
Jarenlang leek het goed te gaan met de bestrijding van luchtverontreiniging en fijnstof in Nederland. Milieubeleid had effect: de uitstoot van het verkeer en de industrie nam met tientallen procenten af door de afgedwongen introductie van roetfilters en katalysatoren, ook al werd de werking van de laatste gedeeltelijk tenietgedaan door sjoemelsoftware in sommige automerken. Langzaam maar zeker klaarde de lucht op. Alleen de landbouw onttrok zich aan het goede nieuws. Door de introductie van stallen met (tien)duizenden vrije-uitloopkippen is met name de uitstoot in de pluimveesector in vijftien jaar meer dan verdubbeld.
Maar aan de dalende tendens in de industrie is nu een eind gekomen. De grootste 306 vervuilers zijn zelfs in de laatste vier jaar niet minder maar méér gaan uitstoten, blijkt uit berekeningen die De Groene Amsterdammer maakte op basis van cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (rivm). De uitstoot steeg met zeven procent.
Dit is slecht nieuws, want fijnstof is dodelijk. Naar schatting sterven er jaarlijks vijfduizend mensen voortijdig door deze vorm van luchtverontreiniging, vaak na een langdurig ziekbed, en de gemiddelde leeftijd wordt er met dertien maanden mee bekort. Meer dan een miljoen mensen ondervinden regelmatig ernstige hinder omdat de deeltjes de effecten van ziektes als astma en bronchitis verergeren.
In twee recente rechtszaken, allebei aangespannen door Milieudefensie, is de Nederlandse staat dan ook aangeklaagd voor het stagnerende fijnstofbeleid. In de eerste zaak velde de rechter een vernietigend oordeel: de Nederlandse regering moet onmiddellijk maatregelen treffen om de luchtverontreiniging aan te pakken op plekken – vaak bij drukke wegen in de grote steden – waar de Europese norm veelvuldig wordt overschreden. Demissionair staatssecretaris Sharon Dijksma liet weten de aanpak van luchtverontreiniging te willen versnellen, zodat de Europese normen niet meer overschreden worden.
Het zijn echter juist die normen die ter discussie staan in de door Milieudefensie aangespannen bodemprocedure die vorige maand behandeld werd – uitspraak in januari. In de Europese normen zijn bedrijven verplicht de ‘best beschikbare’ schone technieken toe te passen. De commissies die deze technieken bepalen staan echter onder grote invloed van Europese industriële lobby’s die vooral de economische haalbaarheid voor de armlastige industrie in Zuid-Europa benadrukken. Hierdoor zijn deze normen veel minder streng dan de grenzen die door de Wereldgezondheidsorganisatie (who) zijn opgesteld op basis van medisch onderzoek.
Onlangs kwamen de eerste beelden naar buiten van de Europese Sentinel-5P-satelliet die wereldwijd de luchtverontreiniging in de gaten houdt. In Europa blijkt naast het Ruhrgebied en de Po-vlakte een groot deel van Nederland een van de vuilste gebieden te zijn. De afbeelding op pagina 14 van dit blad maakt in één oogopslag duidelijk dat verdergaande maatregelen noodzakelijk zijn.
Het bestaande beleid is uitgewerkt, suggereren insiders naar aanleiding van de Groene-cijfers. De Nederlandse bedrijven hebben voldoende maatregelen genomen om de Europese normen te halen, maar zullen uit zichzelf niet méér doen om tot een schonere lucht te komen, een enkele uitzondering daargelaten. Nieuwe dwang – in de vorm van strengere normen, zoals die van de who – zal nodig zijn om ze een volgende stap te laten zetten.
Het werkte vijftien jaar geleden, wat let ons om de wetsmacht van de overheid opnieuw van stal te halen?