Volgens het Niod is de ondertekening van die verklaring niet meer dan een formaliteit. Via de Ara-verklaring (vernoemd naar het Algemeen Rijksarchief waar het Niod sinds kort onder ressorteert) verklaren onderzoekers dat zij hun gegevens alleen na instemming van de archiefbeheerders zullen publiceren. Daarbij staat bescherming van zowel rechtspersonen als privé-personen en hun nabestaanden voorop. Van der Zee: ‘Als ik die verklaring zou ondertekenen, zou ik me onderwerpen aan zelfcensuur. Ik zou gewoonweg niet vrij kunnen omspringen met de onderzoeksgegevens. Dan kan ik er beter niet aan beginnen. De Jong is tijdens zijn werkzaamheden altijd hinderlijk gevolgd door de censuur, dat wil ik als zijn biograaf niet nog eens dunnetjes over doen.’ Hetgeen onverlet laat dat Van der Zee haar beslissing om de biografie af te blazen bepaald niet lichtvaardig heeft genomen. ‘Het was natuurlijk een geweldige kans. Ik was indertijd ontzettend vereerd toen De Jong wilde ingaan op mijn aanbod om zijn leven te beschrijven. Dat leven is een aaneenschakeling van grote, politiek zwaarbeladen controversen, van de affaire-Van ’t Sant tot de kwestie-Aantjes. Daarover zou het in mijn boek zijn gegaan. Dan moet ik wel zeker weten dat ik de vrijheid heb om die dingen uit te zoeken en te publiceren. Met die Ara-verklaring is die vrijheid er niet. Integendeel, daarmee zit je als onderzoeker vast aan geheimhoudingsplicht over als gevoelig bestempelde zaken. Ik heb geen zin om verantwoording af te leggen aan het Niod. Bij het verschijnen van mijn boek Om erger te voorkomen - dat 16 augustus in een Duitse vertaling uitkomt bij Hanser Verlag - voerden Blom en zijn medewerkers er uiteindelijk een uiterst felle campagne tegen.’ Wat Van der Zee betreft wordt de Nederlandse archiefwet zo snel mogelijk vervangen door een meer liberale code. ‘In Israel, Engeland en Duitsland, waar ik heel wat archieven heb afgestruind voor Om erger te voorkomen, heb ik nog nooit zo'n verklaring voorgelegd gekregen. Het gaat mij om het principe.’