Waarom de nieuwe film gebaseerd op de affaire-Dominique Strauss-Kahn niet of nauwelijks in de bioscoop komt, is een raadsel. Welcome to New York is niet alleen een van de beste films van de Amerikaanse regisseur Abel Ferrara, het werk legt ook de duistere machinaties in de zaak rondom de voormalige baas van het Internationaal Monetair Fonds bloot. Het is geen documentaire, maar een fictieve vertelling die een antwoord zoekt op de vraag wat de hoofdpersoon bezielt wanneer hij tijdens zijn verblijf in een hotel op Manhattan een kamermeisje seksueel molesteert. Waar zowel de rechtszaak tegen dsk als de talloze mediaverhalen over de gebeurtenis falen, grossierend in misleiding en verhulling, daar slaagt de film erin de waarheid in niet mis te verstane termen aan het licht te brengen.

Maar dat is slechts één kant van de zaak. Aan de andere kant staan de critici, voornamelijk die in Frankrijk, en de echte hoofdrolspelers, de 75-jarige ‘dsk’ en zijn ex-vrouw, journaliste Anne Sinclair, inmiddels hoofdredacteur van de Franse editie van het online opinieblad The Huffington Post. dsk en Sinclair hebben aangegeven te walgen van de film, net als de Franse recensenten. Le Monde maakte het werk af als ‘één grote, zieke film’ en Libération schreef dat het om ‘slechte softporno’ gaat. Deze reacties hebben een zweem van chauvinisme, wat bevestigd wordt door de Franse producent Vincent Maraval, die eerder dit jaar op het festival van Cannes vertelde dat hij als gevolg van ‘zelfcensuur in de Franse filmindustrie’ geen plaatselijke financiering kon krijgen. In Cannes bleek vervolgens dat Welcome to New York niet mee mocht in het officiële programma van het festival en dat het werk in Europa slechts via online platformen te zien zal zijn.

Deze ontwikkelingen suggereren een bredere, culturele clash tussen Europa en Amerika die ook in de film naar voren komt. Aan de basis hiervan staat het oude idee dat ‘Europa’ voor Amerikanen een ruimte vormt waar de wortels van universele waarden van schoonheid en moraliteit liggen. Daar staat tegenover dat Europeanen in Amerika een land van onbegrensde mogelijkheden zien, een plaats waar culturele vrijheid hoog in het vaandel staat. De affaire-dsk leidde tot wederzijdse ontnuchtering: de vrijheid bleek in de ogen van Europa niets anders dan een dekmantel voor sensatie en ‘softporno’, terwijl Amerikanen zagen dat de man die de volgende president van Frankrijk had kunnen zijn alleen maar een oude viezerik was.

In Europa bleek de weerzin het sterkst uit een statement van Sinclair gepubliceerd op The Huffington Post. In een vreemde opmerking die niet nader wordt toegelicht, hekelt ze de niets verhullende wijze waarop de regisseur het groteske, naakte lichaam van Gerard Depardieu, in de rol van dsk, die in de film Devereaux heet, in beeld brengt. Vervolgens vindt ze de gesprekken tussen Devereaux en ‘haar personage’, Simone (Jacqueline Bisset), ‘ridicuul’. De voorstelling van de rol van haar familie tijdens de oorlog – haar grootvader was een joodse kunsthandelaar die moest vluchten voor het Vichy-regime – bestempelt ze als lasterlijk en antisemitisch. Het is een ‘vieze film’, aldus Sinclair.

Het is alsof Ferrara, kind van de stad, zegt: ik heb alles al gezien. Laat mij dan maar vertellen over die DSK

Door alle tegengestelde meningen liet duiding in de zaak-dsk lang op zich wachten. Urenlange shows op televisie en commentaren in Amerikaanse en Europese kranten brachten slechts sporadisch verheldering. Nieuws-als-entertainment overheerste. Ook de rechtszaak tegen dsk eindigde in onzekerheid, niet alleen wat betreft de vraag wat hij nu heeft gedaan, maar vooral qua motief en motivering. Wat dreef hem? Wat heeft hij precies met dat kamermeisje gedaan? Wat was de rol van zijn vrouw in de rechtszaak? En: wat betekent het allemaal in een bredere culturele of ideologische context?

Niemand heeft de antwoorden – behalve misschien Abel Ferrara, een 63-jarige katholiek uit de Bronx, een man die zijn carrière midden jaren zeventig begon met de hardpornofilm 9 Lives of a Wet Pussy, nota bene met zijn vriendin in de titelrol, waarna een serie ijzersterke films volgde over religie, moraliteit en verlossing, allemaal gesitueerd in zijn thuisstad. Met Welcome to New York wil Ferrara doordringen tot de essentie van wat in feite een tragedie is rond dsk, zijn vrouw en het kamermeisje. Het is alsof Ferrara, kind van de stad, zegt: ik heb alles al gezien, van de mean Bronx streets tot Wall Street hier in het centrum. Laat mij dan maar vertellen over die dsk waarover we in de kranten lezen. En dat doet hij: zijn film is een cynische onthulling van machtswellust als uitvloeisel van de tijdgeest.

Het opent met een niet-aansprakelijkheidsverklaring: een deel van de dsk-rechtszaak was openbaar, maar het verhaal dat volgt is toch echt verzonnen. Vervolgens vertelt Depardieu waarom hij deze rol wilde spelen. Hij haat politici. Hij is een anarchist. Titels. Muziek. America, the beautiful. Gevolgd door beelden waarin de mighty dollar van de drukpers rolt, en impressies van toeristen die haast zoekend ronddolen bij de standbeelden van George Washington en Abraham Lincoln. In het hotel arriveert de Franse zakenman Devereaux. De eerste orgie volgt snel, even vanzelfsprekend een onderdeel van het zaken doen als de lunch of de borrel. En als er een kamermeisje in de buurt is na een douche, dan is het misbruiken van haar ook business as usual. Of toch niet: de jonge vrouw doet aangifte.

Ferrara prikt de illusie door. Hier is geen beschaving, en tussen Europa en Amerika bestaat geen licht meer

Wat volgt is een soms woedende procedural waarin de motivering van de personages overheerst. In de beste scènes maakt Ferrara slim gebruik van de conventies van het genre – een politieverhaal waarin onderzoeksmethoden de pijlers van het verhaal vormen – om een politiek punt te maken. In interviews vertelt Ferrara geïnspireerd te worden door Pier Paolo Pasolini, de Italiaanse meester van het (post)neorealisme over wiens leven hij juist een film aan het maken is. Net als Pasolini zoekt Ferrara authenticiteit, zelfs wanneer vermoeide agenten de naakte Devereaux in de gevangenis fouilleren. ‘Yeah’, zegt Ferrara, ‘those are real detectives… How is an actor going to play that? Those guys are real, man, those are the guys that are there… That’s what they do, that’s how they do it. That’s it.’Dat raakt de kern, te meer wanneer er een andere cruciale scène volgt, waarin een advocaat de zaak tegen Devereaux doorneemt met de zakenman en zijn vrouw Simone. De advocaat is realistisch, hij zegt: ‘Dit is niet de werkelijkheid, maar een toneelstuk.’ Hij verduidelijkt vervolgens dat de zaak tegen Devereaux niet in een rechtszaal zal worden beslist, maar in ‘het gerechtsgebouw van de publieke opinie’. Zo ontstaan er tegengestelde krachten; feit en fictie werken op elkaar in, lopen door elkaar heen, botsen frontaal op elkaar. Real cops versus acteurs. De ironie is groot: zoals blijkt uit hun reacties op de film spelen de echte dsk en de echte Sinclair even goed toneel als Depardieu en Bisset in de rollen van Devereaux en Simone. En in het midden van dit krachtenveld bevindt zich de wereldwijze maker, de Amerikaanse ‘pornograaf’ uit de Bronx die met Pasolini in zijn hoofd op zoek gaat naar de waarheid van een nieuwsgebeurtenis die vanaf dag één een mediaspektakel was.

Voor de duidelijkheid: met zijn film doet Ferrara zelf hard mee aan het vormen van meningen over wat er gebeurd is. Maar hij gaat een stapje verder: hij diept het incident uit door het perspectief van het verhaal open te trekken. Aan het einde zijn de personages waar ze moeten zijn, ze hebben een ontwikkeling doorgemaakt, ze betekenen iets. Je zou kunnen zeggen: de film ontdoet de affaire van de afleiding die media hebben gebracht met het presenteren van dsk en Sinclair als stereotypen in nieuwsberichten vol clichés. Devereaux is zoveel echter dan dsk, ook al snauwt Simone hem toe: ‘Je verbuigt de werkelijkheid om je ambities te voeden.’

Dan, het moment. Ferrara, het een en ander gewend, windt er geen doekjes om. Hij laat Devereaux zeggen: ‘Ik heb me afgerukt op die dame. Op haar mond. Dat is mijn ziekte.’ Hij maakt geen excuses voor zichzelf, en Ferrara speurt genadeloos naar zijn motivering. In gesprek met een psycholoog zegt Devereaux niets te kunnen voelen. Zeker geen schuld. Want: ‘Ik geef geen moer om andere mensen.’ Woede schemert door in zijn woorden, alsof hij geen geduld heeft met wie hem niet kan begrijpen. Hij is wat hij is: een mens: ‘Niemand kan voor verlossing zorgen. Niemand wil worden verlost. Dat is een ironie die ik pas recent heb ontdekt.’

Verlossing is een illusie. Ferrara zoekt de redenen hiervoor in de wereld die hij zo goed kent, in de gevaarlijke straten, in de hachelijke hotelkamers. Gemene deler: de werking en verleiding van macht in een gesloten systeem. Wie macht heeft, zoals Devereaux/dsk, is ertoe veroordeeld die te misbruiken. Wie geen macht heeft, is gedoemd niets meer dan een gebruiksvoorwerp te zijn. ‘We are not property’, roepen protesterende hotelmedewerkers buiten vergeefs, terwijl dsk binnen terechtstaat.

Het systeem vreet zichzelf van binnen op, maar echte verandering komt er nooit, omdat niemand dat wil. Welcome to New York dringt door tot het hart van dit systeem, vormgegeven met dure hotelkamers en luxueus afgewerkte gangen waar mensen die onmogelijk rijk zijn rondlopen, bezoekers die in ‘exotische’ talen praten, afkomstig uit de ‘Oude Wereld’, oorsprong van de beschaving. Ferrara prikt de illusie door. Hier is geen beschaving, en tussen Europa en Amerika bestaat geen licht meer. Beide werelddelen zitten gevangen in een gesloten geheel dat zichzelf even snel opblaast als opnieuw uitvindt – een perpetuum mobile. Daarom is het laatste beeld dat van de man die dit alles belichaamt, starend naar de camera. Hij kijkt naar ons, wij naar hem.


Welcome to New York is te zien via video on demand


Beeld: Gerard Depardieu als Dominique Strauss-Kahn in Welcome to New York (Wild Bunch)