Tussen de repeterende cadans van de dance en de couplet-refrein-structuur van het popliedje zit een wereld van verschil – andere songstructuren, andere instrumenten en een andere instelling. Toch wordt die kloof de laatste jaren kundig gedicht. Zo gooit de band lcd Soundsystem hoge ogen in de jaarlijstjes van de popjournalisten over 2005 met een mix van elektronica en pop en de voormalige dj Tiga is met zijn album de smaakmaker van dit vroege jaar. Hoewel er tussen deze bands en About een hemelsbreed verschil zit, bewijst het wel dat er steeds meer mogelijkheden zijn voor gedurfde combinaties. Rutger Hoedemaekers (30) combineert zijn kunde als niet-afgestudeerd sonoloog met zijn experimenteerdrift en een goed oor voor een catchy popgeluid. Zijn debuutalbum Bongo plaatst hem in het kleine rijtje muzikanten die het gelukt is de bonte en diverse muzikale boel «bij elkaar te krijgen». In Nederland is hij één van de eersten.
«Today’s novelty is next year’s boredom», luidt de Engelse wijsheid; de muziekpers en het publiek storten zich jaarlijks massaal op nieuwe bandjes, uit angst de nieuwe Beatles te laten glippen. Zo worden op dit moment de tieners van de Arctic Monkeys doodgeknuffeld, terwijl ze niets anders doen dan een vertrouwd geluid in een fris jasje stoppen. Rutger Hoedemaekers lijkt meer in handen te hebben dan alleen «today’s novelty». Het Berlijnse label Cockrockdisco gaat About wereldwijd aanbieden.

Muzikanten komen in soorten en maten. De popsterren die meer dan honderd interviews per jaar doen praten op de automatische piloot zonder iets origineels te zeggen. Er zijn ook de bartypes, waar slechts één muntje in hoeft voor een verhaal van een halfuur. Zij in de elektronische hoek zijn vaak de introverte types. Het komt niet zelden voor dat die muzikanten tijdens interviews gewoon blijven doorwerken op de computer. Ook Hoedemaekers blijkt niet iemand die snel een ander op de schouders slaat en koetjes en kalfjes uit zijn mouw schudt, toch is hij openhartig en toegankelijk.

Hoedemaekers is een typische slaapkamercomponist. «Van Lego naar de computer is een overgang die best logisch is. Sinds ik op mijn twaalfde een Amiga-spelcomputer kreeg van mijn ouders en merkte dat je daarop ook muziek kon maken, heb ik niets anders meer gedaan», zegt hij na een optreden in het Arnhemse Kultuurhuis Bosch. «Ik had al eerder muziekles gehad, maar na die computer werd mijn trompet een stuk minder interessant en buiten spelen met vriendjes ook. Een sociaal dier ben ik nooit echt geweest. Opgesloten op een kamertje werken aan samples en liedjes was daarom niet nieuw. Van het gymnasium ging ik naar de havo en alle andere opleidingen daarna heb ik niet afgemaakt. Ik heb het nog geprobeerd op het conservatorium, maar bij de opleiding sonologie had ik vele opnamestudio’s tot mijn beschikking en woonde ik in een huis met andere studenten van die opleiding die ook allemaal apparatuur bezaten. Deze verleidingen leidden er alleen maar toe dat ik dagen en nachten lang voor mezelf muziek aan het maken was en dat er van de opleiding niets terechtkwam.»

W

Waar jonge muzikanten het vaak van hun energie moeten hebben, heeft Hoedemaekers zich ook de ingewikkelde compositietechniek eigen gemaakt. «Het kost niet veel tijd om een nummer te maken, binnen twee weken heb ik 95 procent van de muziek af», zegt hij. «Maar die laatste vijf procent kosten me wel veel tijd, omdat ik iets bijzonders wil maken, ik wil nieuwe combinaties zoeken. Je loopt het risico dat muziek al snel flauw wordt als je stijlen combineert. Zo ben ik weken bezig geweest om het ravegeluid uit de dance om te zetten naar gitaar. Doe je dat slordig, dan klinkt het echt heel flauw, een mislukte imitatie. Het was echt een strijd om dat goed te krijgen. Hoe diep wil je in de materie duiken? Ik ben bereid om diep te gaan, ik bestudeer de structuur van de stijlen en maak me de schema’s eigen, zodat ik ze naar mijn hand kan zetten. Dat wordt te weinig gedaan in de muziek, vind ik. Het kost nu eenmaal tijd en moeite om iets bijzonders te maken van een liedje. Niets is onmogelijk in de muziek, daarvan ben ik overtuigd.»

Eerder maakte Hoedemaekers minimale techno en bracht platen uit als Loona. Toen hij merkte dat hij bij het maken van deze muziek de neiging kreeg om alleen nog maar naar popmuziek te luisteren, besloot hij de techno te laten voor wat die was en zich te storten op pop. «Bands moeten samenwerken, daar heb je als eenling in de elektronica nooit mee te maken. Samenwerken betekent voor mij concessies doen; ik leer het nu wel, maar in mijn eigen muziek doe ik nog steeds geen concessies. Het is altijd al zo geweest dat ik, waar ik me ook in meng, niet helemaal bij mijn omgeving pas. Ik verbaas me over alle zelfopgelegde beperkingen van muzikanten. De meeste technomuzikanten luisteren alleen maar naar techno, of hooguit iets anders elektronisch, in ieder geval niet naar gitaar of drums. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de hele elektronische scene. De regels van de subcultuur zijn wet, er wordt bijzonder weinig buiten de eigen beleving gekeken. Het verbaast me ook dat de wereld van de bandjes veel vrijer is in haar muziekkeuze.»

Z

Zoals zijn openhartige manier van spreken verschilt van de eerste introverte indruk die hij geeft, zo verschilt About ook in zijn optredens van zijn muzikale soortgenoten. Makers van elektronische muziek verschuilen zich doorgaans bewegingloos achter laptop of knoppenapparatuur. About zoekt bewust het contact met zijn publiek, of dat nu in groten getale is komen opdagen of slechts een handjevol is, zoals in Arnhem. Hoedemaekers gaat zingend en springend over het podium, aangemoedigd door muzikale sparringpartner Marg van Eenbergen (bekend van de bands Seedling en gram), die naast hem met gitaar en zang een zelfs nog grotere energie tentoonspreidt. Hoedemaekers: «Het was aanvankelijk de bedoeling dat zij mijn zangpartijen voor haar rekening zou nemen, ze is een geweldige podiumartieste. Maar daar voelde ze zich uiteindelijk niet prettig bij. Toen hebben we besloten dat ik zelf zou zingen. In het begin scheet ik zeven kleuren stront, maar inmiddels is optreden een soort verslaving geworden en wil ik het zo veel mogelijk doen. Ik ben behoorlijk introvert, maar de fysieke beleving van muziek heeft zo’n aantrekkingskracht op me dat optreden een behoefte is geworden, iets wat ik nooit in deze mate had verwacht. Al mijn muziek is dansbaar en dat wil ik ook laten zien, ik ga niet stilstaan.»

Die instelling deelt Hoedemaekers met zijn labelbaas Jason Forrest, een in Berlijn wonende Amerikaan. Ook die stuitert bij optredens hyperdynamisch over het podium. «Hij gebruikt zijn achtergrond als kunstenaar ook in de muziek», zegt Hoedemaekers over Forrest: «Hij is gewend om dingen te analyseren en zichzelf de vraag te stellen waarom hij bepaalde kunst interessant vindt. Dat doet hij ook met muziek. Hij legt het onder de loep, dat maakt je bijzonder zelfkritisch. Ik heb dat ook een beetje, ik zet altijd in op 120 procent en eindig vaak op tachtig procent. Ik ben zeer tevreden over de nummers op mijn album, maar ik zou ze nu op een heel andere manier maken. Dat heeft als gevolg dat mijn volgende album waarschijnlijk ook anders gaat klinken dan dit album, commercieel niet slim, maar muzikaal wel interessant.»

«I

k ben al tevreden als er maar een paar mensen meebewegen in het publiek», zegt Hoedemaekers. «Dat zou ik echt missen als ik ingewikkelde muziek zou maken waar het publiek alleen stil naar kan luisteren. Ik ben te veel een popliefhebber om te kiezen voor die richting. De concessie richting pop wil ik dan ook maken. Ik wil het alleen zo verpakken dat de muziek behalve leuk ook interessant is.» Het is die balans waar Hoedemaekers naar op zoek is. Het is pop, dus moet de muziek simpelweg populair zijn, maar het is ook een vorm van kunst, dus moet de muziek tegelijkertijd interessant zijn. Het brengt het publiek tijdens zijn optredens in verwarring. De geluidsman weet niet zo goed of hij nu de gitaar, de zang of de elektronica het hardst moet uitversterken. Deejays en muzikanten in de elektronische hoek bepalen vaak zelf ter plekke hun geluid, bandjes laten dat doen door een geluidsman. About, die zich in het schemergebied daartussen bevindt, is moeilijk te plaatsen.

Het is de Zappa-variant. Muziek waarover is nagedacht. Voor de liefhebbers van de rock-’n-roll-mythe is dat vloeken in de kerk, want popmuziek en intellectualisme zouden elkaar bijten. Maar net als Zappa bewijst Hoedemaekers dat een goed doordacht concept goed kan klinken. Beticht worden van intellectualisme zal het laatste zijn waar hij om maalt. «I want to be/ Erik Satie/ or modest», zingt hij op Nogato. «Ik wil heel veel», zegt Hoedemaekers, die zijn album al een jaar af heeft, maar moet wachten vanwege het releaseschema van de platenmaatschappij. «Ik zou het liefst willen dat het project About heel groot wordt. Het zou kunnen, de randvoorwaarden zijn goed. Het label heeft alles netjes op orde, dus theoretisch kan het album een succes worden. Als ik realistisch ben, denk ik dat de muziek toch nog iets te moeilijk is voor het grote publiek. Dan hoop ik maar dat de muziek positief genoeg wordt ontvangen om mij verder te laten werken aan een volgend album en er een paar leuke optredens aan over te houden. Ik vind het nu erg spannend. Ik zit in het niemandsland tussen een album dat af is en het moment dat de eerste publieke reacties komen. Het album ligt bij me thuis. Ik mag het nog aan bijna niemand laten luisteren.»

=

Bongo van About (Cockrockdisco) wordt op 13 maart uitgebracht.

www.whataboutabout.com