
Het wordt immers al gauw gemakzuchtig cynisme over de concurrent: dat doen ze niet goed, dat valt toch tegen, daar zit geen toekomst in. Voor je het weet ben je de betweter die het zelf niet beter kan. En dan weet je wat je te wachten staat: zodra je eigen platform dan van start gaat, krijg je de boomerang in je gezicht. Wijnberg maakt verwachtingen niet waar. #fail. Ik zie de retweets al stromen.
Laat ik daarom vooropstellen: goed dat traditionele media überhaupt durven te innoveren. Niet elke vernieuwing is per definitie een vooruitgang, maar geen vernieuwing is per definitie géén vooruitgang. Bij elke #fail die op Twitter de revue passeert, weet je in ieder geval zeker: er is tenminste wat geprobeerd. Iets nieuws is in die zin altijd goed nieuws.
Voor wie gemist heeft wat er allemaal van start is gegaan: De Pers heeft een digitale doorstart gemaakt als De Nieuwe Pers. Vernieuwend is vooral het feit dat je je kunt abonneren op individuele journalisten – een trend die al heel lang voorspeld wordt, maar tot nu toe door niemand werd aangedurfd. Verder heeft nrc.next eennieuwe vormgeving gekregen, met een bijbehorende nieuwe indeling: Weten, Denken en Doen. Toen ik daar nog hoofdredacteur was, hadden we al afscheid genomen van het achterhaalde ‘binnenland’, ‘buitenland’, ‘economie’ – een model van de wereld dat de lezer terugvoert naar de jaren vóór globalisering en grensoverschrijdende problematieken – en dit is daar in feite een vervolg op. Tegelijkertijd kwam moederkrant NRC Handelsblad met een nieuw digitaal product, de NRC Reader, waar de lezer voor vijf euro per maand een selectie van de beste artikelen en analyses uit de krant aantreft. Tot slot ging ook The Post Online van ex-GeenStijler Bert Brussen de lucht in – een vervolg op de ‘rechtse’ opiniesite Jaap.nl.
Wat onmiddellijk opvalt, is dat de meeste vernieuwing vooral schuilt in de vorm. De Nieuwe Pers heeft weliswaar een nieuw abonneemodel, maar inhoudelijk is het meer van wat er al is: artikelen over onderwerpen die je overal al aantreft. Hoogstens het toontje is anders. Ook voor de next geldt: nieuw uiterlijk, zelfde inhoud. Zoals ook de NRC Reader een NRC Light is, voor mensen met weinig tijd. The Post Online, ten slotte, is gewoon: de Privé meets HP/De Tijd. Roddels en meningen.
Het zijn, kortom, vooral nieuwe jasjes. Andere verpakkingen van hetzelfde product. Andere manieren om dezelfde soort informatie, die op dezelfde manier wordt gemaakt, aan de man te brengen.
Wat ontbreekt, is een fundamenteel andere inhoud, die voortkomt uit een fundamenteel andere manier van journalistiek bedrijven. Een platform dat vragen beantwoordt die elders ongesteld blijven, zoals: wat heeft Nederland teruggekregen voor de almaar duurder wordende deelname aan de JSF? Of: welke politieke geschiedenis is er voorafgegaan aan die exorbitant gestegen salarissen in de bankensector? Vragen die vereisen dat een journalist anders gaat werken: niet reageren op wat de dag ervoor is gebeurd en een dag later al weer is vergeten, maar graven en spitten in een ontwikkeling die volgende week ook nog ons leven bepaalt. Dat vereist op zijn beurt weer een heel ander soort productiemodel: eentje waarin de journalist geen vakken vult in een vooraf bedacht format, maar waarin de uiteindelijke vorm en deadline worden bepaald door de inhoud. En dat heeft weer verregaande consequenties voor de belofte aan de lezer: die moet zijn verwachting dat hij iedere dag op een bepaald tijdstip een vast pakketje informatie krijgt, inruilen voor de verrassing dat hij bediend wordt als er een nieuw inzicht te melden valt. Alleen op die manier raakt de vernieuwing ook de inhoud.
Collega-columnist Chris van der Heijden beschreef drie weken geleden op deze plek zijn bezoek aan een congresje over media aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Volgens hem was de bijeenkomst in één woord samen te vatten: onzekerheid. ‘Er is niemand die weet welke kant het met de media op gaat. Iedereen zoekt, onderzoekt, suggereert, voorspelt, maar de gemeenschappelijke noemer van al die bezigheid is eerst en vooral niet-weten: verwarring.’
Van der Heijden raakt hier de essentie van het probleem waar de journalistiek mee kampt. Er wordt gezocht naar vorm, zonder te weten welke inhoud erin zou moeten passen. Welke vragen willen journalisten eigenlijk beantwoord zien? Als op die vraag een antwoord komt, volgen het abonneemodel, de technische snufjes en het kleurenpalet van de app vanzelf. Anders blijven het slechts andere jasjes. Dat heet verandering, geen vernieuwing.