Annie MG telt liefst vijf Annie’s. Van baby Anna Maria Geertruida in 1911 (herhaald vragen kraamvrouw en ijsberende vader of het kind gezond is - twee eerdere Anna'tjes waren overleden dus rust zware hypotheek op dit meisje) tot Annie M.G. Schmidt die er in 1995 uitstapt. Ieder overtuigt, hoe groot ook de verschillen tussen de actrices en hoe gering het streven Annie te imiteren - door eigen kwaliteit; door de bindende kracht van scenario en regie. De serie volgt dunnetjes een tijdslijn - geboorte in één, dood in zeven - maar de openingsscène van de serie is de crematie van levenspartner Dick van Duijn en dan is zij al zeventig. Van oude Annie volgen we de laatste jaren, waarin ze passages uit haar leven terugziet. Zoals dat was of zoals ze het zich herinnert, wat, zoals bekend, niet per se of zelfs per se niet hetzelfde is.
Zeven afleveringen hinkstappen door de tijd, met sprongen die ook weer lang niet altijd chronologie kennen omdat ze ingegeven lijken door associaties en ‘madeleines’ van Annie, maar uiteraard ingegeven zijn door thematische en inhoudelijke keuzes van scenaristen Tamara Bos en Mieke de Jong. Dat Dana Nechustan, die ‘niets met Annie had’, de regie aannam kwam door de kwaliteit van hun scenario, dat inderdaad meesterproeve is, al maakt het het de liefhebbers van de rechte verhaallijn niet eenvoudig. Zeker niet als je ook nog Dick uit zijn kist laat stappen om in het crematorium een dansje met zijn weduwe te maken - dode die zeven afleveringen blijft verschijnen en verdwijnen. Meer Singing Detective en Six Feet Under dan Baantjer. Dat sluit meteen een deel van de kijkers uit, onder wie ook liefhebbers van Pippeloentje en Dikkertje Dap.
Tegelijk is de vertelling cirkelvormig. De overweldigende leader met zang, dans, acrobatiek en macht aan figuranten blijkt pas aan het eind van aflevering 7 inhoudelijk veel méér dan de vrolijke oppepper die hij ook is. En als dominee Schmidt aan zijn vijfjarige in aflevering 1 uitlegt dat de oproep aan de kerkgangers van Kapelle hun hart weg te schenken overdrachtelijk bedoeld was; dat ook de bijbel niet letterlijk genomen dient te worden (hij refereert aan Darwin!), maar dat het om verhalen gaat (‘echt gebeurd, dat is niet belangrijk, als het maar wáár is’), dan schept hij daarmee ruimte voor haar levensfilosofie, fantasie en schrijverschap, en ‘rechtvaardiging’ voor veel van haar mystificaties en onwaarheden. Tegelijk kun je in dominee’s credo dat van de scenaristen lezen: ook die vertellen middels niet of anders gebeurde voorvallen hun waarheid die overtuigend voorkomt. En die een fundament heeft in de biografie van Annejet van der Zijl. Eerder beval ik de serie aan op basis van afleveringen 2 en 4. Inmiddels zag ik ze allemaal. Enerzijds heb ik een enkele kanttekening bij eerste jubel. Anderzijds ben ik nog meer onder de indruk van de weerbarstigheid van thematiek en hoofdpersonage, en van het consequente gebrek aan behaagzin waarmee, ondanks veel lol, de zware kanten van dit (en het) leven zijn aangepakt. Meisje dat smacht naar lust en liefde maar daarbij vooral op ‘engerds’ stuit, ook al omdat ze bij wijze van spreken op dansles als laatste gevraagd wordt. Moeizaam gevonden liefde die zowel bevestiging als verstikking oplevert en die maakt dat ze niet alleen maar wel eenzaam is. En de last van ouderdom, ziekte, depressie en doodsverlangen - eerst bij de partner, dan bij zichzelf. Bijna genadeloos, ware het niet dat de serie ook gein en een wonderlijk soort troost biedt, zonder welke we kennelijk niet kunnen.
Annie MG, NPS/Vara, zondags, Nederland 2, 20.15 uur