Sinds enige tijd koester ik een fascinatie voor de Amerikaanse schrijfster Cheryl Strayed. In 2012 publiceerde ze haar memoir Wild, een instant New York Times-bestseller, vertaald in dertig talen en verfilmd met Reese Witherspoon in de hoofdrol. Ik heb het boek gelezen noch de film gezien, dat zal ik er maar meteen bij zeggen. Wel weet ik precies waar het allemaal over gaat, want ik luister wekelijks Strayeds immens populaire zelfhulppodcast ‘Dear Sugars’.

Samen met schrijver Steve Almond beantwoordt ze lezersbrieven over allerhande relationele, seksuele en sociale problemen. Bij ieder probleem heeft Cheryl een anekdote over haar eigen leven paraat. Een jeugd met voedselbonnen, het vroege verlies van haar moeder, twee huwelijken, een heroïneverslaving, een zuiverende looptocht van 1100 mijl langs de Pacific Crest Trail, roem, rijkdom, affaires: deze vrouw has been there, done that.

Van Steve heb ik evenmin iets gelezen, maar hij heeft romans en korte verhalen geschreven, en de eerste Google-resultaten van zijn naam maken duidelijk dat hij zich profileert als een rock-’n-roller/nerd die zich in zijn fictie bekommert om de levens van jonge mannen. Steve humt instemmend bij alles wat Cheryl zegt, en heeft altijd nét een roman gelezen die perfect aansluit bij het onderwerp van de week. Daaruit leest hij dan met zalvende stem een fragment, waarop Cheryl een afwezige ‘hmmm’ of ‘I love that writer’ laat horen.

Aanvankelijk interesseerde ik me voor deze ‘radically empathic advice show’ omdat ik graag luister naar de problemen en adviezen van anderen. Inmiddels zijn het vooral de hosts die me bovenmatig interesseren. Met de tijd, en de groei van hun populariteit als levensadviseurs, zijn ze steeds meer in hun rol gaan geloven. Cheryl is duidelijk de sterauteur en diva van de show. Steve weet dit en heeft zich verzoend met zijn rol als haar sidekick, die al blij mag zijn een straaltje op te vangen van het licht waarin zij baadt. Hij is het type man dat het feminisme van succesvolle vrouwen als Cheryl vurig omhelst omdat hij eigenlijk een beetje bang voor ze is. In een roedel zou hij de dociele hond zijn, die deemoedig op zijn rug gaat liggen wanneer zijn meerdere hem verwaardigt met een nonchalant bezoekje van haar neus aan zijn achterste.

Het komt erop aan, zegt Oprah, dat je nee leert te zeggen op alles waarbij je niet denkt: ja

Mijn prille leven als hondeneigenaar beïnvloedt niet alleen – onvermijdelijk – mijn metaforen, maar eigenlijk mijn hele mensbeeld. Als een rigide behaviorist uit het begin van de vorige eeuw kijk ik naar de mensen om me heen, en wat ik zie zijn honden van Pavlov die reageren op prikkels en extreem gevoelig zijn voor rangorde. Voor iemand als ik, die altijd een eindeloze schakering van grijstinten paraat heeft maar vrijwel nooit zwart of wit, is het een welkome versimpeling van de menselijke psyche. Ik begin te geloven dat de kordate oneliners van de hondenschool (‘een lege hand is geen speelgoed’, ‘wie traint wie, dat is de vraag’, ‘je mag aan de lijn trekken maar je hond is geen swiffer’) beknopte levenslessen zijn die ik kan toepassen op zowel mezelf als iedereen in mijn omgeving, de boeken die ik lees (zo las ik laatst Maxim Februari’s Klont als een studie naar dominantie bij mannetjes, en Nina Polaks Gebrek is een groot woord als een verhaal over het ontbreken van een roedel die je de jouwe kunt noemen), en dus de podcasts die ik beluister.

Soms bellen Cheryl en Steve met beroemde ‘experts’ als Hillary Clinton en Oprah Winfrey. Onmiddellijk verandert de rangorde: Cheryl gaat door haar poten voor de beroemde gast, en Steve maakt zich zo klein dat hij bijna geheel uit het gesprek verdwijnt. Hillary en Oprah praten ondertussen op de toon van absolute topdogs, gewend aan hun positie als zodanig, zonder de valse bescheidenheid die Cheryl nu tentoonspreidt, en ook zonder zichzelf te overschreeuwen. Het komt erop aan, zegt Oprah, dat je nee leert te zeggen op alles waarbij je niet denkt: ja. ‘What do I want’, dat is haar credo, en ze zegt het een keer of tien luid en duidelijk in de oortjes van mijn iPhone.

Van de hondentrainer leren we het commando ‘no’ om onze hond iets te verbieden. Eenmaal geconditioneerd staakt een hond bij het horen van dat woord zijn bezigheden. ‘Hopeloos’, mompelt de vrouw met de immer onvermoeibaar keffende chihuahua Pepper op haar schoot, ‘bij mijn dochter lukte het ook al niet.’ Iemand anders vraagt waarom we ‘no’ moeten zeggen in plaats van gewoon ‘nee’.

‘Dat komt’, antwoordt de trainer, ‘doordat nee door de meeste mensen al grondig is verpest.’ Ik denk niet dat Oprah daaraan iets toe te voegen zou hebben. Steve humt, uiteraard, instemmend.