De broers Abe en Simon Matchcard erfden van hun vader het bedrijf Clyde Fans. Lopend door het huis en de inmiddels gesloten zaak vertelt de bejaarde Abe pratend in zichzelf hoe hun handel in ventila toren doodbloedde toen de markt werd overgenomen door airconditioning. En hij vertelt over de kunst van het verkopen. Het is geen stoer verhaal, geen historische lezing, en zeker geen melancholische mijmering. Abes relaas is een feitelijk verslag van wat het betekende om ventilatoren te verkopen. Hoe breek je bij een klant het ijs? Wanneer vertel je een mop? Hoe interesseer je hem voor je product? Hoe omzeil je mogelijke aankoopbezwaren? En ten slotte: hoe sluit je de koop af? Abe vertelt zijn verhaal met gevoel voor detail. Het is dezelfde nauwkeurigheid als die waarmee het fil mische beeldverhaal waarin hij figureert is opgetekend. De liefde voor irrelevante details en de zachte maar heldere penseelstreek zijn karakteristiek voor de verstilde realistische stijl van tekenaar Seth.
Seth is het pseudoniem van de Canadese striptekenaar Gregory Gallant, die eerder zijn liefde voor een vergeten begin-twintigste-eeuwse, New Yorkse cartoonist verbeeldde in Its a Good Life If You Dont Weaken (2001). In dat autobiografische verhaal vraagt Seth zich bij herhaling af waarom hij toch zon heimwee heeft naar een tijd die hij niet eens heeft meegemaakt, een tijd die hij alleen kent van tijdschriften en oude platen. Het is een nostalgie zonder sentimentaliteit of pathetiek. Een nostalgie om wille van de nostalgie.
De manier waarop Abe Matchcard in het eerste deel van Ventilatoren over vroeger praat is ondanks de combinatie van Seth vriendelijke penseelstreek en zijn veelvuldig gebruik van schaduw alles behalve nostalgisch. Het verhaal bestaat uit de herinneringen van iemand die ventilatorenverkoper was. Er wordt niets verheerlijkt, en er is geen bitterheid.
De tijd van vóór de televisie speelt een centrale rol in meer moderne beeldromans. In de strips van Daniel Clows komen regelmatig oude heren voor die zich afsluiten voor de wereld door modern antiek te verzamelen, en de gevierde tekenaar Cris Ware situeert Jimmy Corrigan ook vaak in de eerste helft van de vorige eeuw. Ook hun artistieke vader Robbert Crumb refereert met regelmaat aan zijn liefde voor oude jazzmuziek.
Het is een fascinatie die ongetwijfeld te maken zal hebben met de hoogtijdagen van de grafische roman. Het was tussen de jaren dertig en vijftig dat de markt voor beeldverhalen in Amerika explodeerde wat een verklaring is voor het feit dat vormgeving en beeldtaal uit die tijd nog altijd toonaangevend zijn in het werk van veel alternatieve tekenaars. Net als bij de actiehelden worden ook de verhalen van Clows, Ware en Seth vaak eerst in dunne comic-achtige boekjes uitgegeven. Bundels komen pas veel later. Zo zijn de eerste twee delen van Ventilatoren in Amerika nog niet eens gebundeld verschenen. Daar verscheen het verhaal alleen nog maar in de kleine afleveringen van Palooka Ville, het schitterend verzorgde stripblaadje dat Seth uitgeeft via de artistieke strip uitgever bij uitstek, Drawn and Quarterly.
De nostalgie van de alternatieve strip tekenaars is echter niet vanzelfsprekend, want terwijl zij vasthouden aan de hoogtij dagen van de comics-industrie, maken mainstream comics vandaag de dag juist volop gebruik van fotos, computerprogrammas en verwijzingen naar Aziatische animatie. Toch zijn Clows, Ware en Seth geen conservatieven. Ze gebruiken het verleden als uitgangspunt voor heel eigen en hedendaagse vertellingen. In deel 2 van Ventilatoren gaat het over Simon, de broer van Abe, die ook in het familiebedrijf werkte, maar beslist niet in de wieg was gelegd voor het werk van verkoper. Een verkoper moet van mensen houden, merkt Abe ergens op, en die kwaliteit bezat zijn broer niet. In deel 2 zien we dan ook hoe Abe in 1957 voor het eerst op handelsreis gaat. Commercieel gezien wordt de reis een fiasco. Simon verkoopt niet één ventilator. Wel komt hij tijdens zijn reis op het spoor van oude getrukeerde ansichtkaarten waarop fotos zijn afgedrukt van boeren met enorme groentes en vissers met gigantische vissen. De ontdekking is het begin van een levenswerk: het verzamelen en rubriceren van getrukeerde ansichtkaarten.
Het ophalen van herinneringen bij Abe is te vergelijken met de kaartenverzameling van zijn broer Simon. De schoonheid zit m niet in de kaarten, niet in de complete verzameling, maar in het verzamelen zelf. Er gaat een bepaalde geruststelling uit van het verzamelen en rubriceren, of het nu gaat om herinneringen of om ansichtkaarten.
Niet het begrijpen of interpreteren van geschiedenis, maar het rubriceren ervan is de bijna bezwerende ondertoon in het werk van Seth. In het gedicht Daglicht schrijft Judith Herzberg: «Nu alles is zoals het is geworden,/ nu alles is zoals het is/ komt het, hoewel, misschien/ hoewel, tenslotte nog in orde.» Het is vanuit dat verlangen naar orde, al was het maar achteraf, dat in Ventilatoren de geschiedenis van Clyde Fans wordt verteld.