebben meegekregen. Het zijn beelden waarop in verreweg de meeste gevallen net niet niks gebeurt: een man kijkt over zijn schouder; een vrouw trekt platgemaakte kartonnen dozen aan een touw achter zich aan; een man die twee stoelen van a naar b vervoerde heeft ze even op straat gezet om een praatje te maken met een vrouw die net iets te hard lijkt te lachen om dat wat de man even eerder heeft gezegd; iemand leunt met zijn hoofd tegen een telefooncel; iemand op slippers steekt zijn arm diep in een gat in de weg; een kind met een zwarte baret danst aan de hand van zijn bedrukt kijkende vader over straat; een man en een vrouw proberen de verstrikt geraakte lijnen van drie kleine honden te ontwarren terwijl twee andere mensen toekijken.
Wat hebben de foto’s met elkaar gemeen? Dat ze kleine raadsels zijn? Ja, daar kan ik wel in meegaan. Ze roepen bijna allemaal de vraag op: wat gebeurt hier? En in de meeste gevallen weigeren ze de kijker een definitief antwoord te verschaffen. Maar er is ook iets anders dat opvalt. Noem het de leegte om de mensen heen. Het gemak waarmee Van der Meer ze isoleert in hun alledaagse bestaan.
In de galerie hangen ook enkele van Van der Meers bekendere beelden van voetbalvelden. En opeens zie je hoe ook daar de voetballers, die weliswaar met zijn tweeëntwintigen plus een scheidsrechter op het veld staan en soms zelfs in een direct duel verwikkeld zijn, iets eenzaams hebben, er wat verloren bij lopen, zelfs tijdens een ritueel samenzijn op zondagochtend.
Is dat ook wat me aantrok in de foto van de man op de grond? Zijn eenzaamheid is nog net iets existentiëler, zijn isolement nog net iets dieper, zo lijkt het. Het is geen groot drama waarin hij verzeild is geraakt, maar toch: het lot heeft met hem lopen sollen. Het zijn niet de sleutels die kwijt zijn, het is de man die heel even compleet verloren is.
Ach ja, de weg vooruit is versperd en dus neemt het leven een kleine omleiding. Want hoewel onvoorziene omstandigheden als deze ons benauwen en het gevoel geven dat er even minder mogelijk is dan gehoopt, zorgen ze er op hetzelfde moment ook voor dat alles opeens weer open ligt.
Of er moet toevallig net iemand met een magneet langskomen, natuurlijk. Het liefst een aan een draadje. Dan zijn al zijn problemen binnen een mum van tijd opgelost. Dan kan hij, deo volente, eindelijk opstaan.
Hans van der Meer, Minor Mysteries/Hollandse velden. Galerie Wouter van Leeuwen, Amsterdam, t/m 18 februari. Jan Postma vervangt de komende weken Rudi Fuchs in het blad