De Ere-Nipkowschijf voor André van Duin. Wie nu nog beweert dat de jury een elitair zootje is, is niet goed snik. Kom, dacht de jury voor de Zilveren Reiss-microfoon: wat zij kunnen, kunnen wij ook. Dus hun Ere-radiomicrofoon voor gans een oeuvre ging naar Tineke de Nooij. Ik weet alleen iets van Radio 4, dus laat ik me bij televisie houden, maar the times, they are a changin’. Die schijf voor André – ik had het niet kunnen bedenken, al gun ik hem als persoon alle prijzen, van Televizierring tot Sympathiekste Omroepman. En was daarom snel verzoend. Maar er zat wel degelijk een element van ‘elite’ in de motivatie voor toekenning: doorslag gaf voor sommigen niet zijn vroeger kolderwerk, noch zijn rol als vrolijke banketbakkersknecht waarin hij mij Martine Bijl niet helemaal kan doen vergeten, maar zijn indrukwekkende vertolking van ‘Evert’ in Het geheime dagboek van Hendrik Groen. Wat extra pikant is als je weet dat regisseur Tim Oliehoek hem in een harnas moest wringen, want André probeerde voortdurend een grimasje hier en een gebbetje daar. Pas toen hij de opnamen zag gaf hij zich gewonnen en erkende het regisseursgelijk. Proficiat en van harte daarom, want je ondergeschikt maken aan artistieke eisen, waar je altijd je goddelijke lollige gang kon gaan, is een kwaliteit. Johnny Kraaykamp ging hem voor als Koning Lear. Overigens lijkt een ‘Gouden Kalf beste acteur tv-drama’ voor Kees Hulst als Hendrik Groen me ook gerechtigheid. Maar daar ga ik al helemaal niet over.

Dan de winnaar van de schijf 2017-18: De luizenmoeder. De makers, toch al van het prettige soort, hadden een gegeneerd gevoel doordat voorafgaand aan de uitslag fragmenten van de drie genomineerden werden getoond. Dus zag je iets uit het knappe, geestige en confronterende Ersin in Wonderland, waarin Ersin Kiris vermaarde vakantiebestemmingen (Acapulco, Colombia, Kruger Park, Tunesië) afwisselend als toerist en als onderzoeksjournalist bezoekt, daarbij onder het kleed geveegd vuil zichtbaar makend. En uit In het spoor van IS van Sinan Can, die de moed had direct na de verdrijving van IS naar Syrië en Irak te reizen om er de resten van de gruwel met eigen ogen te aanschouwen en via getuigen te aanhoren. Dat ongemak van Ilse Warringa, Diederik Ebbinge en de hunnen valt goed te begrijpen, want om direct na Falluja en Mosul je grappen en grollen over menselijke kleinheid op en rond een Hollandse basisschool te zien passeren, het vervult je geheid van gevoelens van futiliteit.
Maar televisiejury’s vergelijken, meer nog dan jury’s in de schone kunsten, nu eenmaal het totaal onvergelijkbare. En deze jury, die Kiris en Can oprecht bewonderde en dat middels nominaties honoreerde, beloonde deze keer uitzonderlijke verdiensten op het terrein van het moeilijkste aller tv-genres, drama; en daarbinnen weer de allermoeilijkste categorie: comedy. Als je het geniale werk van Kees van Kooten en Wim de Bie, het dito realitydrama van Arjan Ederveen (30 Minuten) en de verrukkelijke sketchesgein van Het Schrijverskollektief (JJ de Bom voorheen De Kindervriend) buiten beschouwing laat, is alleen ’t Vrije Schaep ooit eerder als pure comedy bekroond (2009). En dan is die luizenmoeder ook nog eens comedy op het smalle en wiebelende koord van de satire. Wat al in aflevering één voor verrassende jubel uit tegenovergestelde hoeken zorgde. ‘Eindelijk verlost van de politiek correcte kramp’, klonk het luid, en ‘wat een rake schets van vooroordeel en bekrompenheid’ luidde de echo die dus geen echo was van de overkant. De makers, bedremmeld vanwege het succes, zeiden bij DWDD, na het succes fou van de eerste uitzending, dat ze alleen maar hadden gemaakt wat ze leuk vonden. Wat natuurlijk waar is, maar ook een beetje wegduiken voor een soort lof waar ze niet onverdeeld blij mee waren. Ze werden ingelijfd in kampen waar ze zich niet helemaal thuis leken te voelen. Want, zoals het juryrapport zegt, ‘doorgeslagen links’ werd net zo hard aangepakt als ‘uitermate rechts’. ‘Schiet niet op de clowns’ leek de reactie.
De verdiensten van De luizenmoeder werden door alle dertien juryleden erkend, maar het aardige van zo een figuurlijk brede jury (van AD tot Groene; van Telegraaf tot Trouw) is dat dus diametraal tegenovergestelde wegen naar Rome blijken te leiden. En dat er hier en daar ook kanttekeningen waren te horen die tot een negen in plaats van tien leidden. De laatste aflevering bijvoorbeeld loste niet helemaal de verwachtingen in (een euvel dat trouwens veel geslaagde drama- en misdaadseries hebben – denk aan Vuurzee); en de rol van de conciërge verloor iets van de weerbarstigheid waarmee werd ingezet. Mierenneuken, daar zijn recensenten ook goed in. En daar zijn ze mede voor. Maar leve dus de luizenmoeder. En de polderturken Can, Kiris en Özkan (eervolle vermelding voor zijn prachtige Neven van Eus). Die avond schoven Warringa, Ebbinge en actrice Jennifer Hoffman (de nieuwe moeder op het schoolplein) aan tafel bij Eva Jinek.
Samen met Can en Kiris, sportieve verliezers die meer vereerd dan teleurgesteld bleken. Tot mijn verbazing repte Jinek met geen woord over de ideologische aspecten van het uitgebreid in media gevoerde debat over de serie. Wel vroeg ze Ebbinge of de Nipkow ‘de sjiekste’ prijs’ was. Zelfingenomen wachtte ik het antwoord af: het radiojournaal had het net nog over ‘de prestigieuze Nipkowschijf’ gehad. Zijn weifelend antwoord ‘jeetje, wat een vraag; hartstikke leuk, maar sjiek..; het is van journalisten toch? – van mediajournalisten die heel veel tv kijken’ (je hoorde de spottende ondertoon, zag de grijns). ‘Die weten waar ze over praten’, probeerde Jinek. ‘Nee, dan is het hartstikke sjiek’, schaterde hij. Wat een ondankbare hond. Is die man nou helemaal besodemieterd. De jury zal zich helaas genoodzaakt zien de tweede reeks die hij nu aan het maken is, neer te sabelen, hoe leuk ook. Zal hem leren met zijn miljoenen kijkers. Ligt hij te huilen in zijn bedje. Maar niet heus. Bovendien, leuk zal het worden, want deze ploeg barst van talent en ‘gevoel voor de tijdgeest’ (juryrapport). Maar even serieus: echt sjiek was zijn reactie niet. Bekijk de lange lijst van indrukwekkende Nipkowwinnaars en vraag je af wat er eigenlijk mis is aan die rare, gemêleerde jury.

Tot slot ‘for something completely different’: een van de juryleden had Goed volk, reis-, kook- en antropologieprogramma van Jeroen Meus op haar eerste groslijst staan. Vergissing, want Vlaamse aankoop van de VPRO. Maar wat had ze naar de geest gelijk. Zozeer dat ik op die serie, die integraal uitgesteld te zien is, hier een keer wil terugkomen.