
‘Mijn werk heeft me geleerd dat er grofweg twee Amerika’s zijn: de goede en de slechte kant van het spoor. Als maatschappelijk werkster in Philadelphia was het alsof ik elke dag een ander land in stapte: een land zonder stromend water of internetbereik, waar vuil minder vaak wordt opgehaald en gezond voedsel niet te vinden is. Je leest erover, armoede in Amerika. Maar het ruiken, het voelen, het zien met je blote ogen grift zich in je ziel. Wat mensen de derde wereld noemen is vergelijkbaar met delen van Amerika.
Dat continue schuren, het rauwe van Philadelphia, na veertien jaar kon ik het niet meer. We wilden rust, een tuin waar mijn zoon van anderhalf kan spelen. Zo kwamen we twee jaar geleden in een van de voorsteden terecht. Hier woon ik in die andere wereld waar het leven rustig is en iedereen een huis, een tuin en een oprijlaan heeft. Maar ook hier voel ik me niet op mijn plek, ik mis aansluiting bij de voorstedelijke huismoeders. Over politiek praat ik niet, mijn ideeën vinden ze hier aanstootgevend.
Het systeem is ontworpen om mensen gevangen te houden in armoede. Hoe kun je goed onderwijs in slechte wijken verwachten als datzelfde onderwijs wordt gefinancierd met de belasting op vastgoed, wat daar niets waard is? Er zit geen menselijkheid in ons beleid. Zoals politieagenten arme en zwarte mensen behandelen, zo behandel je een straathond nog niet. We zijn bezig om te emigreren: ik wil mijn zoon, die een zwarte vader heeft, hier niet opvoeden. Het systeem moet fundamenteel worden omgegooid. Bernie begreep dat. Voor hem zou ik meteen naar de stembus gaan. Al zou dit land hem nooit verkiezen; veel te “socialistisch”. Veel te menselijk.
Ik kom uit een traditioneel Republikeins gezin, maar over politiek werd thuis amper gesproken. Wel was ik altijd maatschappelijk betrokken: ik wilde de bomen en de zeehondjes redden. Toen ik mijn eigen gedachten begon te vormen in mijn collegetijd kwam ik al snel tot de conclusie dat de meeste politici niet te vertrouwen zijn. Toch heb ik één keer gestemd: op Obama in 2008. Bij hem dacht ik echt dat het anders zou zijn. In de huishoudens waar ik kwam als maatschappelijk werkster hing tussen de foto’s van familieleden altijd een foto van de Obama’s. Hij heeft ze allemaal teleurgesteld. Ze zeggen dat verandering tijd kost en ik snap dat politiek ook een proces is, maar tegelijkertijd is verandering ook gewoon een keuze. Obama heeft veel beloofd en weinig waargemaakt.
Trump wint de verkiezingen, zonder twijfel. Hij ís Amerika; hij is de personificatie van de Amerikaanse ziel. Amerikanen zijn geprogrammeerd om te consumeren. Ze kiezen voor hun eigen gemak, hun comfort. Dat comfort gaat per definitie ten koste van dat van anderen. De meerderheid van Amerika wil terug naar de jaren vijftig, toen het leven comfortabel was en geluk een nieuwe auto. Trump slaat de spijker op zijn kop. Ik geloof ze heus wel, die mensen met Biden-borden in de tuin hier. Het zijn mijn buren die geen borden in hun tuin hebben waar ik me zorgen over maak. Hun overtuiging is veel sterker.’