Hebben de strijdkrachten van Isis daar al de macht gegrepen? Voor de Nederlandse soldaten en belastingbetalers zou het interessant zijn er iets over te horen.
In de afgelopen tien jaar zijn de verhoudingen in het Midden-Oosten drastisch veranderd. Toen zou volgens Condoleezza Rice, veiligheidsadviseur van president Bush, via de overwinning op Saddam Hoessein de hele regio openstaan voor democratie. Intussen is Syrië al een jaar of drie bezig zonder tussenkomst van buitenlandse machten zichzelf in een burgeroorlog te verwoesten. Egypte blijft een wankele dictatuur. In Libië is de oude dictator dood maar er is geen ordelijke staat verrezen. En in Afghanistan, waar het in 2001 allemaal is begonnen, zijn de verenigde westelijke machten nog niet in staat geweest een redelijk georganiseerde staat op te bouwen. De bureaucratie is corrupt, de president valt niet te vertrouwen en de fundamentalistische Taliban is een permanente bedreiging voor het regime.
Sinds de verrassende opkomst van Isis in Irak – met de nadruk op verrassend – groeit in de westelijke wereld opnieuw de bezorgdheid over dit land. Amerika stuurt driehonderd man speciale troepen, niet om te vechten maar om de Irakezen die kunst te leren. Minister van Buitenlandse Zaken Kerry is bij president al-Maliki op bezoek, waarschijnlijk om hem te vertellen hoe hij het beter kan doen. In Irak dreigt een burgeroorlog, melden de media. Dreigt? Als de aanvallende partij in opmars is, belangrijke steden en een grote olieraffinaderij heeft veroverd en in opmars naar de hoofdstad is, zou je zeggen dat de burgeroorlog al in volle gang is. Waarom die terughoudendheid?
Het Midden-Oosten in zijn geheel is een gebied dat voor het Westen van levensbelang is. En tegelijkertijd is het feitelijk een werelddeel dat eigenlijk sinds de Egyptische president Nasser in 1956 het Suezkanaal nationaliseerde in groeiende chaos verkeert. Staten worden aangetast door de tegenstelling tussen stammen, soennieten en sjiieten, modernisten en traditionalisten terwijl ze ook willen blijven deelnemen aan het spel van de internationale wedijver. Of de ayatollahs van Iran nog een kernwapen willen, weten we niet. Saddam Hoessein wilde van Irak een kernmogendheid maken en dat heeft hem het leven gekost, waarvoor het Westen met een praktisch verloren oorlog heeft betaald.
Thomas Piketty heeft dit jaar wereldfurore gemaakt door zijn boek over de groeiende mondiale tegenstelling tussen rijk en arm. Mij dunkt dat voor een universele historicus de tijd is gekomen om een universele opsomming te geven van de mislukkingen die ongeveer de afgelopen halve eeuw het beleid van het Westen in het Midden-Oosten hebben gekenmerkt. Natuurlijk met het aantal gesneuvelden aan beide kanten van het front en de kosten, maar vooral de strategische vergissingen en de gedachtegang die daaraan ten grondslag lag. Het bombardement op het Tora Bora-gebergte in Afghanistan om Osama bin Laden te doden, die daarna nog jaren heeft geleefd. De shock and awe waarmee Donald Rumsfeld de genadeslag aan Saddam wilde uitdelen. De strategische vernieuwingen van generaal Petraeus. Allemaal fouten die tot voortzetting van de catastrofes hebben geleid.
En nu, na bijna dertien jaar, blijkt het weer niet naar wens te gaan in Afghanistan. Vandaar dat ons kabinet op het idee is gekomen weer een missie te sturen. Het zou gaan om honderd man die onder bescherming van de Duitsers Afghanen trainen. Misschien dat een van onze landgenoten sneuvelt, maar dat is het risico van het vak, en ongetwijfeld zullen we daar ongelooflijk nuttig werk doen. In werkelijkheid is het ongelooflijk dat het kabinet het aandurft weer zo’n voorstel te doen.
Misschien zullen we daar een paar Afghanen leren hoe je een papaverteler moet arresteren, of we betrappen een door ons opgeleide Afghaanse agent op corruptie. Maar ik voorspel dat ook deze missie vergeefs zal zijn, feitelijk even zinloos als de hele oorlog van Bush jr. tegen Saddam Hoessein. Niet doen dus!