Al schrijvend kun je jezelf heel lang voor de gek houden. Je kunt er een huis voor afhuren, of een kamer, of een periode voor vrij maken, je schrijft. Je kunt ergens niet op komen dagen, want je schrijft. Je kunt slecht ter been worden, sacherijnig, het leven moe, je blijft toch wel, je schrijft. Verdrietig, niet aanspreekbaar, je kat is weggelopen en vermist, je moeder gaat dood, je schrijft. Je kunt niet gelezen worden, niks verkopen, afgebrand in de pers, maar hé, je schrijft. Je wordt dik, oud, lelijk, je rok rafelt, je schrijft. Wat doe je, o je schrijft. Je hebt geen geld, alle kaarten in het rood, op een dag ben je rijk, heb je dat huis, en nog eentje, je schrijft. Ja je wil zeker wat van me, want ik schrijf.

Heb jij hoeheetie laatst nog gezien?

Nee, hij schrijft.

Zag je dingetjedee, ze zag er verrot uit.

Ja, ze schrijft.

Je kunt heel grote plannen maken, zolang je schrijft. Je kunt helemaal niks doen, niks afspreken, niks plannen, geen boodschappen, geen kinderen, je schrijft. Je rookt, je drinkt, je bent elke dag dronken, je schrijft. Ik lig op de bank, in bed, in de goot, ik schrijf. Ik leef, ik schrijf. Ik leef niet, ik schrijf.

Hier snappen de mensen geen bal van, ze zien het niet, ze kennen het niet, maar jij bent degene die het schrijft

Je bent een vroegstarter, een laatbloeier, een onontdekte, een hoeheethet, hoe heet zo iemand die al heel lang meegaat niet kapot te krijgen het lijkt op vegetariër, een veteráán, je bent een veteraan, iemand die nooit ophoudt met wat-ie deed, want je schrijft of je schrijft niet.

Dat is het echte schrijven. Weten dat je het kunt, niet anders kunnen dan dit: schrijven. Ja, ze zeiden vroeger al, laat die maar schrijven. Geen aandacht aan besteden, ze schrijft. Respect, ze schrijft. Ze kan niet praten, ze schrijft. Ze is onmogelijk, ze schrijft. Ze heeft geen idee, ze schrijft. Ik haat haar, ze schrijft. Ze is best leuk, kijk, ze schrijft. Je hoeft niet te kunnen schrijven, gewoon zeggen dat je schrijft. Wat zei je? Ze schrijft.

Dit wordt heel mooi, dit is iets wat er nog niet was, dit zal de mensen laten schrikken, versteld doen staan, lachen, huilen, alles, je schrijft. Hier snappen de mensen geen bal van, ze zien het niet, ze kennen het niet, maar jij bent degene die het schrijft. Over dertig jaar verschijn je in een bibliofiel doosje, je schrijft niet voor nu, maar voor altijd. Nu is voor de dommen, de willen-snappers, jij schrijft, ook al schrijf je niet. Alles wat goed is zien ze niet, blijven schrijven, de mensen zullen het zien, je schrijft.

Je hebt ooit een boek geschreven, en dus je schrijft. Wanneer het komt, weet ik het, ik schrijf.

Niets interesseert me, ik schrijf. Ik kan me niet hechten, ik schrijf. Ik weet niet hoe dit apparaat werkt, ik schrijf. O de wereld, ik schrijf, hoor. Autorijden? Haha, ik schrijf. Ik lette even niet op, ik schrijf. Ik wist niet dat je ziek was, ik schrijf. Ik ben een lul, een trut, maar ach ik schrijf. Ik dacht er zit een verhaal in, ik schrijf. Ik ben een gore cheater, wat wil je, ik schrijf. Ja zet daar maar neer, ik schrijf. Iedereen houdt van me, ik schrijf. Doe maar met dubbel mosterd, ik schrijf. Geen idee dat hij dood was, ik schrijf. Waar Kenia ligt? Bestaat Zaïre nog? Zutphen? Zeg, ik schrijf. Kan jij even open doen, ik schrijf. De regen voor me opvangen, ik schrijf. Ik doe al vrijwilligerswerk, ik schrijf. Nee dank je, ik schrijf.

Zeg dat je van me houdt, en jij, en jij, dat ik de beste ben, dat de dag zal komen, het geld, de prijzen, dat iedereen het zegt, en het weet, me niet vergeet, me alles vergeeft, dat het ergens toe leidt, m’n rok wappert, ik wil het, ik schrijf.