
‘Beste Beppe, het is nu ruim een jaar na de verkiezingen waarin jij met je Vijf Sterren Beweging op een haar na de eerste partij van Italië werd. In dit jaar ben je van alles en het tegenovergestelde beschuldigd. Beppe-Mao, Hitler, Stalin, dictator, saboteur, populist, sloper zonder plan, grofgebekte bespeler van de onderbuik. Op mijn bureau ligt een stapel van een meter knipsels over jou en je beweging. Het opvallendst vond ik de vertoornde toon van de grote pennen van links: Michele Serra, Curzio Maltese, Eugenio Scalfari, en ga zo maar door. Ze lijken haast nog verontwaardigder over jouw inmenging in de politiek dan over die van Berlusconi, waar ze zich de afgelopen twintig jaar non-stop op hebben verkeken. Iedere dag was de laatste dag van Berlusconi, volgens deze pennen, en datzelfde geldt nu voor jou.
Jij wijkt geen millimeter van je pad. Vertegenwoordigers van de Vijf Sterren die aan jullie interne regels proberen te morrelen omdat het pluche zo lekker zit vliegen er zonder pardon uit, met andere politieke partijen onderhandel je niet. Voor de Europese verkiezingen staan jullie, ondanks alle kritiek, heel hoog in de opiniepolls. Tijd om weer eens te praten, wat mij betreft. Heb je tijd? Met vriendelijke groet en respect, Anne.’
‘Beste Anne, dat is goed. Ik ben van 5 tot 23 mei op verkiezingstour met de camper. Als je naar me toe komt, doen we een interview. Neem contact op met Pietro van Casaleggio. Ik verheug me! Beppe.’
Pietro van Casaleggio klonk telefonisch als een typische vertegenwoordiger van Gianroberto Casaleggio, de grote internetstrateeg achter Grillo’s beweging. Nurks Milanees accent, beter een woord te weinig dan een woord te veel. De communicatie met Beppe Grillo loopt sinds 2005 via Casaleggio’s organisatie in Milaan, een doelbewuste barrière. De kurkdroge oppernerd Casaleggio neemt de magneet van het menselijke contact Grillo tegen zichzelf in bescherming. Waarom überhaupt nog persoonlijk contact als het internet bestaat, drukken de permanent hoog opgetrokken wenkbrauwen van Casaleggio uit.
Tijdens een telefonisch interview met Grillo’s ‘goeroe’ – Casaleggio’s spotnaam in Italië – vroeg ik me steeds af of de lijn was weggevallen. De lange stilte die volgde op iedere vraag bleek echter de aanloop naar een antwoord dat met nasale stem werd voorgedragen op dicteersnelheid. ‘Ik ben vervangbaar. Het gaat niet om Casaleggio. Het gaat om het samenbrengen van mensen met verschillende competenties die uiteindelijk een onafhankelijk denkend lichaam zullen creëren. Dat is wat internet doet.’
‘Napels 8 mei’, had Pietro van Casaleggio gezegd. De details zouden nog volgen. Waar en hoe laat precies, dat krijg je pas vlak van tevoren te horen. Het plan wordt voortdurend omgegooid, de camper dient ook als bliksemafleider. Soms zit Beppe Grillo erin, soms niet, afhankelijk van de informatie omtrent zijn veiligheid die via het hoofdkwartier in Milaan binnenkomt. Eén of meer zilvergrijze spacewagons met kogelvrij glas cirkelen onopvallend rond de camper en hevelen de vijand van het systeem Beppe Grillo over als de situatie gevaarlijk wordt. Uitwaaierend over verschillende routes en kruip-door-sluip-door-bergweggetjes die lokale Grillo-aanhangers kennen wordt het target over tweeduizend kilometer Italië vervoerd. Geen donkerblauwe sleeën van de staat met zwaailichten en veiligheidsagenten, het symbool bij uitstek van de oude, de ‘foute’ politiek. Bovendien vertrouwt Grillo liever op zichzelf en zijn getrouwen dan op de staat.
Na ‘Napels 8 mei’ was Pietro van Casaleggio stilgevallen, maar dat zou vast nog goed komen. Een journalist die bij Beppe Grillo in de buurt wil komen moet niet alles tien keer bevestigd willen zien. Hij stelt immers zijn leven in de waagschaal, jij slechts een treinkaartje.
‘Beste Beppe, zit nu in de trein naar Rome-Napels. Waar kan ik je vanmiddag gedag komen zeggen? Anne.’ Een uiterste noodgreep: een sms op zijn persoonlijke nummer, dat altijd hetzelfde is gebleven sinds 2005, toen ik de geleidelijke transformatie van cabaretier naar politicus van dichtbij mocht verslaan. Sindsdien heb ik het nummer slechts één keer eerder gebruikt.
Hoe kan het gebeuren, wil ik aan Beppe Grillo vragen, dat een topcommunicator als jij in de hoek van het Europese ‘populisme’ wordt weggedrukt, de hoek van Marine Le Pen, Geert Wilders, de Griekse Dageraad en de Hongaarse Jobbik-fascisten? Terwijl het programma van de Vijf Sterren Beweging niets met deze xenofobe one trick ponies van doen heeft? Alsof van binnenuit de strijd aanbinden met een sinds mensenheugenis door en door corrupt politiek systeem in de bakermat van de maffia – ten minste hierover is toch iedereen in Europa het gloeiend eens – te vergelijken valt met ‘meer of minder Marokkanen’.
Wat is er misgegaan in de communicatie van het bij uitstek linkse, groene, democratische programma van de Vijf Sterren? Té democratisch, misschien? Of te gevaarlijk, voor iedereen die mee-eet uit de onhoudbaar rijk gevulde ruif van de Italiaanse staat? De jonge, nieuwe, linkse premier Renzi is zo bang voor Grillo dat hij op het laatste moment de voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, heeft ingeschakeld om zijn Europese verkiezingscampagne in Italië kracht bij te zetten. En Schulz heeft het obsessief almaar over Beppe Grillo, het grote gevaar voor de vrede, veiligheid en democratie in Europa.
Ik word geobserveerd met de nieuwsgierigheid die in deze contreien niet onbeleefd is, merk ik als ik opkijk uit het notitieblokje. De man tegenover me ziet eruit als een belangrijke Napolitaan. Pak, aktetas, kranten, boek, mobieltje, dossier. Hij is advocaat en houdt zich exclusief bezig met de slachtoffers van de terra di fuoco, ‘de brandende aarde’, zoals het door en door vergiftigde voorland van Napels heet. De illegale dumpplaats voor zwaar verboden nucleair en industrieel afval van over de hele wereld, een zeer lucratieve business voor de camorra. Lammetjes en mensenbaby’s worden doodziek geboren in de brandende aarde, waar misvormingen en kanker via de baarmoeder worden doorgegeven. We sporen er net doorheen als ik zijn visitekaartje krijg: ‘Wilt u er ooit alles van weten, dan kunt u mij bellen. Onze hoop is gevestigd op het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van Straatsburg, maar het is een lange, vermoeiende en kostbare weg.’
De advocaat kijkt bezorgd als ik vertel dat ik op weg ben naar La Sanità, de Bronx van Napels. ‘In uw eentje?’ Maar als ik zeg dat het voor Beppe Grillo is, die vanavond in het hart van de oude volkswijk op het plein zal staan, lijkt mijn reisgenoot gerustgesteld. ‘Beppe Grillo heeft dus voor die plek gekozen? Opvallend. Sterk. Typisch Grillo.’ Hij glimlacht. Je hoort nooit te vragen op wie iemand stemt, maar ik doe het toch. ‘Op Grillo’, zegt de advocaat overtuigd. ‘Ik volg hem al zijn hele leven. Ik was zijn fan toen hij komiek was, en ik ben zijn fan nu hij politicus is. Een goede man, Beppe Grillo, en een heel dappere man. Een uitzondering, hier in Italië.’
Geen enkel affiche in Napels geeft aan dat vanavond Beppe Grillo op het Piazza Sanità zal staan. Vreemd. In alle andere delen van Italië, van Sicilië tot de Dolomieten, is een bezoek van Grillo een happening. Je krijgt een gratis show van een topcabaretier die en passant precies zegt wat een steeds groter deel van de Italianen ook vindt. Alleen dat soort dingen zei je nooit, in het Italië van mondje dicht, bemoei je met je eigen zaken, ritsel wat je ritselen kunt en ‘zij’ van de politiek zijn toch allemaal hetzelfde. Wie onder de radar door kan vliegen en er zijn eigen voordeeltje mee kan doen is goed bezig. Wie de wereld wil veranderen, en dan zeker dat deel van de wereld dat Italië heet, is niet goed bij zijn hoofd.
Nog groter is mijn verbazing als ik na talloze aanwijzingen van Napolitanen die mij gastvrij door de o zo gevaarlijke Sanità loodsen op het plein sta. Pleintje eigenlijk, ingebed tussen hoge Napolitaanse coulissen, volkse balkons, lijnen wasgoed, een barok kerkje, knetterende Vespa’s, helemaal de ansichtkaart. Maar hoezo hier Grillo? Hier is het al vol met duizend man, terwijl een plein van Grillo toch al snel in de tienduizenden loopt. Honderdduizend haalt hij ook makkelijk, in Rome op het Piazza San Giovanni. ‘Mmm’, zegt het mannetje van de tabacchaio met vijftig soorten loten kriskras door zijn winkeltje gespannen. ‘Misschien vinden Napolitanen Grillo niet zo bijzonder. Dat zou zomaar kunnen, nietwaar?’ En hij glimlacht als iemand die meer weet.
Napels is een eigenzinnige stad. Een paar dagen geleden is de leider van de Lega Nord, de beweging die – de naam zegt het al – het noorden van Italië al twintig jaar wil afsplitsen van het zuiden van de uitvreters, hier langs geweest. Matteo Salvini dacht dat hij voor zijn simplistische anti-euro-programma (‘Weg Met De Euro!’ op T-shirts) toch wel wat arme Napolitanen mee kon krijgen. Hij is met pek en veren de stad uit gejaagd. ‘Wat dacht hij?’ zegt het meisje van de B midden in de Sanità, ‘Salvini heeft ons kakkerlakken, uitvreters, stinkend volk uit het zuiden genoemd. Clandestini, illegalen, net als de bootvluchtelingen. Dacht hij dat we dat vergeten waren?’
Mijn slechte humeur over het uitblijven van een sms’je van Grillo – kom op Beppe, doe niet zo lullig! – verdwijnt als sneeuw voor de zon als hij bij het vallen van het donker het podium in de Sanità op springt. Alsof de stekker in een immens stopcontact wordt gestoken. Een energiestoot jaagt over het pleintje, dat geleidelijk is volgestroomd. De avond tevoren stond hij in Bari, driehonderd kilometer naar het zuiden, de volgende avond zal hij op het plein in Reggio Emilia staan, 633 kilometer naar het noorden. Ieder plein moet voelen dat Grillo er speciaal staat voor óns, voor deze streek, voor dit volk, wat in Italië heel persoonlijk ligt. Vergis je niet in een lokale zegswijze, een grapje in streekdialect, een brandende situatie ter plekke.
De tot dan toe tamelijk laconieke Napolitanen zijn meteen bij de les. De enkele plantenbak wordt bestormd door getatoeëerde Hulken die Beppe van onder tot boven willen zien, een oud mannetje brult ‘O Guaglione!’ – ‘Onze Jongen!’ – de sfeer zit er ineens helemaal in. En niet dat Beppe Grillo slijmt, integendeel. Ze krijgen er meteen even van langs, de Napolitanen. ‘Dag volk van nun ce scassate ’o cazz – “don’t break our balls”, in Napolitaans dialect –, en van che t’aggia fà – “wat kan ik eraan doen” –. Op weg hiernaar toe, het hart van de Sanità, moesten we met de auto een heel nauw straatje naar beneden af’, begint Grillo opgewekt te vertellen, alsof het een leuke anekdote gaat worden. ‘We reden stapvoets, ondanks het bord eenrichtingsverkeer, want we wisten dat we in Napels waren. En ja hoor, een tegenligger kwam ons met een noodgang tegemoet. We botsten bijna frontaal. De jongen die mij reed stak zijn hoofd uit het raampje om te vragen wat de bedoeling was. “Dit is éénrichtingsverkeer voor naar beneden, tweerichtingsverkeer voor omhoog”, zei de Napolitaanse automobilist bloedserieus. E che t’aggia fà, en wat kan ik eraan doen, dit is Napels, zo zijn jullie!’
Het plein lacht. Niet helemaal van harte, want dit gaat over de kern van het probleem, en dan ook nog in het eigen dialect. Maar de goedmaker volgt. ‘Jullie Napolitanen zijn waarschijnlijk de meest ontmoedigde Italianen van allen. En dat begrijp ik’, vervolgt Grillo, terwijl hij wijst op de twee uitpuilende vuilcontainers die op de hoek van het pleintje staan. ‘Zelfs voor een avond als deze’, zegt de cabaretier, terwijl hij een verlegen vrouw achter zijn rug naar voren trekt, ‘waar deze geweldige mevrouw alles voor heeft gedaan. Om hier te mogen staan, op het plein van de Sanità, heeft ze maanden lopen regelen, vergunningen aangevraagd, het plein autovrij gekregen, politiebescherming, een enorme klus. Maar zélfs op een avond als deze zijn de vuilcontainers hier belachelijk vol, en zo te zien niet sinds een uurtje. Dat gebeurt in geen enkele andere stad van Italië, al is het maar om mij niet zo’n makkelijk argument aan te reiken. Hoeveel was het, jongens, het geld dat onlangs door het stadsbestuur van Napels is vrijgemaakt voor de stadsreiniging?’
Een Napolitaans gemeenteraadslid van Grillo stapt naar voren: ‘Eenenzestig miljoen’, zegt hij. ‘En wat is ermee gebeurd?’ vraagt Grillo. ‘Dat weet ik niet’, zegt het gemeenteraadslid. ‘Eenenveertig miljoen was voor de vuilnisophaal, vier miljoen voor de straatvegers. Met vier miljoen had je Napels echt wel wat schoner kunnen maken. Maar wij hebben er niets van gemerkt. Het is hier op straat nog steeds smerig en ons grof vuil gaat voor een krankzinnig bedrag naar Nederland, om het daar te laten verwerken. Dat is ons stadsbestuur. Welkom a Napule, Beppe.’

De methode Grillo is gebaseerd op het vertellen van feiten, feiten, en nog eens feiten. En dat is in Italië ongekend, het onthullen van de naakte, shockerende feiten. Iets totaal anders dan het ‘als jij mij knijpt knijp ik lekker terug’ van de politiek. Dat soort nepruzietjes, daar prikt het Italiaanse tv-publiek moeiteloos doorheen, na jaren theatrale debatten en nep-schreeuwen in talkshows. Het verbale getouwtrek eindigt steevast in: we hebben allemaal wel wat misdaan, want così fan tutti, dus als jij mij niet te hard aanpakt, doe ik het ook niet bij jou.
Grillo’s feiten zijn van een heel andere orde. Hij pakt de gemeenschappelijke ruif aan, en dat doet niemand in Italië, want uit die ruif eten we allemaal. ‘Populistisch’ heet dat dan. Een nieuwe merkwaardige tendens in de Italiaanse pers is om bij iedere grove financiële malversatie met publiek geld ‘koren op de molen van Grillo’ te knorren, alsof het probleem daarmee van de baan is. Zelfs het jongste schandaal van de Wereldvoedsel-Expo 2015 in Milaan – vijf miljard euro (Europees) gemeenschapsgeld dat zijn legale bestemming nooit heeft bereikt – heet ‘koren op de molen van Grillo’. Beppe Grillo had er inderdaad nog voor gewaarschuwd, via een hilarisch filmpje op zijn blog in maart, waarin hij met een ongelovig gezicht door de tweehonderd hectare troosteloze bagger voor de toekomstige Expo ploegt. ‘Hóe lang zijn jullie hier al aan bezig?’ schreeuwt hij tegen de officiële vertegenwoordiger van de staat, die vorige week is gearresteerd. ‘Vanaf 2008!? Maar Jezus Christus man, wat hebben jullie hier dan al die tijd gedaan? Helemaal niets toch? En volgend jaar moet het klaar zijn? Nou, ik heb alle vertrouwen!’ Grillo, ‘de negatieve sloper’, is van links tot rechts gekielhaald om dit filmpje, ‘dat een belangrijk project voor Italië de grond in trapt’. Nu zijn voorspelling bleek te kloppen, hoor je er niemand meer over.
Onlangs gaf oud-premier Mario Monti, ‘de man die Europa redde’, in een opmerkelijk interview aan de Volkskrant min of meer toe dat het in 2012 inderdaad makkelijker voor hem was om de belastingdruk op de kleine man te verhogen dan het ware probleem van Italië aan te pakken. ‘De lobby tegen economische hervormingen is gigantisch in Italië’, constateerde Monti eufemistisch. Tijdens zijn ene jaar als premier van een zakenkabinet heeft Monti zich in Italië onsterfelijk gehaat gemaakt met zijn belasting-klopjacht op wie niet duiken kan. De geschatte 670 miljard euro die de galopperende corruptie, de belastingontduiking van de grote jongens en de maffia bv gezamenlijk per jaar kosten, liet Monti ongemoeid, net als iedere premier voor hem en na hem. Daarmee zou Italië in één klap uit de problemen zijn, maar ja, wie durft? De ‘lobby’ tegen dit soort ‘economische hervormingen’ is inderdaad ‘gigantisch’, daar heeft de man die Europa redde helemaal gelijk in. De nieuwe premier Renzi hoor je er ook met geen syllabe over.
Beppe Grillo is de enige die dit soort feiten gewoon durft te noemen. Dampend in de nevel van de schijnwerpers, een handdoek om zijn nek, de grijze krullenkrans van achteren verlicht als een aureool, schiet de mitrailleur Grillo de feiten in het gezicht van zijn gehoor.
‘Italië geeft vijftien miljard euro per jaar aan Europa, en we krijgen er negen voor terug. We zijn de derde betaler van de Unie. Wat er met die negen miljard euro gebeurt weet niemand. Is het jullie wel eens opgevallen, van die grote witte borden met een enorme riedel kreten en afkortingen die je steeds vaker bij bouwputten ziet staan? Pinco Pallo srl. (Jan Huppeldepup BV), Progetto Cinzia (Project Cinzia), dat soort dingen. Wat is dat in godsnaam, Progetto Cinzia? Dat is Europa, maar waarom staat het er dan niet? Waar het geld voor bedoeld is weet niemand. Wie het heeft gekregen ook niet. We leven in een schimmenland waar geldstromen in en uit gaan waar niemand in is gekend, terwijl intussen de doden om ons heen vallen. Italië is een typisch mediterraan land, dat voor negentig procent draait op kleine familiebedrijfjes die worden gewurgd door de Europese regelgeving. Hoeveel zelfmoorden van kleine ondernemers er inmiddels zijn geweest vertelt niemand ons, maar het aantal is schrikbarend. De banken zijn leeg, ze zijn léég, ze hebben ons geld opgemaakt…’
Grillo stopt en laat het gejoel even gaan. Dan buigt hij door de knieën en vraagt liefdevol aan een mannetje vlak onder het podium: ‘Waarom applaudisseer je? Het was ook jouw geld!’
Alle landen van Europa worden binnenkort beheerd door de internationale Jan Huppeldepup BV zonder naam of gezicht, legt Grillo uit, en zijn voorbeelden treffen doel. Ik herken ze uit mijn eigen Italiaanse leven. Iemand komt de buis van je wateraansluiting losschroeven omdat er volgens iemand anders iets niet in orde is met je waterrekeningen. Wat, dat kan nu niet worden verteld. Wij nemen uw buis ondertussen even mee, en u gaat maar eens rustig bellen met ‘het kantoor’, ergens tweehonderd kilometer verderop in Latina. Als ‘het kantoor’ tijd heeft, zal de zaak worden uitgezocht. U zit ondertussen even zonder water, maar dat is niet anders. Italië heeft in 2011 via een referendum met een opvallend hoge opkomst voor een ontmoedigd land dat niet in inspraak gelooft massaal tegen privatisering van het drinkwater gestemd, zoals alle Europese landen. Maar het is toch gebeurd, zoals zoveel in Italië toch gebeurt, terwijl het op papier niet kan. De Europese Jan Huppeldepup BV heeft in Italië ruim baan, omdat schimmig bestuur zonder naam of gezicht hier al eeuwen is ingeburgerd.
‘Straks zullen we worden doorverbonden met Tokio om te weten wat er aan de hand is met onze wateraansluiting’, schreeuwt Grillo. ‘Het is al besloten, het is al gaande. Alleen wij weten het nog niet!’ Als hij begint over ‘de nachtmerrie van de brievenbus’ staat het hele pleintje te stampen en klappen van instemming.
‘Vroeger hielden wij van onze brievenbus’, begint Grillo, terwijl hij zijn stem professioneel laat dalen naar ‘er was eens’-toonhoogte. Het effect is onmiddellijk, alsof de duim massaal in de mond gaat. ‘Je stond ’s ochtends op en je dacht: misschien ligt er een kaartje voor me in mijn brievenbus, of misschien zelfs een liefdesbrief! Nu durft niemand in Italië meer in de brievenbus te kijken. Als er geen aanmaning van Equitalia in ligt, heb je een relatief goede dag. Maar de hartklopping blijft, want morgen kan er wél een aanmaning van Equitalia in liggen. En dan ben je zonder recht op beroep, op uitleg, op überhaupt contact met iemand, per ommegaande je huis kwijt, of je bedrijf, of U Gaat Direct Door Naar De Gevangenis. Equitalia is bedacht door Berlusconi, maar tot grote bloei gekomen onder Monti. Een misdadig incassobureau van de staat dat vele doden op zijn geweten heeft. Sommigen hadden zelfs een brief aan Equitalia op zak, terwijl ze zich opknoopten of in brand staken. Belasting betalen moet uiteraard, maar mensen zonder recht op weerwoord de dood injagen is misdadig. Het is ons van Vijf Sterren na een jaar ploegen in het parlement gelukt om een herziening van het incassosysteem van de staat op te eisen. Equitalia is nu geblokkeerd! Waarom schrijft niemand dát nou nooit eens, in plaats van dat we alleen maar tegen alles zijn, alleen maar kunnen saboteren en slopen?’
Een huis bouwen op verrotte fundamenten is dom, dat kan iedere aannemer bevestigen. In dat opzicht is Grillo inderdaad een sloper, van een peperduur corrupt politiek systeem. Op die ruïnes van Pompeï wil Grillo niet bouwen, maar geef hem eens ongelijk? Dat het Italiaanse establishment niet blij met hem is, behoeft geen uitleg, maar waarom hij vanuit Europa met zoveel argwaan wordt bejegend is minder duidelijk.
Nog een laatste vraag die ik Beppe Grillo had willen stellen: wat gebeurt er met de Vijf Sterren Beweging als jou onverhoopt iets overkomt? Want dat de beweging een autonome kracht is geworden die zich met of zonder Grillo via het net ontrolt, is vooralsnog niet waar. Voor iedere electorale ronde moet Grillo zwaar in de stijgbeugels, op plein na plein zijn stembanden kapot schreeuwen, duizenden mensen persoonlijke aandacht geven, snikkende gepensioneerden troosten, huilende jongeren zonder werk en toekomst tegen de brede borst drukken.
In het boekje Il Grillo canta sempre al tramonto – ‘De krekel zingt altijd bij zonsondergang’ – (2013) ondernemen Beppe Grillo, Gianroberto Casaleggio en Nobelprijswinnaar Dario Fo een voettocht door Griekenland, de bakermat van de westerse beschaving. Met de ruïnes van de glorie van weleer op de achtergrond, ploeterend onder de hete zon, foetert de 87-jarige theatermaker Dario Fo de internetstrateeg Casaleggio uit: ‘Hou toch eens op man, met die metafysische verheerlijking van “de collectiviteit”. Geloofwaardigheid bereik je alleen in een directe, persoonlijke ontmoeting met de mensen. Dat is een moeizame verovering, die je pas bereikt na jaren en jaren oefenen en je best doen, en dan ineens is het alsof je via magische draden in contact bent met lichaam en geest van het publiek. Ik ga op het podium staan en voel het publiek als één lichaam, en Beppe doet precies hetzelfde. Dat is een gave waarvan ik niet weet hoe je hem bereikt en hoe het komt dat we het nu kunnen. Ik heb er zestig jaar over gedaan, Beppe veertig. Het publiek heeft een eigen sleutel en ik moet hem zien te vinden. En jij denkt dat dat allemaal lukt via het net en de “collectiviteit”?’
Beeld: (1) Beppe Grillo op campagne in Palermo, 6 mei (Guglielmo Mangiapane/Rex/HH). (2) Piazza Sanita, Napels, 8 mei (Marco Cantile/Demotix/HH).