Een muur van geld. Dat is wat de ‘echte’ wereld van spullen, natuur, beleving, technologie en de rest scheidt van de economische beslissingen die investeerders en bedrijven nemen. Een CEO van een grote producent vaart op spreadsheets die gaan over winst, aandelenkoersen en omzet. Alles is financieel. Of neem een pensioenfonds dat groen wil investeren. Er wordt dan een groene obligatie gekocht. Dat daardoor ergens ter wereld de uitstoot daalt is wel de bedoeling, maar doorgaans ook een vraag. Waar het om gaat is de beleggingsportefeuille: daar zit een groene obligatie in. Het financiële representeert het reële, zo is het gegaan sinds we ooit geld, krediet en schuld bedachten.
Ook in 2023 zit de werkelijkheid van welzijn en klimaat dus achter die muur van geld. Ze breekt er normaal gesproken niet doorheen, tenzij de winst gevaar loopt. Dan moet Shell zich druk gaan maken over olievervuiling in Nigeria, of Heineken over zijn Russische bierverkoop. Maar dat zijn incidenten, en geen staande praktijk.
De muur van geld is het netvlies van bedrijven, investeerders en overheid. Ze kunnen er niet omheen kijken – het ís hoe ze kijken. Dat is geen probleem, zolang financiële winst samenvalt met vooruitgang in welvaart, duurzaamheid en geluk. Nu die veronderstelde relatie steeds meer bevraagd wordt, doen we pogingen om van het netvlies een bril te maken. Die kun je vervangen door een andere. Met behulp van green accounting rapporteren bedrijven nu ook over milieu, mensenrechten en beloningsbeleid. Wie wil sparen bij een bank krijgt niet alleen de rente te horen, maar ook hoe groen de bank is. In de supermarkt liggen de groene ambities in het vriesvak.
Het idee is dat spaarders, investeerders en consumenten zo een andere bril aangereikt krijgen. Helpt het? Wel als je gelooft in het leerstuk van de consumentensoevereiniteit. Laat kopers, spaarders en investeerders die nieuwe bril opzetten, dan gaan ze anders kiezen. Et voilà: we krijgen een ander soort economie. Het is het verweer van Shell tegen Urgenda, en van de banken tegen Finance Watch. Geconfronteerd met hun gedrag wijzen ze naar de consument: als die niet anders kiest, staan wij machteloos.
Klopt dit? Slavek Roller, promovendus in Groningen, heeft het uitgezocht voor de farmaceutische industrie. Het bedrijf Eli Lilly verving in 2004 zijn antidepressivum fluoxetine, waarvan het patent verlopen was, door duloxetine. Moleculair gezien was dat wel een nieuw middel, maar de Canadese Patented Medicine Prices Review Board oordeelde dat het niet beter werkte dan het oudere fluoxetine. Dat was echter niet meer gepatenteerd en dus onvoldoende winstgevend. Het loonde om tegen enorme kosten een nieuw middel in de markt te zetten. Ely Lilly spendeerde in 2012 meer aan advertenties voor duloxetine dan er aan enig ander medicijn in de VS besteed werd. Het werkte, want de omzet bereikte in dat jaar al vijf miljard dollar – en dus zonder dat dit gezondheidswinst weerspiegelde.
Zo gaat het vaker: in de jaren 2010 werd in Amerika 150 miljard dollar geïnvesteerd in onderzoek, en er werd een biljoen dollar aan omzet per jaar geboekt – terwijl de levensverwachting in Amerika daalde, onder andere door de opiatenverslaving. Een bedrijf als Purdue Pharma verdiende zwaar aan OxyContin-pijnstillers, veel Amerikaanse consumenten van het spul verloren (de kwaliteit van) het leven door verslaving en overdoses. Winsten in de gezondheidsindustrie gaan niet per se samen met meer gezondheid.
Roller creëerde een unieke dataset om te onderzoeken hoe het anders kan. Daarin observeerde hij hoe het contract van managers in farmaceutische bedrijven in elkaar zit. Worden ze volgens het standaardmodel beloond voor ‘aandeelhouderswaarde’ (hogere beurskoersen) of (ook) voor maatschappelijke waarde, in de vorm van gezondheidswinst? Door die twee aan elkaar te koppelen kon hij concluderen dat het aandeelhoudersmodel niet goed werkt. Winst en beurskoersen zijn onvoldoende verbonden met gezondheidswinst. Maar waar de beloning voor managers direct gekoppeld werd aan de gezondheidswinst van de medicijnen die zij op de markt brachten, daar presteerde een bedrijf ook beter in termen van gezondheid.
Het is niet verbazingwekkend, maar wel heel belangrijk. De beslissende actie ligt misschien binnen het bedrijf, niet bij de consument. Alleen daar kan de muur van geld doorbroken worden. Nieuwe brillen werken echt, mits op de juiste neus geplaatst.
Reageren? bezemer@groene.nl