Vicky Krieps als Chris en Tim Roth als Tony in Bergman Island van Mia Hansen-Løve © September Film

Man en vrouw, beiden filmregisseur, reizen samen af naar een residentie om aan iets nieuws te werken. Hun dochtertje is bij familie ondergebracht. Hij loopt over van de ideeën, bij haar stokt het. Hij schrijft, zij talmt, kijkt filmpje dochter, hangt om de man heen, uitdagend, in onderbroek en met open geknoopte bloes. Hij, verstoord van zijn werk opkijkend: ‘Zoek je iets?’

Het heeft iets klassieks, de kwestie die Mia Hansen-Løve aansnijdt in haar nieuwe film, die van de mannelijke versus de vrouwelijke creativiteit. Op het stereotype af, ware het niet dat deze film, getiteld Bergman Island, zich afspeelt op, inderdaad, het eiland waar de wereldberoemde Zweedse regisseur Ingmar Bergman werkte, woonde, stierf. Deze context tilt de film op tot een metavertelling, te ironisch om een manifest te zijn, te beladen om ‘zomaar’ een relatiedrama te zijn.

En dan is er ook nog saillante informatie van de bijsluiter. Niet noodzakelijk om de film op waarde te kunnen schatten, maar wel om hem te kunnen duiden. De regisseur schreef haar film net nadat ze gescheiden was van de veel oudere, en misschien wat bekendere, regisseur Olivier Assayas, met wie ze een dochter heeft, en die interessante ‘vrouwen’-films maakte als Clouds of Sils Maria, met Juliette Binoche, en Personal Shopper, met Kristen Stewart.

Hansen-Løve leerde hem kennen toen ze als zeventienjarige scholiere debuteerde in een van zijn films. Assayas was toen 43. Twee jaar later heeft ze opnieuw een rol in een film van hem, én zijn ze geliefden. Wat moet je ervan zeggen, behalve dat het kennelijk zo gaat, met de machtige man en het ambitieuze meisje. De voorspelbaarheid hiervan heeft iets naargeestigs, maar menselijkerwijs moet je de mogelijkheid open houden dat beide partijen baat kunnen hebben bij zo’n asymmetrische verhouding. In het beste geval – en dat geldt voor Hansen-Løve – levert het interessante kunst op.

In twee van haar vorige films, Un amour de jeunesse (2011) en L’avenir (2016) reflecteert ze indringend, om niet te zeggen aangrijpend, op de liefde in de verschillende stadia van het meisjes-/vrouwenleven. De ene film is een weemoedige recapitulatie van de hevige adolescente liefde van Camille en Sullivan. Als Sullivan naar het buitenland vertrekt en niets meer van zich laat horen, hervindt Camille langzaam haar zelfvertrouwen door de aandacht van een veel oudere man. Hansen-Løve is er een ster in om in kleine scènes, subtiele dialogen, duidelijk te maken dat de jongen bij terugkomst géén idee heeft hoezeer hij zijn eerste liefde ontrouw is geworden in haar ogen, hoezeer het voorbij is, voorgoed voorbij. En hoe verdrietig dat besef is.

En dan die andere film, L’avenir dus, waarin Isabelle Huppert schittert als de ouder wordende docente filosofie die zich opnieuw moet zien te voegen in haar tijd. Haar boeken worden niet meer uitgegeven, haar man verlaat haar, en de flirt met een van haar studenten pakt eerder confronterend dan troostend uit. Ik ken mensen (v) die de film niet aankunnen, zelf zag ik hem vier keer, de vijfde zit eraan te komen.

Vicky Krieps als Chris en Tim Roth als Tony in Bergman Island van Mia Hansen-Løve © September Film

Bergman Island past in de reeks, maar is raadselachtiger. Op een fijne manier overigens, er zitten shots in de film die onmiddellijk indruk maken, en blijven hangen, juist omdat het niet klip en klaar is wat ze betekenen. Het heeft te maken met de raamvertelling die de film óók is, wat sprongen in de tijd met zich meebrengt, en een schakeling tussen wat ‘echt’ gebeurt en wat wordt bedacht. En dan, on top of it, is de film ook nog eens een commentaar op het zwaarmoedige soort kunst dat we hebben leren waarderen en liefhebben dankzij een regisseur als Ingmar Bergman.

‘Ik hoop dat hij meer plezier had in zijn leven dan in zijn films’, zegt Chris bij aankomst op het eiland. Zij is de vrouwelijke helft van het regisseursechtpaar, en wordt gespeeld door de 38-jarige Vicky Krieps, bekend van haar lichaamloze rol in Phantom Thread van P.T. Anderson. Hansen-Løve geeft haar wat meer vlees op de botten, en vooral een doorleefder, eigen gezicht. Chris verbaast zich bij aankomst op het eiland Fårö, dat ze al helemaal denkt te kennen door een leven lang naar Bergmans films te hebben gekeken, hoe ongecompliceerd mooi de omgeving is, hoe lieflijk en mooi de huizen zijn. Waar zijn de onmetelijke kiezels op het grauwe steenstrand waarop Bergmans vrouwen staan te roepen in de wind? De dorre, knoestige bomen waartegen ze moegestreden neerzakken?

In Bergman Island laat Hansen-Løve de zon schijnen, de hele tijd. Niet de misthoorn van de ferry klinkt, maar tinkelende harpmuziek als Chris door het bos fietst. Alleen dat fietsen al is van een ongekende on-bergmaniaanse vitaliteit, en het bos is knapperig, groen en licht doorlatend. ‘Waarom heeft hij nooit geluk onderzocht?’ vraagt Chris zich af. Het lijkt me de sleutelvraag van deze film.

Chris en haar man, Tony, een heel natuurlijke seniorenrol van de 61-jarige Tim Roth, krijgen onderdak in het huis waarin ook Scènes uit een huwelijk is opgenomen, zoals de Zweedse gastvrouw hun knipogend vertelt. ‘Is dit wel een goeie plek voor mij om te schrijven?’ vraagt Chris zich af. ‘Ach’, reageert Tony. En, alsof hij iets geruststellends zegt: ‘Niemand verwacht van jou een Persona.’ Als ze hem later deelgenoot probeert te maken van wat ze dan wél aan het maken is, luistert hij maar half.

De man gaat de wereld in met zijn werk, de vrouw sluit zich er juist in op

Hij: ‘Vertrouw op jezelf.’
Zij: ‘Iets houdt me tegen.’
Hij: ‘Nou, doe dan iets anders. Schrijf iets anders.’
Zij: ‘Ja hoor. Alsof ik honderd projecten in mijn hoofd heb.’

Zelf geeft hij in de filmzaal van Bergman een gastcollege over zijn werk, en legt aan het bewonderende publiek uit bij voorkeur te werken vanuit een vrouwelijke protagonist. Zoals Bergman zelf overigens ook deed, in films als Persona en Geschreeuw en gefluister, nabije getuige als hij was van, zo niet medeplichtig aan, de geplaagde vrouwelijke ziel.

Hoe Bergman het in gudsskull voor elkaar kreeg om drie films per jaar te maken, meer dan zestig films te maken, 170 toneelstukken, en dan ook nog negen kinderen te hebben bij zes vrouwen… Gewoon natuurlijk. ‘Stel je voor dat hij de luiers was gaan verschonen’, merkt iemand van het Bergman-genootschap op. ‘Dan had hij ons nooit dit werk kunnen nalaten.’

Ondertussen krijgt het scenario waaraan Chris werkt vorm. Het is het verhaal van twee vroegere geliefden, Amy en Joseph, die elkaar opnieuw ontmoeten op Fårö, waar een gemeenschappelijke vriend zijn bruiloft viert. Amy wordt gespeeld door Mia Wasikowska, frisser en blonder dan ooit, Joseph door de lievelingsacteur van Joachim Trier, pas nog te zien in diens The Worst Person in the World, de intrigerende Anders Danielsen Lie.

Waar in real life de hartstocht tussen de echtelieden ontbreekt, vlamt die tussen de fictieve personages op. Overeenkomstig is echter de aan zichzelf genoeg hebbende houding van de beide mannen, terwijl de vrouwen maar om hen heen aan het fladderen zijn, hunkerend naar aandacht, aanraking, íets. Als Amy zich door een vriendin de dansvloer op laat trekken om op Abba te dansen, The Winner Takes It All, en Joseph zich zomaar uit de voeten blijkt te hebben gemaakt – in plaats van naar haar te blijven kijken! – is ze radeloos, en begint het Grote Wachten op hem.

‘Daar ben ik nu’, vertelt Chris aan Tony. ‘Joseph is weg, Amy is gebroken.’

Tony zit op zijn telefoon te kijken, Chris houdt aan: ‘Denk je dat het een film is?’

‘Dat hangt van jou af’, zegt Tony.

Op haar vraag om hulp gaat hij niet in. Hij heeft wat anders aan zijn hoofd, een afspraak op het vasteland met producers. De man gaat de wereld in met zijn werk, de vrouw sluit zich erin op. In haar schriftje een blanco pagina, met grote letters schrijft ze: ‘Epiloog’.

In Bergmans woonhuis, waar ook zijn filmzaal is, en zijn films rijendik in de kasten staan, komen de echte en de fictieve werkelijkheid van Chris samen. De lucide flirt met de plaatselijke gids loopt moeiteloos over in een gevaarlijker flirt van de regisseur met haar mannelijke hoofdrolspeler. Hansen-Løve tovert een intimiteit op het doek die in het universum van Bergman nooit op deze manier gestalte zou krijgen. Twee mensen die zich tot elkaar voelen aangetrokken en die elkaar aankijken in een soort melancholieke berusting, in plaats van tot iets slordigs over te gaan. Hoeveel keelsnoerende intensiteit kan in een handaanraking schuilen.

En dan de slotscène, waarin Hansen-Løve inzoomt op een omhelzing. Secondenlang zien we het gezicht van Chris. We zien, of ik zie, Lebensbejahung, maar ook ambivalentie. De bitterzoete ironie over het vrouwelijke verlangen wordt nog eens onderstreept door de muziek bij de aftiteling, Tina Charles die I Love to Love zingt.

Bergman Island is nu in de bioscoop te zien