Zo’n vijftien jaar geleden was Park Chan-wook een van de Zuid-Koreaanse regisseurs naar wiens werk je vanzelfsprekend toe ging, onder meer Joint Security Area, over het grensconflict tussen Noord- en Zuid-Korea, en de zogeheten wraaktrilogie, vooral Oldboy, een extreem gewelddadige, door Sophocles en Alexander Dumas geïnspireerde thriller waarin mensen levende octopussen eten en elkaar met hamers en bijlen te lijf gaan. Daarna werd het iets stiller rond Park, misschien omdat hij steeds meer films ging maken die toegesneden leken op westerse kijkers. Het was alsof de ‘magie’ weg was, die bestond uit een mix van het vreemde en het bekende: thema’s als die uit De graaf van Monte Cristo of Oedipus, maar dan uitgewerkt op een manier die we nog niet eerder hebben gezien.

Nu is Park Chan-wook terug en het goede nieuws is dat hij weer in topvorm is met The Handmaiden, een film die zich afspeelt ten tijde van de Japanse bezetting van Korea in de jaren dertig van de vorige eeuw. Het bronmateriaal komt zoals in het geval van Oldboy uit een onverwachte hoek: de Victoriaanse roman Fingersmith (2002) van Sarah Waters.
Net als het boek begint de film als een hervertelling van Oliver Twist: de charmante zwendelaar Fujiwara (Ha Jung-woo) benadert Sookee (Kim Tae-ri), een mooie jonge vrouw die werkt als fingersmith (kruimeldief), met een duivels plan in zijn hoofd. Het idee is dat Sookee als dienstmaagd voor het nichtje van een excentrieke boekenverzamelaar gaat werken, zodat ze haar kan ‘voorbereiden’ op de komst van Fujiwara, die zogenaamd een graaf is en met haar wil trouwen. Met liefde heeft dit evenwel niet te maken, want Fujiwara is alleen uit op de erfenis van het nichtje, een onschuldig meisje genaamd Hideko (Kim Min-hee). Op het moment dat het huwelijk een feit is en Fujiwara zijn handen op het geld van zijn ‘geliefde’ heeft, zullen hij en Sookee de buit pakken en de benen nemen, maar niet voordat ze iets vreselijks met Hideko hebben gedaan.
Dat althans is het plan. Het pakt anders uit, niet in de laatste plaats vanwege de bizarre landeigenaar en bewoner van het herenhuis waar dit alles zich afspeelt, Uncle Kouzuki (Cho Jin-woong). Die Kouzuki is gek van boeken, maar bepaald niet van het literaire soort. Uit zijn hoogstpersoonlijke collectie laat hij Hideko voorlezen in aanwezigheid van zijn vrienden. En dan is er ook nog ‘de kelder’, en je weet, Hideko, zegt haar oom, wat er zich allemaal wel niet in die kelder afspeelt.
De film duurt bijna tweeënhalf uur, maar wát sprankelt het allemaal. Park verplaatst Waters’ fijne humor effectief naar zijn film, maar hij voegt er zijn eigen, duistere randje aan toe in de vorm van grensoverschrijdende, aan het cliché (bedoeld, denk ik) grenzende seks- en geweldsscènes. Ook al is het verhaal bekend, The Handmaiden maakt het allemaal nieuw. Er zijn oude boeken, een bizarre koperen slang, een enorme levende inktvis in een glazen bak, en er worden ledematen afgehakt. De film is tegelijk hartstochtelijk en vreemd en hilarisch en bloedserieus, en hij is om blindelings te gaan zien.
Te zien vanaf 2 februari