Vanaf De Verzamelde Werken van Billy the Kid, ‘linkshandige gedichten’ uit de jaren zeventig, tot en met zijn pas verschenen meesterwerk Blindganger is de Canadese schrijver Michael Ondaatje een specialist in reconstructies van verdwijningen. Ondaatje’s onbetrouwbare, nee, fantasievolle vertellers scheppen een verhaal uit vele mogelijke vertellingen en beseffen dat iemands levensloop deels in het duister gehuld blijft. Fictieve memoires, met die twee woorden is Ondaatje’s werk het meest beknopt te omschrijven. Coming through Slaughter bijvoorbeeld is een poging tot reconstructie van het leven van de legendarische jazzcornettist Buddy Bolden uit New Orleans, wiens muziek nooit op de plaat is vastgelegd en daarom ‘verdwenen’. Running in the Family lijkt op een autobiografie met foto’s, maar draait ten slotte om een reconstructie van Ondaatje’s ouderlijke familieleven op Ceylon (Skri Lanka). Tijdens en na zijn onderzoeksreis naar zijn geboorte-eiland moet hij wel de flarden en fragmenten uit het leven van zijn ouders en grootouders aan elkaar schrijven met behulp van historische feiten en zijn eigen fantasie, die de overgebleven gaten vult.
Blindganger sluit het meest aan op Ondaatje’s beroemde roman The English Patient (1992), omdat beide vertellingen spelen in een mistige spionagewereld. In The English Patient gaat het om een aanvankelijk mysterieuze Hongaars-Britse spion die in de Tweede Wereldoorlog in de Noord-Afrikaanse woestijn verdwijnt en wiens ernstig verbrande lijf in 1945 door een Canadese verpleegster in Italië liefdevol wordt verpleegd. Blindganger speelt zich af in de marge van Britse spionagekringen in het Londen van vlak na de Tweede Wereldoorlog, hoewel de oorlog na 1945 ondergronds koud en minder koud doorwoekert. De verteller is de 28-jarige Nathaniel, die in zijn achterafvertelling, gereconstrueerd op het platteland van Suffolk eind 1959, wil doordringen in zijn raadselachtige kindertijd in en na de oorlog. De beginzin is niet de zuivere waarheid en heeft iets roddelachtigs: ‘In 1945 gingen onze ouders weg en werden wij toevertrouwd aan de zorgen van twee mannen die mogelijk crimineel waren.’
Geen wonder dat de verteller al gauw toegeeft dat hij gewend is aan halve waarheden. Om te beginnen gaat eerst de vader weg. De oorlog heeft hem geestelijk stevig geraakt. Zijn bedrijf, Unilever, stelt hem aan als hoofd van de Aziatische afdeling en hij vertrekt op de eerste bladzijde van Blindganger naar Singapore en verdwijnt definitief uit het verhaal. De moeder blijft nog even bij haar twee kinderen, de veertienjarige Nathaniel en zijn bijna twee jaar oudere zus Rachel. Na het vertrek van de vader lijkt ze voor haar twee kinderen een gedaanteverandering te ondergaan. Ze wordt anders. Waarom? ‘Was deze nieuwe versie het gevolg van haar echtgenootloze bestaan? Of zat het ingewikkelder in elkaar: bereidde ze ons zo voor op het afscheid en liet ze zien hoe ze herinnerd wilde worden?’

Vlak voor haar definitieve verdwijning vertelt Rose Williams haar kinderen twee intrigerende verhalen, die later halve vertellingen blijken te zijn geweest, niet echt leugenachtig, wel moedwillig onvolledig. Het eerste verhaal speelt zich af in het Londen van de Blitzkrieg. Moeder Rose was toen, beweert ze althans, ‘brandwacht’ op het dak van het Grosvenor House Hotel. Brandwacht? Verteller en zoon Nathaniel komt er later achter, als hij in dienst is van de Britse geheime dienst, dat het dak van dat hotel ‘simpelweg de beste plek was voor de transmissie van radioberichten naar de geallieerde troepen die zich achter de vijandelijke linies in Europa bevonden’.
Het tweede verhaal speelt zich eerder af, in de plattelandsjeugd van de moeder. Op het dak van hun huis ‘woonde’ tijdelijk het rietdekkersgezin Felon, dat met spullen smeet. Een van de kinderen, Marsh, viel van het dak en raakte ernstig gewond. Rose verzorgde hem. Later verdween het gezin Felon uit haar leven. De oplettende Ondaatje-lezer weet dat die van het dak gevallen jongen later in Blindganger weer zal opduiken, maar in welke gedaante? Michael Ondaatje speelt zoals altijd een ingenieus literair spel en weet talloze draden (sprekende details) tussen zijn verhaalfragmenten te spannen, tot er een wijd en wonderlijk web vol treffende, symbolische bijzonderheden ontstaat waarin de lezer zijn eigen weg moet zoeken. Het is een web vol schimmen en schaduwen waar MI5, de geheime dienst, alles mee te maken heeft, maar hoe? Aan het slot weet Ondaatje die lezer toch nog door een verrassende plotwending uit zijn evenwicht te brengen, want niemand is wie hij lijkt. Zelfs de namen zijn maskers.
De ‘criminelen’ uit de openingszin van Blindganger heten De Mot (Walter) en De Schicht van Pimlico (Nicholas Marshall, ex-bokser). De Mot trekt als voogd in het huis van de vertrokken ouders. Maar wie is hij echt? En wie is De Schicht, die langskomt en vrienden meeneemt die vol spannende verhalen zitten? De Mot is een ogenschijnlijk afstandelijke, emotieloze man, het prototype Brit. De Schicht is een nog merkwaardiger figuur, die zich lijkt toe te leggen op het importeren van windhonden en het gokken tijdens hondenrennen (er bestaat geen boek van Ondaatje zonder honden). Politiek gezien staan al die mannen, en een paar avontuurlijke vrouwen die er ook een dubbele agenda op nahouden, links van Labour, ‘een kilometer of vijf’.
Wie is de blindganger waaraan de vertaling zijn titel dankt? (De Engelse titel luidt War Light, naar de zwak brandende bruglichten in het verduisterde Londen van de oorlog.) Dat is de verteller én de lezer. Of die blindganger toch nog tot een onverwachte explosie leidt? Ik beperk me tot het bespreken van een halve roman. In deel II, als het verhaal een tijdsprong maakt naar eind 1959, komen alle personages die in het eerste deel zijn geïntroduceerd weer terug, met name de rietdekkersjongen die van het dak viel. Ondertussen krijgt de lezer een fantastisch labyrintisch en puinachtig Londen van vlak na de oorlog voorgeschoteld: spannende tochten op een mosselboot vol honden via zijarmen van de Theems; avontuurlijke autoritten in het donker. En in die stad werkt de puberende scholier Nathaniel als liftboy en bordenwasser in het Criterion Restaurant. Daar hoort hij ook seksueel getinte verhalen. ‘Welk effect had die kennismaking met die vertelkunst op de jongen die ik toen was?’ Daar, in een leeg huis, wordt hij ontmaagd door ‘Agnes Street’, een jonge vrouw uit de arbeidersklasse die de verteller later uit het oog verliest maar die in een andere gedaante zijn pad zal kruisen, onherroepelijk, waarna alles anders wordt.
Michael Ondaatje heeft met Blindganger een zowel poëtische als explosieve roman geschreven. Het verhaal – dat ik met opzet slechts voor de helft heb besproken – biedt niet alleen een schitterend beeld van het naoorlogse Londen vol dolende en wraakzuchtige mensen op het grensvlak van licht en donker, maar verschaft ook een beetje inzicht in het raadsel dat mens heet. En toch. Het advies dat de verbeeldingsvolle verteller, liefhebber van landkaarten, van De Mot krijgt: ‘Laat je nooit in de kaart kijken.’