Henk de Bos, de mond vol haring en uitjes: ‘Ik voel me persoonlijk aangesproken. Bij mij is de verontwaardiging groot. Ik ben Amsterdammer, altijd al geweest. Vrijdag was ik koud uit me nest na een lange oudejaarsnacht, flinke kater had ik. Hoor ik op me wekkerradio over die toespraak van hem in waar was het nou ook weer…’ Piet Goverts, aan de visfriet: ‘Nou godsallemachtig ja zeg. Ik dacht: jij ook de beste wensen burgemeester.’ De Bos: ‘…het Concertgebouw! Al die bobo’s hadden er een nieuwjaarsreceptie belegd. Hoor ik Patijn dus over me wekkerradio dat ik als Amsterdammer me netter moet gaan gedragen. Dat ik meer respect moet hebben voor zijn ambtenaren.’ Goverts: ‘Terwijl die ratten van Parkeerbeheer godverdomme de meters leeghalen waar wij ons geld in kieperen.’ Harold Bonkema: ‘Ook voor de tramconducteurs moeten we aardig zijn. Dat zooitje gajes van dat corrupte Gemeentevervoerbedrijf… Ik heb meegemaakt dat ze de deur voor me dichtdrukten terwijl ik kwam aangerend.’ Erik de Boer: ‘En wie speelt er onder één hoedje met dat GVB? Juist, de smerissen. Hoofdcommissaris Nordholt wordt met onze belastingcenten grof betaald om het GVB te adviseren.’ De Bos: ‘Wat ik zo kwetsend vind is dat Patijn indirect impliceert…’ Goverts: ‘Dat we een stel onbeschofterikken zijn.’ De Boer: ‘Precies. Het is beledigend. Wat hij in feite doet is over onze ruggen al die rottigheid die hij over de Marokkaanse jongens heb uitgestort…’ Bonkema: ‘Ja daar heb-ie natuurlijk spijt van. Dus wat doet ie. Schildert ie ons ook gewoon als asocialen af.’