Precies zestig jaar geleden, terwijl de Duitse strijdkrachten aan het Oostfront al reddeloos waren verslagen, begon Hitler met zijn offensief in de Ardennen, de laatste stuiptrekking van de Wehrmacht. Daarmee vertraagde hij de opmars van de westelijke Geallieerden en bewees hij Stalin een grote dienst. Hitler stelde het Rode Leger in staat verder op te rukken in Oost-Europa. Zoals iedere politicus van formaat begreep de sovjetleider dat de aanwezigheid van het leger bepalend is voor het systeem dat in een land gevestigd wordt.

Averell Harriman, de Amerikaanse ambassadeur in Moskou, zag het gevaar. Op 10 januari 1945 telegrafeerde hij naar Washington dat «de Sovjet-Unie van alle beschikbare middelen gebruik zal maken om regimes te vestigen, die ofschoon ze de schijn van onafhankelijkheid ophouden, in feite voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van groepen die aan elke vingerwijzing van het Kremlin gehoor geven». Zijn tweede man, George Kennan, was nog duidelijker: «We moeten alle gedachten aan vrije verkiezingen in Polen en Oost-Europa laten varen, omdat die onmogelijk zijn als de Russen dit gebied eenmaal zijn binnengetrokken. Het zou Moskou alleen maar onnodig ergeren.»

Dat was het voorspel tot de verdeling van Europa. Op de conferentie in Jalta, twee maanden later, kwamen de grote drie weliswaar overeen dat hun invloed in de Oost-Europese landen in percentages zou worden verdeeld, maar dat was om de officiële harmonie niet te verstoren. Winston Churchill heeft er ernstig over gedacht opdracht te geven om na de Duitse capitulatie de wapens van de Wehrmacht goed te bewaren, opdat ze in geval van nood aan krijgsgevangenen konden worden gegeven zodat die de strijd in oostelijke richting konden voortzetten. En in 1944, terwijl hij nog vice-president was, had Harry Truman zich laten ontvallen dat, hoewel hij niet graag zou zien dat Hitler in Europa de oorlog tegen de Sovjet-Unie won, hij niet uitsloot dat er nog eens een toestand zou ontstaan waarin de Amerikanen de Duitsers zouden helpen om zoveel mogelijk Russen te doden.

Twee maanden vóór Victory in Europe Day had Stalin zijn bondgenoten voor een aantal voldongen feiten gesteld. Roemenië, Bulgarije en Hongarije hadden een bewind gekregen waarin de communisten de baas waren. Na een reis naar Moskou moest de Tsjechoslowaakse president Benesj communisten tot zijn regering toelaten en in Joegoslavië had Tito zijn min of meer democratische concurrent Michailovitsj terzijde geschoven. Daarmee was de frontlijn van de Koude Oorlog in feite al getrokken. Op de volgende topconferentie, eind juli 1945 in Potsdam, werden zaken van relatief minder belang geregeld. Duitsland werd in drie bezettingszones verdeeld, de Oder-Neisselijn werd de grens tussen Oost en West en Berlijn kreeg een aparte status.

De oorlog in Europa was voorbij maar de chaos duurde voort. De overwinnaars waren verdeeld in twee kampen die diep wantrouwen tegen elkaar koesterden. Geen van beide had een politieke strategie voor deze nieuwe toestand, en geen van beide had een voorstelling van de richting waarin het denken van de tegenstander zich zou kunnen ontwikkelen. Het was ongeveer zoals de wiskundige John von Neumann in ander verband (The Prisoner’s Dilemma) heeft geschreven: het gaat er voor iedere partij om zich af te vragen wat de andere partij zal denken dat ik van plan ben te doen. Op deze vraag heeft George Kennan een uitgebreid en historisch antwoord gegeven.

Kennan, geboren in 1904, was historicus en carrièrediplomaat. In 1926 werd hij aangenomen bij de buitenlandse dienst. Hij werd achtereenvolgens uitgezonden naar Zwitserland, Duitsland, Estland, Letland en Litouwen. Intussen ontwikkelde hij zich voorspoedig tot een polyglot, sprak ten slotte Russisch, Duits, Frans, Pools en nog een paar talen. Als lid van de ambassadestaf in Moskou volgde hij Stalins grote zuiveringen. Tegen het einde van de jaren dertig was hij een erkend deskundige op het gebied van de Sovjet-Unie. Bij het uitbreken van de oorlog werd hij naar Berlijn gestuurd en geïnterneerd toen Amerika in 1941 in de strijd werd betrokken. In mei 1944 keerde hij terug naar Moskou, waar hij tot april 1946 zou blijven.

Aan het einde van de oorlog stond de Amerikaanse buitenlandse politiek voor twee reusachtige, onderling verbonden problemen: de wederopbouw van Europa en een nieuw beleid jegens de Sovjet-Unie.

Kennan, nog in Moskou, leverde zijn bijdrage in eerste aanleg met het Long Telegram, een memo van achtduizend woorden waarin hij zijn denkbeelden over de strategie uiteenzette. Het uitgangspunt, schreef hij, diende het besef te zijn dat de Russen een «neurotisch beeld van de wereldpolitiek hebben». Dit bestond uit «het traditionele en instinctieve Russische gevoel van onveiligheid», gepaard aan de van oorsprong communistisch-ideologische «hang naar een oriëntaalse geheimzinnigheid en neiging tot samenzwering». Stalin, redeneerde hij, had een vijandige wereld nodig ter rechtvaardiging van zijn bewind. De Sovjet-Unie werd door de kapitalistische staten omsingeld. Deze dreiging kon alleen teniet worden gedaan door bevordering van de marxistisch-leninistische wereldrevolutie, die alleen door een centralistisch gezag in de Sovjet-Unie naderbij kon worden gebracht.

Amerika moest deze dreiging volgens Kennan het hoofd bieden door een strategie van containment. Het woord zelf komt in het Long Telegram overigens nog niet voor. Door een politiek van indamming – het versterken en onkwetsbaar maken van de westerse instituties – zou op den duur het sovjetbewind zijn dreigende karakter verliezen.

Het tekent de sfeer van aarzeling in Washington dat dit document indruk maakte. Mede door de invloed van James Forrestal, onder wiens verantwoordelijkheid de zeestrijdkrachten vielen, keerde Kennan terug naar Washington. Forrestal vroeg hem of hij zijn denkbeelden nader wilde uitwerken. Dit leidde tot het beroemde artikel The Sources of Soviet Conduct, gepubliceerd in Foreign Affairs in 1947 en ondertekend met X. De sleutel tot het betoog staat ongeveer in het midden: «Onder de nu geldende omstandigheden is het duidelijk dat de kern van iedere Amerikaanse politiek tegenover de Sovjet-Unie moet bestaan uit een geduldig, vastberaden en paraat containment van de Russische expansieve neigingen.»

Dit werd de leidraad voor de Amerikaanse buitenlandse politiek in de eerste periode van de Koude Oorlog. Het was een van de inspiratiebronnen voor de Truman-doctrine, die steun beloofde aan «alle vrije volken die zich verzetten tegen onderwerping door gewapende minderheden of krachten van buiten». Het lag mede ten grondslag aan het Marshall Plan, de grootscheepse Amerikaanse hulp bij de wederopbouw van West-Europa die de Oost-Europese landen op gezag van Stalin weigerden. George C. Marshall was minister van Buitenlandse Zaken. Kennan werd hoofd van de Policy Planning Staff, de denktank van het ministerie. Hij heeft daar verder zijn bijdrage geleverd aan de diagnose van de nieuwe tegenstander en aan de wijze waarop die bedwongen moest worden zonder dat het tot een oorlog zou komen.

Kennans denkbeelden werden echter vervormd door degenen die in Stalin «de nieuwe Hitler» zagen, een gevaar dat alleen met de wapenen kon worden verslagen. De Sovjet-Unie was ook volgens Kennan gevaarlijk, maar, zei hij later in een interview, «het was absurd te denken dat ze het zouden wagen om Amerika aan te vallen. Ik vond het niet eens nodig in mijn artikel die mogelijkheid onder ogen te zien. Dat heb ik wel betreurd. Misschien had de wapenwedloop voorkomen kunnen worden.»

Dat zullen we nooit weten. Marshall werd ziek en vervangen door Dean Acheson, die andere inzichten was toegedaan en door de ontwikkelingen gelijk leek te krijgen. In 1948 begon de blokkade van Berlijn. In hetzelfde jaar verdween Tsjechoslowakije door een staatsgreep achter het IJzeren Gordijn. In 1949 hield de Sovjet-Unie zijn eerste geslaagde proef met een kernwapen en riep Mao Zedong de Chinese Volksrepubliek uit. Een jaar later brak de oorlog in Korea uit. In Amerika begon senator Joseph McCarthy met zijn zuiveringen van de buitenlandse dienst. Kennan bleef buiten schot, maar voor denkers van zijn genre was geen ruimte meer. John Foster Dulles, de minister van Buitenlandse Zaken onder Eisenhower, lanceerde zijn theorie van de «roll back», het terugdringen van de sovjetinvloed, en het begrip «the brink of war», het desnoods tot de rand van oorlog gaan.

Het tijdperk van Kennan was afgelopen. Harriman, zijn baas in Moskou tussen 1944 en 1946, heeft eens over hem gezegd dat hij een man was die «Rusland beter begreep dan de Verenigde Staten».

Wat is Kennans actualiteit? Mede aan hem hebben we de West-Europese wederopbouw te danken. In wat voor wereld zouden we nu leven als in het voorjaar van 1945 door een incident of op grondslag van een theorie in Midden-Duitsland de bondgenoten zich tegen elkaar hadden gekeerd? Dat is een thema voor een nieuwe Spielberg. Kennans Long Telegram, gevolgd door The Sources of Soviet Conduct, zijn belangrijke bijdragen tot wat we later de spelregels van de Koude Oorlog zijn gaan noemen. Op zijn manier heeft hij zeer vroeg gezien hoe van westelijke zijde de strijd moest worden gevoerd, en hoe het sovjetblok daartegen op de lange duur niet zou zijn opgewassen. Hij is van de afloop getuige geweest.

Er is nog een actualiteit. Kennans twee geschriften brachten orde in het politieke denken. Er werd een oplossing in het vooruitzicht gesteld die ook te verwerkelijken was. Hij heeft een opening gegeven die in overeenstemming was met de Amerikaanse mentaliteit van optimisme, het can do, en die tegelijkertijd na vier jaar oorlog perspectief bood op een lange vrede. Kortom, in de naoorlogse chaos heeft hij het hoofd koel gehouden, waarvoor de regering van Harry Truman toen ontvankelijk was.

Een talent als George Kennan wordt nu gemist. Na een decennium van ogenschijnlijk onkwetsbare vrede is het Westen opnieuw in een conflict terechtgekomen: de oorlog tegen het internationale terrorisme, of het moslimfundamentalisme, of het islamofascisme, of de asymmetrische oorlog, hoe je het noemen wilt. De aangevallen partij, het Westen, heeft wel deskundigheid inzake de motieven en methoden van de vijand en er zijn in Amerika en Europa nieuwe Kennans die onder de nu geldende omstandigheden een strategie van containment voorstaan. Maar in de regeringscentra worden ze niet serieus genomen. Washington probeert het Midden-Oosten met de hardste hand tot democratie te bewegen, en Europa kijkt toe. Wie er ook zal winnen en ten koste van hoeveel verwoesting, containment heeft het deze keer in elk geval verloren.=George Kennan, 17 maart 2005.