«We maken ons ernstige zorgen over de stigmatisering die momenteel gaande is», zegt Peter Scheepers. «Juan wordt nu vastgehouden in een zwaar bewaakte gevangenis in Vught, een ‘extra beveiligde inrichting’. Dat heeft meer te maken met de doorgeslagen toestand sinds 11 september dan met enige juridische overweging.»

Peter Scheepers woont in Vrankrijk, een zo langzamerhand beroemd pand aan de Spuistraat in Amsterdam, met een kleurig beschilderde gevel. Een «krakersbolwerk» wordt Vrankrijk doorgaans in de media genoemd, maar dat is het al tien jaar niet meer. Het bouwvallige pand werd in 1982 gekraakt en langzaam maar zeker bewoonbaar gemaakt. In 1992 kochten de bewoners het pand, wat uiteraard leidde tot ruzies — lang niet iedereen kon zich vinden in deze omvorming van bezitlozen tot huiseigenaars. Enkele onwilligen onderwierpen vervolgens de benedenverdieping, waar een bar en een disco zijn gevestigd, aan een princi piële herkraak — met toestemming van de overige bewoners annex nieuwe eigenaars.

De totale onwetendheid over hun status werd door de ex-krakers tot voor kort gezien als een van die kleine ergernissen waarmee je nu eenmaal te maken krijgt als je in een beschilderd pand woont met een hoog politiek profiel. Afgelopen donderdag sloeg ergernis echter om in verbijstering. Om half vier ‘s ochtends viel een tweehonderd manschappen tellende politiemacht (mobiele eenheid, een arrestatieteam en rechercheurs) het appartementencomplex binnen. De gekraakte bar-disco bleef van politieaanwezigheid verschoond. Voor een deel van de appartementen bezaten de rechercheurs geen huiszoekingsbevel. Toch werden ze uitgekamd. De buit: wat vuile was, een Spaans boek en een collectie stoffige waterpistolen die een van de bewoners al jaren aan de muur had hangen. De huiseigenaars van Vrankrijk werden behandeld als vormden ze een bende levensgevaarlijke terroristen.

De inval volgde op de arrestatie van Juan Ramón Rodríguez Fernández in een nabijgelegen supermarkt. Naar verluidt ging ook die actie met veel machtsvertoon gepaard. Volgens justitie zou de 35-jarige Catalaan bekendstaan onder de schuilnaam «Marc» en werd hij gearresteerd op verzoek van Spanje, dat hem verdenkt van banden met de Baskische afscheidingsbeweging Eta. Inmiddels gonst het van de geruchten. Volgens het Spaanse persbureau EFE en de krant El Mundo heeft hij Eta gegevens verschaft over extreem rechtse organisaties en over journalisten. Het zou gaan om potentiële doelwitten van Eta’s moordeskaders. Volgens de Spaanse televisie was Juan Rodríguez bezig in Amsterdam een netwerk op te zetten voor het opvangen van Eta-leden die op de vlucht zijn voor de politie. Andere Spaanse media wisten te melden dat hij een aanslag voorbereidde op koning Juan Carlos, die op 2 februari op een steenworp afstand de huwelijksplechtigheid van Willem-Alexander en Máxima zal bijwonen.

Ook De Telegraaf liet zich niet onbetuigd: «De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) vermoedde het al jaren: het krakersbolwerk Vrankrijk in de Spuistraat in Amsterdam is een Europees steunpunt voor terroristische organisaties», schrijft de krant. Juan Rodríguez wordt zonder omhaal «een actief lid» van Eta genoemd en Vrankrijk «een soort commandocentrum van waaruit gewelddadige acties werden aangestuurd». In het pand zouden «Latijns-Amerikaanse mantelorganisaties» zijn gehuisvest «die in contact staan met de Spaanse terreurorganisatie Eta». Op hun beurt namen de bewoners grif aan dat de politie graag in het pand wilde rondneuzen in verband met het naderende koninklijk huwelijk. Acties rond het huwelijk kunnen nu zeker niet meer uitblijven, meldden zij in Het Parool.

Juan Rodríguez is zanger van de hardcore-punkband Kop, wat «slag» of «stoot» betekent in het Catalaans. Hun laatste cd is getiteld Ofensiva. Dat klinkt militant, net als sommige van de Catalaanse en Baskische teksten en de muziek van Kop, maar naar de wapens hebben de bandleden nog nooit gegrepen. En daartoe riepen ze ook niet op, meent Peter Scheepers: «De band staat bekend als zeer kritisch, de teksten worden wel opruiend genoemd.» In het alternatieve circuit behoort de band tot de middelgroten. Kop trad op samen met bekende bands als Soulfly van ex-Sepultura-zanger Max Cavalera, en trekt in Spanje zo'n tienduizend bezoekers. Zanger Juan Rodríguez, artiestennaam (niet schuilnaam) «Marc», is sinds begin september 2001 spoorloos uit Barcelona verdwenen, meldden media.

Dat kan kloppen. Vanaf begin september verschijnen in de Spaanse media beschuldigingen aan het adres van Kop-zanger Juan Rodríguez. Het dagblad La Razón publiceerde op 9 september als eerste een als dubieus gekenschetst verhaal waarin Rodríguez opduikt. De gearresteerde Eta-strijder Fernando García Jodrá, lid van het eind augustus opgerolde «comando Barcelona» van de Baskische afscheidingsbeweging, zou aan de Guardia Civil een verklaring hebben afgelegd waarin hij heel precies de zanger van Kop beschreef. Juan Rodríguez wordt ervan beschuldigd aan Eta gegevens te hebben verstrekt over extreem rechtse leiders in Catalonië, waaronder Pedro Varela, leider van het neo-nazistische Círculo Español de Amigos de Europa, CEDADE, en een andere neo-nazi, Jorge Motta. In het artikel wordt Kop gekenschetst als een «vriend van de Baskische zaak» die vaak optreedt in gemeenten waar Baskische nationalisten van aan Eta gelieerde partijen het voor het zeggen hebben. Radio, televisie en kranten nemen het bericht over.

In een solidariteitsverklaring nemen meer dan zeventig Spaanse bands uit het alternatieve circuit het op voor Juan Rodríguez en Kop. «Wegens publicaties in verschillende media over de zanger van Kop, willen we duidelijk maken dat Kop muziek gebruikt als middel tegen sociale onrechtvaardigheid, onderdrukking en beperking van vrijheid, en de linkse sociale beweging verdedigt.» De ondertekenaars verzetten zich tegen «de criminalisering van Kop en het schaden van publieke personen». Ze roemen de openbaarheid van informatie, hekelen het ontbreken van enige mate van bronvermelding in de «hetze» tegen Juan Rodríguez en benadrukken dat men in een rechtsstaat onschuldig is totdat het tegendeel wordt bewezen.

Peter Scheepers: «We wisten dat die criminalisering al een tijdje aan de gang was. Juan kwam bij ons omdat hij rust nodig had. Hij moest even weg uit Barcelona.» Scheepers en de overige bewoners weigeren klakkeloos aan te nemen dat hun logé betrokken was bij Eta-terreur. «Laten ze maar eens met bewijzen komen. De muziek van Kop gaat wel over in verzet komen tegen het systeem, en tegen Spanje. Maar de vraag is natuurlijk hoe. In interviews hebben de leden van Kop veel kritiek geuit op Eta, op de ontvoeringen en liquidaties. Juan hield zich inderdaad bezig met rechts-extremisten, zoals zovelen van ons. Hij gebruikte zijn muziek om hen te bestrijden.»

Hoe staat het met de vermeende Eta-sympathieën van de Vrankrijk-bewoners? Scheepers: «We zijn een huis met veel mensen, zonder Latijns-Amerikaanse mantelorganisaties en we hebben veel verschillende meningen. Na Juans arrestatie en de politie-inval hebben we uitvoerig gepraat, ook over Eta. Daaruit kwam duidelijk naar voren dat geen van ons iets moet hebben van die groep en zijn methodes. Daarvoor hoef je geen pacifist te zijn. Je hoort ons niet roepen dat geweld niet kan. De vraag is wat geweld is. Volgens sommigen is dat ook een politieke leuze op een muur spuiten. Volgens anderen niet.»

In het Spaanse internetperiodiek la Haine («de haat», naar de gelijknamige Franse film) wordt gesteld dat de Guardia Civil de verklaring van Eta-lid Jodrá over Juan Rodríguez heeft verkregen na marteling tijdens diens «incommunicado-detentie». Het periodiek voert daarvoor geen bewijzen aan. Dat marteling in Spanje voorkomt, is vrijwel zeker. In verschillende rapporten hekelt Amnesty International het Spaanse beleid van vijf dagen lange «incommunicado»-opsluitingen. Tijdens deze periodes zijn de gevangenen volledig van de buitenwereld afgesloten. Een buitenkansje voor ondervragers die graag tortuur toepassen. Zeven Baskische gevangenen zijn reeds tijdens hun gevangenschap gestorven, en in de jaren tachtig zette de overheid doodseskaders in om vermeende Eta-leden uit de weg te ruimen. Daarbij werden in opdracht van hoge commandanten van de Guardia Civil 27 mensen gedood, waarvan er negen aantoonbaar niets met Eta te maken hadden, en er gerede twijfel bestaat over de Eta-praktijken van nog eens dertien.

Folteraars worden zelden door het Spaanse gerecht bestraft. Enige tijd geleden werden twee agenten die wegens foltering waren veroordeeld bovendien vervroegd vrijgelaten, en het onderzoek naar de doods eskaders verloopt nog altijd uiterst traag. Scheepers: «Je kunt in Spanje vier jaar in voorarrest zitten zonder dat het tot een rechtszaak hoeft te komen. Een jaar wachten op je proces is heel normaal.»

Spanje is momenteel EU-voorzitter en heeft uit dien hoofde grote invloed bij het opstellen van verdragen en besluiten. Het ziet het ernaar uit dat het land de ruime Spaanse definitie van terrorisme zal kunnen doorvoeren in de Europese Unie. Scheepers: «Spanje heeft een heel brede terrorismedefinitie. Als je geweld afwijst, maar wel vindt dat Baskenland onafhankelijk moet worden, dan ben je óók terrorist. 'Geestelijk daderschap’ noemen de Spanjaarden dat.»

De afgelopen maanden is de strijd tegen Eta in Spanje succesvol geweest. Een aantal bomaanslagen werd voorkomen en enkele belangrijke commando’s werden opgerold. Het lijkt erop dat premier Aznar nu het offensief heeft ingezet tegen de tweede cirkel. Aangenomen wordt dat volgens de strategie van Eta illegale, ondergrondse cellen samenwerken met bovengrondse activisten die hand- en spandiensten verlenen, maar geen gewapende acties uitvoeren. Juan Rodríguez zou zo'n bovengrondse cel zijn geweest. Vlak na zijn aanhouding werden in Barcelona nog twee mensen gearresteerd die beschuldigd werden van banden met Eta.

In november werden meteen na een grote bomaanslag in Madrid, waarbij 99 gewonden vielen, de twee Eta-daders gevolgd door een oplettende huisvader die met zijn mobiele telefoon de politie naar hen toe leidde, en gearresteerd. Een van hen, een vrouw, was een voormalig gemeenteraadslid voor Batasuna, de Baskische ultranationalistische partij die wijd en zijd wordt beschouwd als de politieke vleugel van Eta. Voor Aznar was dat het zoveelste «bewijs» dat Batasuna en Eta een en dezelfde organisatie zijn. «Is er ooit iemand van Batasuna geweest die het terrorisme heeft veroordeeld? Hoeveel Batasuna-leden zijn er al niet gearresteerd omdat ze direct betrokken waren bij terroristische activiteiten?» sprak hij een maand later. Al snel werd duidelijk dat hij langs Europese weg iets wilde proberen wat werd uitgesloten door de Spaanse grondwet: het verbieden van Batasuna.

Volgens Wil van der Schans van onderzoeksburo Jansen & Jansen hanteren de Spanjaarden een zeer ruime terrorismedefinitie. «Ook alles wat tot de voedingsbodem kan behoren, wordt ertoe gerekend. De anarchistische beweging behoort tot het werkterrein van de Spaanse terrorismebestrijding.» Na de aanslagen van 11 september heeft de EU versneld een terrorisme-definitie en een arrestatiebevel opgesteld die geldig zijn voor de hele Unie. Beide zijn vastgelegd in een kaderbesluit, dat nog getoetst moet worden door enkele lidstaten en door het Europees Parlement. Het is Aznar niet gelukt ook Batasuna op de lijst van terroristische organisaties te krijgen. Maar de lijst zal elk half jaar worden ververst, en één eclatant succes heeft hij al binnen: voor het eerst is Eta door alle unieleden als terroristische groepering erkend.

Het gevaar dreigt dat de Spaanse criminalisering van personen die sympathiseren met de Baskische vrijheidsstrijd zonder zelf naar de wapenen te grijpen, naar andere landen overwaait. In de Spaanse media wordt nu «Okupa», de bloeiende kraakbeweging in Barcelona, in een adem genoemd met Eta. Ook Juan Rodríguez was in de kraakbeweging actief. Hij trad onder meer op als woordvoerder tijdens de ontruiming van het pand «Casa Montagna». Wil van der Schans: «De kraakbeweging in Barcelona is groot en sterk. Sinds het oprollen van het Eta-commando in Barcelona is het de strategie om de kraakbeweging aan Eta te linken. Dat is ook gebeurd in Baskenland.»

Overigens zette de Amsterdamse justitie al tijdens de Eurotop in 1997 de eerste schreden op de weg van de criminalisering van Vrankrijk en zijn bewoners. Meer dan zeshonderd mensen, waarvan 371 rond Vrankrijk, werden gearres teerd op grond van artikel 140 Sr (criminele organisatie). Achteraf concludeerde de landelijke politiek dat dat nooit had mogen gebeuren, en werden schadevergoedingen uitbetaald. In Spanje gaat dat anders. Daar repte premier Aznar van het «monddood maken van degenen die steun geven aan de terreur; wat de juridische consequenties ook mogen zijn», doelend op politieke partijen en bewegingen die niet afwijzend staan tegenover de Baskische vrijheidsstrijd.

Dat is een toon die men bij De Telegraaf graag hoort. «Misschien is er wel een wakkere Amsterdamse bestuurder die het krakersbolwerk nu gewoon laat dichttimmeren, in ieder geval tot en met twee februari», eindigt het artikel over de politie-inval van afgelopen week.

Vooralsnog hoeven Willem-Alexander en Máxima voor hun huwelijk echter niet te vrezen. De sfeer in de Amsterdamse kraakscene lijkt verre van gewelddadig, getuige de reacties van «Vrankrijk-sympathisanten» op de website Indymedia.nl: «Jullie hebben de politie toch wel een kopje koffie gegeven?» vroeg een van hen.

Met medewerking van Gijs Pothof