
Er zijn grofweg twee manieren om Metallica te bezien. De eerste is een heroïsche. De band als instituut. Hoeveel jonge mensen zullen niet een instrument hebben opgepakt om op een Metallicabandlid te lijken? Hoeveel puberlevens zullen niet een Metallica-album als soundtrack hebben gehad, hoeveel hardere bands zullen niet Metallica als belangrijkste inspiratiebron hebben (gehad)? Metallica: de Beatles van de metal, de oerband. En ze bestaan nog. Sterker nog: ze maken nog steeds nieuwe albums en maken daar evenementen van. In heel Nederland zaten vorige week donderdag duizenden mensen (vooral mannen) in bioscopen om daar alvast, een paar uur voor de officiële release (op streamingdiensten, maar ook op cd, vinyl en cassettebandje) het nieuwe album 72 Seasons te beluisteren, toegelicht door de bandleden. In een tijd waarin veel muziek contextloos uit een playlist rolt, doet Metallica nog veel moeite om Het Album te eren.
De tweede manier om Metallica te bezien is als een tragedie. Die tragiek is dat de betekenis van Metallica voor twee generaties in hun jeugd ligt, en dat de eerste vijf albums monumenten zijn geworden waar álles wat de band na 1991 heeft gemaakt zich in de schaduw van afspeelt. Veel oudere artiesten worstelen met het Vroeger Was Je Beter-syndroom, maar bij weinig bands heeft dat geleid tot zo’n verstikkende worstelgreep van conservatisme tussen fan en artiest als bij Metallica. Voor fans blijven die eerste vijf albums de maat der dingen. En de band zelf heeft weleens geëxperimenteerd (wóest zelfs, samen met Lou Reed, en radicaal ook, in het drumgeluid van Lars Ulrich, een van de meest bekritiseerde én herkenbare drummers ter wereld), maar over het algemeen blijft de belangrijkste referentie van de Metallica van het heden de Metallica van het verleden.
Dat geldt ook voor 72 Seasons, een album met een opvallend frisse productie en enkele geweldige nummers, niet toevallig de singles – het even donkere als pakkende Screaming Suicide, het heerlijke, bijna punky gejaagde Lux Aeterna en het dreigende If Darkness Had a Son. Veel van de andere nummers hebben met elkaar gemeen dat hun mate van avontuur hun lengte niet rechtvaardigt. You Must Burn!, Chasing Light: als ze dit album al hadden moeten halen, dan in de helft van hun megalomane lengte. Het is pijnlijk, maar ze vervelen.
Dat geldt niet voor het langere slotnummer. Hierin stijgt met name zanger James Hetfield boven zichzelf uit. Zijn verslavingsgevoeligheid en mentale demonen leverden ooit een van de beste muziekdocumentaires uit de geschiedenis op (Some Kind of Monster), maar na een nieuwe crisis heeft hij ze deze keer niet laten filmen, maar opgeschreven. Het verleden zal Metallica altijd overstijgen, maar niet tekstschrijver Hetfield. Die klinkt op zijn 59ste juist waarachtiger dan ooit. Zeker in dit Inamorata, wanneer hij zingt: ‘Sullen, I created you/ I suppose that I can end you too.’
Metallica – 72 Seasons. Metallica speelt 27 en 29 april in de Johan Cruijff ArenA in Amsterdam