
Toen Jonathan en zijn echtgenote vier jaar geleden in het huwelijksbootje stapten, hadden ze zo hun eigen ideeën over ‘in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid’. De twee legden keurig hun huwelijksgeloften af, in het bijzijn van familie en vrienden, maar sloten achter de schermen hun eigen contract: ze zouden niet samenwonen, geen kinderen krijgen, hun financiën niet delen, en als een van hen ziek werd, hoefde de ander die niet te ondersteunen.
Het enige wat de huwelijkspartners wel zouden doen, zo stond verder in het contract, was een twintigtal keer per jaar samen opdraven voor familiebezoek. Een tiental keer naar zijn ouders, een tiental keer naar die van haar; ze zouden het zo evenwichtig mogelijk verdelen. Maar verder zouden Jonathan en zijn bruid elkaar vooral met rust laten en hun eigen leven leiden. Hij met zijn vriend en baby, zij met haar vriendin.
De Chinese term voor wat Jonathan en zijn echtgenote sloten, is een ‘xinghun’, een schijnhuwelijk tussen een homoseksuele man en een lesbische vrouw. Wat voor de honderd gasten op hun bruiloft een veelbelovend huwelijk leek, tussen een 32-jarige IT’er en een 33-jarige overheidsbeambte, allebei uit Peking, was in werkelijkheid een façade. Een dekmantel voor de echte geliefden: niet Jonathan en zijn bruid, maar Jonathan en zijn getuige. En zijn echtgenote en haar bruidsmeisje.
In een maatschappij waar homoseksualiteit niet aanvaard wordt, en waar tegelijk een enorme sociale druk heerst om te huwen, nemen steeds meer holebi’s hun toevlucht tot een xinghun, letterlijk een ‘huwelijk voor de vorm’. Veel Chinese lhbt’ers zien zo’n schijnhuwelijk als een elegante uitweg. Een manier om sociale verwachtingen en persoonlijke wensen te combineren. Maar velen komen er snel achter dat het leven in een nephuwelijk een stuk ingewikkelder is dan gedacht.
Jonathan, die alleen onder zijn Engelse naam wil getuigen, om herkenning te voorkomen, besloot kort voor zijn dertigste een nepechtgenote te zoeken. Zelf wist hij al vanaf de lagere school dat hij op jongens viel en ontdekte hij rond de eeuwwisseling tot zijn opluchting dat hij niet de enige was, dankzij het internet. In chatgroepen vond hij homoseksuele vrienden en tien jaar geleden ontmoette hij Eric, met wie hij sinds vijf jaar een vaste relatie heeft. Sinds kort hebben de twee een babydochter.
‘Voor mezelf erkennen dat ik homo ben, was niet moeilijk’, zegt Jonathan – lang, mager, sportief gekleed – in een koffietent vlak bij zijn appartement, net buiten de vijfde ring van Peking. Zijn partner Eric is meegekomen, thuis zorgen Erics ouders voor hun baby. ‘Maar uit de kast komen, dat kan ik mijn ouders niet aandoen. Mijn vader is een oude maoïst, veel roder dan hij heb je ze niet. Een homozoon zou al zijn sociale relaties onder druk zetten, hij zou zijn familie en vrienden niet meer onder ogen durven komen. Ik zou mezelf uit de kast bevrijden, maar mijn ouders erin opsluiten.’
Zoals de meeste Chinese lhbt’ers besloot Jonathan zijn geaardheid verborgen te houden. Homoseksualiteit is in China niet verboden, maar evenmin aanvaard. De overheid zegt neutraal te zijn over het onderwerp en iedereen vrij te laten in zijn mening. Maar in de media en in de publieke ruimte worden geen homoseksuele uitingen toegestaan. Alleen online is er meer vrijheid, al neemt de censuur ook daar toe – zie een tijd geleden de verknipte uitzending van het Eurovisie Songfestival.
Maar om zijn ouders helemaal tevreden te stellen moest Jonathan niet alleen zijn geaardheid verbergen. Hij moest ook trouwen en kinderen krijgen. Zo rond zijn 25ste werd hij geacht uit te kijken naar een vriendin. In het confucianistische China is het traditioneel de plicht van de zoon om de familienaam voort te zetten, zeker als hij – met dank aan de eenkindpolitiek – de enige zoon is. In China wordt ouderlijk gezag ook vandaag nog steeds heel ernstig genomen. ‘Die waarden gelden al duizenden jaren’, zegt Jonathan. ‘Wie ben ik om daar tegenin te gaan?’
Zoals veel Chinese homomannen ging Jonathan eerst op zoek naar een heterovrouw. Er was in die tijd nog niet veel aandacht voor het trieste lot van tongqi, zoals de miljoenen met homo’s getrouwde heterovrouwen in China worden genoemd. Pas de laatste paar jaar groeit het bewustzijn dat zo’n leugenachtig huwelijksleven erg pijnlijk is voor de onwetende echtgenotes. De verbintenissen worden niet ‘xinghun’, maar ‘pianhun’ genoemd. Geen huwelijk voor de vorm, maar een bedrieglijk huwelijk.
Jonathan kreeg een paar relaties, maar slaagde er niet in een heterovrouw om de tuin te leiden: hij kreeg het fysiek niet voor elkaar. ‘Mijn lichaam kon niet liegen’, zegt hij. ‘Ik ben naar een psychiater geweest, maar die zei na tien minuten: je bent homo, dat kun je niet veranderen, wees gewoon je echte zelf.’ De enige manier om aan zijn verplichtingen te voldoen, bedacht Jonathan, was een samenwerking aangaan met een lesbische vrouw. Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan.
Hoeveel Chinese holebi’s een heterohuwelijk simuleren, is niet bekend, maar volgens deskundigen zit het fenomeen in de lift. Volgens Zhang Beichuan, die aan het universitair ziekenhuis van Qingdao onderzoek doet naar homoseksualiteit, was rond de eeuwwisseling zeventig tot tachtig procent van de Chinese homo’s met een heterovrouw getrouwd. ‘Dat aantal is de afgelopen twintig jaar blijven dalen’, zegt hij. ‘Het overige deel van de homo’s blijft vrijgezel, of sluit een schijnhuwelijk.’ >
Zhang weet uit eigen ervaring hoe gevoelig homoseksualiteit in China ligt. Van opleiding is hij dermatoloog, maar hij verlegde zijn koers toen een van zijn professoren, na een onvrijwillige outing, een zelfmoordpoging deed. Hij publiceerde verschillende boeken over homoseksualiteit, die tot 2001 in China als een mentale afwijking werd gezien. De lhbt-gemeenschap draagt dokter Zhang op handen, maar zijn eigen directie verbande hem naar een onverwarmd kantoor in de kelder.
Het probleem ligt niet bij de overheid, zegt Zhang. Die is niet erg geïnteresseerd in lhbt-kwesties of schijnhuwelijken – je doet wat je niet laten kunt, zolang je het maar in alle discretie doet. ‘De overheid is ambigu: meestal verdedigt ze de traditionele waarden, maar als er veel ophef is, zoals onlangs over de censuur van homoseksuele berichten op sociale media, kan ze ook de andere kant kiezen’, zegt Zhang. ‘De overheid is passief, het grootste probleem is de cultuur.’
China zit volgens Zhang volop in een transitie tussen twee culturen. ‘Jongeren zijn in een moderne cultuur opgegroeid en willen vrij en onafhankelijk leven. Maar de generatie van hun ouders leeft nog in een traditionele maatschappij, waarin het een grote oneer is om geen nageslacht voort te brengen. De schijnhuwelijken zijn een reactie op deze ongewone tijden. Mensen zoeken een oplossing door zich in de kleine ruimte te wurmen waar enige vooruitgang mogelijk is.’
Zhang kent lhbt’ers die al in de jaren negentig een schijnhuwelijk sloten, maar de echte doorbraak van het fenomeen begon na de eeuwwisseling, dankzij het internet. In 2005 ging de website Chinagayles.com van start, de eerste datingsite voor homo’s en lesbo’s op zoek naar een schijnhuwelijk. Sindsdien plaatsten 426.000 gebruikers een profiel op de website en werden, volgens de oprichter, ruim 51.000 schijnhuwelijken gesloten.
Op het eerste gezicht ziet Chinagayles.com eruit als een gewone datingsite: een roze achtergrond, een romantische foto van een heterokoppel en rondvliegende hartjes. Maar de advertenties zijn puur functioneel: een opsomming van de gewenste leeftijd, opleidingsniveau en inkomensklasse van de partner, en vooral of er ook samengewoond en voor nageslacht gezorgd moet worden. En als er kinderen moeten komen, hoe die dan moeten worden verwekt.
Volgens Lin Hai, de oprichter van de website en zelf ooit partner in een schijnhuwelijk, is het aantal aanmeldingen sterk gestegen na de vele media-aandacht van de afgelopen jaren voor tongqi, de bedrogen homo-echtgenotes. ‘Vroeger kozen veel lhbt’ers voor een heteroseksueel huwelijk omdat ze geen andere uitweg zagen’, zegt hij. ‘Maar ik denk dat veel mensen zich nu realiseren dat er manieren zijn om het probleem op te lossen zonder anderen te kwetsen.’
Ondanks websites als Chinagayles.com en tientallen gespecialiseerde chatgroepen blijkt het niet zo makkelijk om een geschikte schijnpartner te vinden. Dat komt door de onevenwichtigheid in vraag en aanbod: China telt twee keer zo veel ‘kameraden’ als ‘lala’s’, zoals homo’s en lesbiennes er worden genoemd. En terwijl veel homo’s een kind willen, ter voortzetting van de familienaam, willen veel lesbische vrouwen dat juist niet. ‘Je moet een uitstekende homoman zijn om een lesbische echtgenote te vinden’, aldus Zhang.
Jonathan deed er drie jaar over om een partner te vinden. Hij zag zo’n dertig kandidaten, maar vaak bleken die niet op dezelfde golflengte te zitten. ‘Sowieso is het in China moeilijk om een goede huwelijkspartner te vinden, zelfs voor hetero’s’, zegt hij. ‘Alles moet bij elkaar passen: je achtergrond, je studie, je inkomen. Bij een xinghun komen er nog eens extra voorwaarden bij: ik wilde iemand die zelf een stabiele relatie had en die financieel onafhankelijk was. Ik wilde geen oplossing die nog meer problemen zou creëren.’
Na drie jaar vond Jonathan dan toch zijn ‘ware’, en kon het grote acteren beginnen. ‘In het begin was het moeilijk’, zegt hij. ‘Mijn ouders wilden vaak op bezoek komen, en vroegen of ze onze huissleutel mochten hebben. Toen we weigerden, waren ze behoorlijk beledigd. Maar we hebben het proberen goed te maken. We zeiden dat ze altijd welkom waren, als ze maar even een seintje gaven. Dan zorgde Eric dat hij er die dag niet was, en kleedden we het appartement wat aan, zodat het leek alsof mijn echtgenote er ook woonde. Aanvankelijk stelden onze ouders wel eens vragen: waarom wij minder hecht leken dan normale koppels, waarom we ons meer gedroegen als broer en zus? Dan zei ik dat wij nu eenmaal moderne, onafhankelijke mensen waren, en na een tijdje legden ze zich erbij neer.
Ondertussen zijn mijn echtgenote en ik vier jaar samen en zijn we beter op elkaar ingespeeld. Als een van ons op zakenreis moet of promotie maakt, licht hij de ander in, voor als de ouders ernaar vragen. Op feestdagen en verjaardagen rijden we samen naar onze ouders, eten we samen, en blijven we een paar uur kletsen. Ik vind dat geen last. Mijn echtgenote en ik zijn ondertussen goede vrienden geworden, vaak is het best gezellig.’
Een geslaagd schijnhuwelijk dus, al ontbrak nog steeds de kers op de taart: een kind. Maar juist kinderen maken een schijnhuwelijk razend ingewikkeld. Want is het verstandig om een kind binnen een schijnhuwelijk te verwekken, met genen van beide partners, of is een spermadonor beter? Hoe wordt de opvoeding verdeeld, en de kosten? En wat als de kinderen verklappen dat er thuis twee mama’s of papa’s wonen? Of als de grootouders op de baby willen komen passen?

‘Er is niet één model voor een schijnhuwelijk’, zegt Zhang Beichuan. ‘Ik zie regelingen in alle soorten en maten. Als mensen mijn advies vragen, zeg ik hun om vooraf goed na te denken en duidelijke afspraken te maken. En alles in een contract te zetten, want als de partners uiteengaan, heeft dat soms zware gevolgen. Een schijnhuwelijk kan onvoorspelbare wendingen nemen. Het is een oplossing om met de beperkingen van deze tijd om te gaan, maar het is geen gemakkelijk leven.’
Sommige nephuwelijkspartners – een minderheid, meent Zhang – kiezen ervoor om samen te wonen en de kinderen binnen het schijnhuwelijk op te voeden, met de echte geliefdes als ‘oom’ of ‘tante’ in de buurt. Het is een formule die meestal tot pijnlijke situaties leidt, en uiteindelijk tot het stuklopen van ofwel het schijnhuwelijk, ofwel de echte relatie. Yu Peiheng, een veertigjarige overheidsbeambte uit de provincie Shandong, maakte het aan den lijve mee.
Yu Peiheng, een schuilnaam die ze zelf online gebruikt, is officieel vrijgezel. Maar haar vriendin, met wie ze 23 jaar samen is en wier ouders een stuk traditioneler zijn, mocht het ouderlijk huis niet verlaten voor ze trouwde. Dus hielp Yu haar vriendin aan een homoseksuele echtgenoot, en gingen ze met z’n drieën samenwonen – dat leek hun als jonge twintigers wel zo handig. Af en toe moest Yu zich verstoppen als er onverwacht een ouderpaar voor de deur stond, maar verder ging alles prima. Tot er kinderen kwamen.
Yu’s vriendin had een grote kinderwens en liet zich met sperma van een donor bevruchten – een kind van haar schijnechtgenoot zag ze niet zitten. Maar toen het kind er was, nam de bemoeienis van de ouders almaar toe. De moeder van haar echtgenoot kwam een tijd bij het gezin inwonen, zoals de traditie het wil, en Yu moest het huis tijdelijk verlaten. Maar Yu’s vriendin ging ten onder aan de schijnvertoning. Ze zakte weg in een depressie, en haar echtgenoot kon niet anders dan het bedrog aan zijn ouders opbiechten.
‘Achteraf bekeken voelden we ons erg slecht over de hele constructie’, zegt Yu. ‘We hebben de ouders aan beide zijden veel pijn gedaan. De ouders van mijn vriendin waren erg ontsteld dat hun dochter op zo’n jonge leeftijd gescheiden was, en de ouders van haar echtgenoot waren helemaal geschokt. Uiteindelijk heb ik het gevoel dat de prijs veel te hoog is geweest. Dat hele schijnhuwelijk heeft ons alle drie uitgeput. We hebben onze jeugd eraan verspild.’
Aan het andere uiteinde van het spectrum zit Olivia, een 38-jarige universiteitsprofessor uit Guangzhou, die ook alleen met haar Engelse naam in dit artikel wil. Zij zette een compleet andere constructie op. ‘Mijn voorwaarden waren heel duidelijk: ik wil kinderen, maar die groeien alleen bij mij op’, zegt ze. ‘Ik zei tegen kandidaat-huwelijkspartners: als je daar niet mee kunt leven, dan moet je er niet aan beginnen. Ik heb het zelfs contractueel laten vastleggen: de vader participeert niet in de opvoeding.’
Olivia’s stelligheid is een gevolg van haar eerste schijnhuwelijk, dat faliekant mislukte en een stevige levensles was. ‘We hadden het ons veel te simpel voorgesteld’, zegt ze. ‘Het leek mijn vriendin en mij ideaal om samen met een homokoppel te trouwen, dan konden we met z’n vieren samenwerken. Achteraf bekeken was dat niet erg slim: toen mijn huwelijk strandde door een meningsverschil over hoe we kinderen zouden krijgen, was het huwelijk van mijn vriendin meteen ook voorbij.’
Voor hun tweede schijnhuwelijk maakten de twee vrouwen strikte afspraken met hun eega’s. Olivia’s vriendin heeft een zoon van vijf jaar, en zelf is Olivia net bevallen van een tweeling. De kinderen wonen bij hun moeders, die ze ‘mama’ en ‘tante’ noemen. Hun wettige vaders zien ze maar af en toe. ‘Mijn echtgenoot vindt het prima’, zegt Olivia. ‘Hij kan zijn ouders tevreden stellen met een kleinkind, maar hoeft zich niets aan te trekken van hun opvoeding. Hij verschijnt alleen als het moet.’
Olivia is tevreden met hoe het nu geregeld is, maar geeft toe dat haar regeling niet voor iedereen is weggelegd. ‘Ik vind het belangrijker dat onze kinderen in een echt, liefdevol gezin opgroeien dan in een gezin dat aan de normen voldoet, met een moeder en een vader. Maar dit is alleen mogelijk doordat mijn vriendin en ik financieel onafhankelijk zijn. Als je in een schijnhuwelijk onder aan de machtsverhouding staat, is het veel moeilijker om je voorwaarden af te dwingen. Dan is de kans ook groter dat het mislukt.’
Ook Jonathan en Eric braken zich lang het hoofd over hoe ze het best een kind op de wereld konden zetten. Omdat Erics kinderwens groter was, besloten ze dat hij vader zou worden, en zochten ze voor hem een lesbische huwelijkspartner. Maar zijn schijnverloofde trok zich drie dagen voor het huwelijk terug. Om gezichtsverlies te voorkomen, moest Eric een stand-in-bruid inhuren. ‘Er gebeuren zo veel rare dingen bij schijnhuwelijken’, zegt Eric. ‘Ons leven was soms ingewikkelder dan wat je ziet op tv.’
Om verder gedoe met een lesbische partner uit te sluiten besloten de twee een eiceldonor en een draagmoeder te zoeken, via een commerciële bemiddelaar in de Verenigde Staten. Dat vergde juridisch veel creativiteit: Jonathan en zijn echtgenote moesten formeel scheiden, al blijven ze voor hun ouders doorgaan als getrouwd koppel, en Jonathan en Eric sloten in de VS een homohuwelijk. In de VS heeft hun dochtertje officieel twee vaders, in China alleen één vader en geen moeder. Dat laatste kan eigenlijk niet, maar zolang ze niet naar school hoeft, is het geen probleem.
Omdat Erics ouders erop aandrongen bij hem te komen inwonen om voor hun kleindochter te zorgen, was hij verplicht om bij hen uit de kast te komen. Zijn ouders spraken een week niet met hem, maar legden zich uiteindelijk bij de situatie neer. Al moet voor de buitenwereld wel de schijn worden opgehouden. Voor het kraamfeest werd een Amerikaanse stand-in-moeder ingehuurd, die kort daarna zogezegd naar Amerika terugging en het kind bij Eric had achtergelaten.
Jonathan en Eric zijn trots op de weg die ze hebben afgelegd. Ze tonen foto’s van hun dochtertje op hun telefoon en een familieportret met de grootouders: Erics ouders – de ouders van Jonathan weten nog steeds van niets. Ze hebben hun leven eindelijk op orde, zeggen ze. Hun relatie werkt, hun vaderschap bevalt, en Jonathans schijnhuwelijk loopt gesmeerd. Maar toch zien ze hun toekomst niet in China. Over een paar jaar willen ze naar de VS migreren. Als IT’er komt Jonathan in aanmerking voor een voorkeursprogramma voor green cards. De formaliteiten zijn bijna rond.
‘We maken ons vooral zorgen over ons dochtertje’, zegt Jonathan. ‘Als zij hier in China op school vertelt dat ze twee papa’s heeft, zullen de andere ouders en leerkrachten beginnen te roddelen. Ze zullen de kinderen aansporen om ons dochtertje te mijden, want ons gezin is “abnormaal”. Het maakt me niet uit hoe anderen over mij denken, maar mijn kind wil ik dat niet aandoen. Als zij gepest zou worden door mijn schuld, dat zou ik onverdraaglijk vinden.’
De lesbische moeders maken zich er minder zorgen over – misschien omdat twee moeders net wat makkelijker uit te leggen is dan twee vaders. ‘Ik denk dat de Chinese samenleving steeds toleranter zal worden’, zegt Olivia. ‘Mensen van mijn generatie, hoogopgeleid en uit de grote stad, begrijpen wat homoseksualiteit is en staan ervoor open. Voor mijn generatie is een schijnhuwelijk een goede keuze, maar voor de volgende generatie zal het veel minder nodig zijn.’
Maar Zhang Beichuan twijfelt of het zo snel zal gaan. ‘Er zijn in China zo’n vijfduizend ouders die de homoseksualiteit van hun kind aanvaarden’, zegt hij. ‘Die staan met elkaar in contact via allerlei chatgroepen. Toen ik daar eens vroeg hoeveel van hen met hun echte naam voor de rechten van hun kind zouden durven opkomen, reageerden er maar een dikke tweehonderd positief. Dat toont hoe conservatief onze cultuur nog steeds is. Het zal nog decennia duren voor dat verandert.’
Ook Jonathan en Eric zijn sceptisch. Ze vrezen soms dat de samenleving zelfs weer conservatiever wordt. ‘Als ik heterovrienden van mijn leeftijd vraag wat ze zouden doen als hun kind homo was, antwoorden ze: hoe durf je dat te vragen, ik breek je been!’ zegt Jonathan. ‘Dat zijn Chinezen: ze kunnen homoseksualiteit in theorie tolereren, maar het mag niet te dichtbij komen. In zo’n maatschappij wil ik mijn dochter niet laten opgroeien. Ik vrees dat ze hier gekwetst zal worden.’