Leonard Retel Helmrichs drieluik over de Javaanse familie Sjamsudin is terecht alom bejubeld. Het betreft ‘theaterdocumentaires’ met speelfilmlengte en gemaakt voor bioscoopdoek. Het laatste deel, Stand van de sterren, komt op de televisie. Wie niet kijkt doet zichzelf te kort. Wel een kanttekening: de ondertitel Drie generaties uit één familie trotseren de globalisering klopt nauwelijks. Voorzover een mens zich al kan verzetten tegen een lawine lijkt de middengeneratie louter bezig te overleven, waarbij zoon Bakhti er ook nog een potje van maakt. Kleindochter Tari, de eerste die dankzij middelbareschooldiploma en offers van oma kan studeren, en die alle hoop van de familie belichaamt, verzet zich al helemaal niet. Die omarmt alles wat er aan consumentenelektronica en mondiale jongerencultuur over Indonesië komt, wat in combinatie met puberale hormonen en egocentrisme weinig hoop geeft. Oma Rumidjah trekt wel soms terug naar haar geboortedorp, maar dat is deels uit materiële nood.
In dat dorp begint de film, bloedmooi, want Helmrich is behalve felrealistisch chroniqueur van sloppenleven ook lyrisch natuurestheet. Oma vertrekt naar Jakarta en neemt afscheid van Tumisah, vriendin sinds de kindertijd. Gezien hun fragiliteit vreest de kijker dat het voorgoed is. ‘Hulp vragen aan de buren als het niet gaat’, raadt Rumidjah, maar Tumisah antwoordt: ‘Mijn mond is te verlegen.’ Aan het eind van de film keert Rumidjah terug, beduidend ‘sadder’. Het huis van Tumisah is afgesloten. Het lijkt verdomme wel een speelfilm. Niet ook dat nog, denkt de kijker. Godlof, daar verschijnt Tumisah met sprokkelhout voor haar oventje. Maar wat heeft Rumidjah als cadeau bij zich? Gasfles met kookplaat. (Ik zei toch: speelfilm.) Nu hoeft ze nooit meer te sprokkelen. Even lijkt Tumisah blij, maar als het aansteken niet lukt en ze bang is dat haar huis in brand zal vliegen, weigert ze het geschenk. Want hout is gratis, gas kost geld; en sprokkelen is lichaamsbeweging.
Dan begint Rumidjah over Tumisahs geslaagde familieleden. ‘Als die je elk vijfhonderdduizend rupiah (vijftig euro) geven, ben je rijk!’ Maar Tumisah reageert boos: ‘Heb je het nou nog niet door? Bezittingen nemen bezit van je. Kinderen maken je afhankelijk van dat geldsysteem. Ik ben al blij met mijn dagelijkse portie rijst. Ik ben gelukkig met wat ik heb.’ Op papier de onverdraaglijk heilige tekst van een scenarioschrijver met een Boodschap. Uit de mond van een bejaarde analfabete indrukwekkend.
Wie documentaires ziet vraagt zich geregeld af wat hem het recht geeft zo diep in andermans leven te komen. Dat geldt bij Bakhti en Tari, dat geldt ook bij de Brabantse varkensboerendochter Franka. Doof geboren, stom en met steeds meer verlies van gezichtsvermogen. Veel ellende, mooie film. Door vechtlust en eigenzinnigheid van Franka. Door de fraaie manier waarop de makers de technische problemen bij een zo gehandicapte hoofdpersoon hebben opgelost, tegelijk haar beperkingen voelbaar makend. Bijna onverdraaglijk het gesprek waarin Franka zich bij haar familie beklaagt over de kloof die zij tussen hen voelt. Botsing tussen een jonge vrouw die in internaten weggedreven is van een plattelandscultuur van weinig woorden en veel taboes; die alles bespreekbaar wil maken waarover men in Bakel geacht wordt te zwijgen, zeker met een camera erbij. Franka gaat door roeien en ruiten, de familie geeft, zacht uitgedrukt, geen krimp.

Leonard Retel Helmrich, Stand van de sterren. Holland Doc, Human, woensdag 16 november, Nederland 2, 20.20 uur.
Cinta Forger, Walther Grotenhuis, Morgen kan het donker zijn. NCRV, Dokument, zondag 6 november, Nederland 2, 20.20 uur