Eind vorige maand verscheen het eerste nummer van een volkomen vernieuwde Index, onder leiding van de nieuwe hoofdredacteur Ursula Owen, oprichtster van de succesvolle vrouwenuitgeverij Virago Press. Het tijdschrift, dat nog maar zes keer per jaar zal verschijnen, is een aantrekkelijk ogend boekje met naast de aloude ‘index index’, ‘a record of those not free’ en naast de bekende analyses van censuur in verschillende landen een aantal algemene beschouwingen die gelukkig niet in edele gemeenplaatsen vervallen. Dat de cliches zo weinig opduiken komt onder meer omdat de redactie heel bewust de gedachten laat gaan over de veranderende wereld, een veranderende wereld waarin censuur dikwijls niet meer het vertrouwde akelige gezicht heeft.
Voor 1989 was het beeld van censuur monolitisch: er waren twee grote ideologieen die twee machtsblokken beheersten. In Index dus veel informatie over de onderdrukking van het vrije woord in Oost-Europa. In deze tijd van fragmentatie is censuur eerder plaatselijk, is het, zoals Stephen Spender schrijft, eerder een fenomeen dat verbonden is met etnische conflicten, met groepen die zichzelf als een volk zien en andere groepen uitsluiten. De nieuwe Index on Censorship stelt dan ook vragen naar de eventuele grenzen van de vrijheids van meningsuiting: moeten ook nationalisten, racisten en seksisten hun stem vrij kunnen verheffen? Ja, vindt Ronald Dworkin, hoogleraar recht aan de universiteit van Oxford. Dat sommige mensen verfoeilijke en kwetsende uitspraken doen, is de prijs die voor de vrijheid betaald moet worden. Hoe verleidelijk het ook is om grenzen te willen stellen, juist degenen die met rechtvaardigheid hoog in het vaandel de hate-speech van anderen willen verhinderen, zijn de nieuwe vijanden van de vrijheid van meningsuiting.
Neem Canada. Het door feministen bedongen voorbehoud op persvrijheid trof ironisch genoeg het eerst prominente homoseksuele en lesbische auteurs, een radicale zwarte feministe die ervan werd beschuldigd aan te zetten tot haat tegen witten, en anti-pornoactiviste Andrea Dworkin zelf.
De twee mooiste bijdragen van Index betreffen het voormalige Joegoslavie. Salman Rushdie geeft toe dat hij Sarajevo nog nooit heeft bezocht. Toch voelt hij zich een balling van de stad: ‘There is a Sarajevo of the mind, an imagined Sarajevo whose ruination and torments exiles us all.’ Want als Sarajevo ergens voor staat, dan is dat voor een stad waar tolerantie, pluralisme en het vreedzaam naast elkaar bestaan de voornaamste waarden zijn.
Dubravka Ugresic schreef een pijnlijk scherp essay over de leugencultuur die in Kroatie heerst. De oorlog heeft niet alleen kerken, bruggen, steden, bibliotheken en spoorlijnen vernietigd, maar ook ideologische noties, normen en waarden en mythen. Met de waarheid van voor de oorlog is krachtig korte metten gemaakt. De geweren, granaten, moorden en etnische zuiveringen hebben bovenal het geheugen van het voormalige Joegoslavie weggevaagd: ‘What is being built on the ruins is the new truth, the one that will one day be the only memory.’
Dichters & Denkers
Nieuwe censuur
Index on Censorship, The Magazine for Free Speech, 256 blz., $6.99. Abonnementen: Stichting Index on Censorship Nederland, p/a Theater de Balie, Kleine-Gartmanplantsoen 10, 1017 RR Amsterdam.
In 1968 ontving de Engelse schrijver Stephen Spender een naar het Westen gesmokkelde brief van de Russische dissident Pavel Litvinov, met het verzoek een comite op te richten dat wereldwijd de aandacht op censuur zou vestigen. Litvinovs brief betekende het begin van het in Londen gevestigde Index on Censorship, het maandelijkse tijdschrift met artikelen over censuur, teksten van monddood gemaakte schrijvers en elke aflevering weer een treurig stemmende kroniek van schendingen van het mensenrecht op vrijheid van meningsuiting - droge berichten over gecensureerde, gevangen genomen, gemartelde en vermoorde schrijvers en journalisten. Index on Censorship was een noodzakelijk maar nogal saai tijschrift: de principiele stukken over censuur leverden vaak nobele maar weinig verrassende beginselverklaringen op en het blad was in een weinig uitnodigende lay-out op grauw papier gedrukt.
www.groene.nl/1994/23