In de kolommen van de Volkskrant wordt sinds enige weken vrolijk en vrijblijvend gedebatteerd over de deplorabele staat van de zogeheten «verloren generatie», de generatie na de geboortegolf. Verslaggever Caspar Janssen deed, nadrukkelijk op verzoek van zijn «chef-babyboomer», een poging tot het schrijven van een pamflet. In het artikel diende Janssen zich af te zetten tegen de babyboomers die overal de touwtjes in handen hebben. «Gewoon dat woedende verhaal van jouw generatie op papier zetten», citeert de verslaggever zijn chef.

En ondanks de scepsis bij de verslaggever kwam dat verhaal er. Braaf schreef Janssen over het «zelfgenoegzame gedrag » van de babyboomers. Verloren generatie tevreden, babyboomers tevreden. Want ja, daar houden de babyboomers van: verzet, discussie en een anti-autoritaire houding. Dondert niet dat ze tegenwoordig zelf autoriteit zijn.

We zagen dat eerder. De groep jongelingen van Niet Nix die de door babyboomers gedomineerde PvdA op de schop wilde, kon niet hard genoeg klagen over de oudere generatie. De babyboomers vonden het prachtig: jongeren die in opstand komen tegen hun ouders, hadden zij dat niet ook gedaan? Eindelijk pit in de generatie die inmiddels te boek stond als generatie Nix, patatgeneratie en wat dies meer zij. Eindelijk weer bevlogenheid.

Toen de babyboomers de Niet-Nixers bijkans hadden doodgeknuffeld en de baantjes voor de jonge ambitieuze types uit de school van Booy en Van Bruggen alsnog werden vergeven, kon het jongerennetwerk worden opgedoekt. Booy zelf relativeerde plots in een interview zijn aanvankelijke generatiedenken. Braaf geworden verklaarde hij: «Ik generaliseer natuurlijk en daar moet je mee uitkijken, want ik geloof minder in generaties dan in de mentaliteit van mensen.»

GroenLinks-politica Femke Halsema, van dezelfde generatie als Caspar Janssen, zei in het huidige Volkskrant-debat: «We zijn de macht binnengeslopen zonder dat wij, mensen van een bepaalde leeftijdsgroep, daarbij een nieuwe politieke agenda hebben geformuleerd. We hebben ons nooit als generatie gepresenteerd.» En Pieter Hilhorst schreef: «Mijn generatie bestaat niet.» Is dat erg? Natuurlijk niet. Waarom nog langer, op initiatief van enthousiaste babyboomers over generaties en generatieconflicten gesproken terwijl er van een coherente groep leeftijdsgenoten weinig sprake is? Het irriteert de babyboomers dat mensen die geboren zijn na het kritieke jaar 1955 nooit gezamenlijk een vuist hebben willen maken — de titel «verloren generatie» is zelfs door anderen bedacht. Bovendien: iedereen die na de babyboomers komt is in hun ogen sowieso hopeloos verloren. De «nieuwe politieke agenda» van Femke Halsema hoeft echter helemaal niet gekoppeld te worden aan een leeftijdsgroep. Engagement heb je wel of heb je niet. Om kenner Booy nog eens te citeren: «Je hebt goede en minder goede mensen, dat gaat door alle generaties heen.»