Een ‘omgekeerde euthanasie’ noemt Minou Bosua de voorstelling op haar website. Die gaat namelijk over de levensdrift van haar moeder. Op haar 88ste bruist Jopie Bosua nog altijd van vitaliteit. Elke nieuwe dag begroet ze om vijf uur ’s morgens met blijdschap. En met een anderhalf uur durend yoga-achtig ritueel, zo zien we aanvankelijk op prachtige filmbeelden van Maasja Ooms, waarbij ze iedereen uit haar omgeving zegent, inclusief degenen die er niet meer zijn. Met haar eigen dood is ze bepaald niet bezig. Dat dit heel andere problemen kan opleveren dan de levenseinde-discussie die momenteel de publieke gemoederen bezighoudt, maakt haar dochter inzichtelijk en invoelbaar in Moeder mag niet dood. Een geestige, heel ontroerende krachtmeting met moeder Jopie. Zo ijzerenheinig optimistisch als de moeder is, zo zenuwachtig is de dochter. Die is zo bang dat haar moeder ineens sterft, dat ze nooit haar telefoon uit durft te zetten. Jopie meenemen op theatertournee blijkt een remedie. Dan kan er buiten het bereik van Minou niks met moeder gebeuren: theater als levensverlengende exercitie.
Maar dit eerste Minoux-project zonder Ingrid Wender, met wie Minou Bosua een decennium het ijzersterke, woeste duo De Bloeiende Maagden vormde, behelst een diepgaandere tegenstelling tussen moeder en dochter. Allebei hebben ze op jonge leeftijd te maken gehad met een ingrijpend verlies. Daar móeten ze elkaar toch in kunnen vinden, hoopt de dochter. Maar de boodschap die de kleine Minou van haar moeder kreeg, toen haar broertje plotseling stierf, was: doorleven en vooral niet huilen. En nu zit Bosua met een ‘verspreid verdriet’, dat maar blijft opduiken omdat het ‘niet gehuild is’ toen dat eigenlijk moest.
Anders dan in Niet meer zonder jou van Nazmiye Oral leidt de theatrale confrontatie tussen moeder en dochter niet tot een heftig gevecht. In het begin stelt Minou al dat ze de strijd eigenlijk heeft opgegeven. Ze toont de kracht van haar moeder (‘a warrior soul’) en beziet die met een liefdevolle mengeling van verbazing en wanhoop. Zo ervaren we hoe Jopie rust brengt met haar bezwerende rituelen, maar haar handen voor de oren slaat als Minou een verwoede poging doet om haar opgekropte verdriet eruit te huilen.
Een prachtig element in de mooi opgebouwde vertelling is een rei van dansende ouderen, die zo nu en dan in de voorstelling langskomen. Zij lijken uit het ondermaanse te komen, verwelkomd door de moeder die zo vanzelfsprekend met haar doden leeft. Ze belichamen ook de Franse dorpsbewoners uit een vakantieherinnering van Minou, toen ze met hun gezin op een pleinfeest belandden. Het geeft niet als je de passen niet kent, had iemand tegen haar gezegd toen ze allemaal in de kring waren opgenomen. ‘Als je de handen maar vasthoudt.’ En als Minou zich samen met moeder Jopie bij hen voegt, is dat de overbrugging van de afstand tussen twee zielen die elkaar niet kunnen bereiken. Soms kun je niet alles uitspreken en oplossen. Het enige wat er dan op zit, is je voegen in de dans van het leven. Als je elkaars handen maar blijft vasthouden.
Op tournee tot eind december, minoux.nl