Tot nu toe onderscheidde Roemenië zich van andere voormalige Oostbloklanden, waar na de omwentelingen van 1989-1991 de anticommunisten de macht grepen om die vervolgens na enkele jaren weer te moeten afstaan aan (ex-)(communisten. Ceausescu werd weliswaar hardhandig opgeruimd, maar de macht werd geruisloos overgenomen, of liever gezegd: voortgezet door wat gematigder partijgenoten onder leiding van Illiescu, die zich plots als democraat afficheerde. Dank zij hun solide machtsrelaties èn dank zij het gebrek aan politieke ervaring van de nieuwe democratische groeperingen konden Illiescu en de zijnen de macht behouden.
Hoe desastreus deze ontwikkeling voor Roemenië is geweest, moge blijken uit het slechte verloop van de economische hervormingen, de halfslachtige privatisering, de stijgende prijzen gekoppeld aan een fikse inflatie en oprukkende verpaupering van een deel van de Roemeense bevolking. Erger nog, op geen enkele wijze heeft Illiescu vormgegeven aan een broodnodig proces van democratisering. Het sluiten van compromissen, het stimuleren van pluralistische meningsvorming en het respecteren van de (politieke) minderheden, zo kenmerkend voor een democratie, waren hem vreemd. Iedere ontluikende oppositie tegen zijn bewind werd, soms letterlijk, neergeslagen. Tevens misbruikte Illiescu de situatie rond de Hongaarse minderheid in Transsylvanië om politieke tegenstanders zwart te maken. Telkens wanneer hij onder vuur kwam te liggen van de oppositie, wakkerde Illiescu nationalistische sentimenten aan, gericht tegen de Hongaren. Was de oppositie de kop ingedrukt, dan beroerde Illiescu het thema niet meer.
Eindelijk is het met deze lage machtspolitiek gedaan. Het Roemeense volk heeft in meerderheid voor de gematigde politicus Constantinescu en zijn partij gekozen op basis van positieve programmapunten. De Democratische Conventie krijgt de kans Roemenië de weg te laten inslaan naar de democratie. Makkelijk zal het niet zijn, aangezien Constantinescu een zwaar belaste erfenis krijgt overgedragen. Het is echter betekenisvol dat Illiescu de daadkracht van de nieuwe president vreest. Hij heeft de hoop uitgesproken dat de nieuwe regering zonder wraakgevoelens zal regeren. Constantinescu’s antwoord is tekenend: opbouw, vrede en verzoening staan bij hem voorop.
De auteur is historicus aan het Centre for European Security Studies te