Nergens manifesteren zich de gevolgen van de tweede feministische golf concreter dan in het onderwijs. De leraar is bijna uit het klaslokaal verjaagd door de lerares. In het basisonderwijs is negentig procent zelfs vrouw. Deze slag is bovendien gemaakt in een sector waarin de volwassenen van de toekomst worden voorbereid op de maatschappij. Nu het onderwijs een vrouwendomein is, rijst de vraag of het geslacht van de leerkracht effect heeft op de prestaties, houding en het gedrag van leerlingen.
De aanzet tot deze vraagstelling was een enquête van het Onderwijsblad onder per soneel in het basisonderwijs. Hieruit kwam naar voren dat driekwart van de leerkrachten de feminisering van het onderwijs ervaart als een probleem. Door de feminiene «sfeer en aanpak» is de nadruk komen te liggen op vrouwelijke deugden, waardoor er onvoldoende ruimte is voor specifieke behoeften van jongens. Iedere pedagoog zal het zeggen: jongens zijn meer fysiek en experimenteel ingesteld, terwijl bij meisjes al heel jong sociale en communicatieve vaardigheden centraal staan. Leerkrachten geven toe dat ze minder goed kunnen omgaan met masculien gedrag. Deze attitude remt jongens in hun ontwikkeling.
De conclusie stuitte op vrouwelijk hoongelach. Eeuwenlang waren mannen heer en meester in het onderwijs, zonder kritiek op het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen. Nu de situatie omgekeerd is, wordt het opeens een serieuze kwestie.
Er volgde meer onderzoek, zonder een eenduidig antwoord. Volgens de ene studie «maakt het niets uit». Andere rapporten melden juist negatieve effecten op langere termijn, zoals de alarmerend hoge schooluitval in het voorgezet onderwijs van jongens (in de groep laagopgeleide jongens is dat twintig procent). Maar dit heeft ook andere oorzaken, waarvan er één haaks staat op feministische waarden. Jongens verwaarlozen hun huiswerk omdat ze tijdens hun middelbare school veel meer uren per week bijklussen (ge middeld tien uur) dan meisjes (gemiddeld de helft). Als reden geven jongens aan dat ze in het uitgaansleven bakken geld kwijt zijn aan het onderhouden van de meisjes, die veelal zonder een euro op zak de disco in gaan vanuit het idee dat «hij toch wel betaalt».
Snoepen meisjes van twee walletjes? Het lijkt erop. Ze worden in hun vaardigheden gestimuleerd op het schoolplein, snauwen snibbig de jongens toe hoe ze zich moeten gedragen, maar profiteren als het uitkomt met volle teugen van het ouderwetse rollenpatroon.
Ziehier een breder probleem: drie decennia feminisme heeft voor mannen wrange vruchten afgeworpen. Dit hardop zeggen, stuit op weerstand. Want de emancipatie is natúúrlijk niet voltooid. In de wereld van de macht het bedrijfs leven, de universiteit, de politiek zijn vrouwen op hoge posities dun gezaaid. In een gemiddelde takshow zitten vooral veel stropdassen tegen elkaar aan te praten. De reclame staat bol van lekkere productaanprijzende vrouwtjes. Het ene na het andere wetenschappelijke rapport (onlangs nog van de Gezinsraad) meldt dat vooral vrouwen de dupe zijn van de combinatie carrière-gezin. De damesbladen schrijven over bijna niks anders. Maar dit terzijde.
Waar het om gaat is dat mannen vooral op werkvloeren in de zachtere sectoren behalve het onderwijs zijn dat bijvoorbeeld de gezondheidszorg (inclusief medisch specialisten) en de media zuchten onder vrouwelijke normen. Het gist van mannelijk ongenoegen, ook buiten het werk. Mannen voelen zich emotioneel gecastreerd en soms zo gefrustreerd in hun pogingen op de carrièreladder te stijgen dat er wordt gesproken over een glazen plafond voor mannen. Dat is althans het beeld dat ontstaat uit een polemiek in de Britse pers over de nieuwe sex war. De aanstichters zijn een man en drie vrouwen.
De populaire televisiepresentator Michael Buerk stelde onlangs in zijn programma Dont Get Me Started! de vraag aan de kijkers: «Waar over maak je je het meest druk?» Zelf gromde hij dat hij zich blauw ergerde aan «de macht der vrouwen». Volgens hem hebben vrouwen de gender war gewonnen: «Het leven wordt geleid volgens de regels van vrouwen. Mannen zijn, ook uiterlijk, steeds meer op vrouwen gaan lijken.» Hij moppert op de dominantie van vrouwen in de media, onder meer refererend aan Helen Boaden die Head of News van de BBC is geworden. Vrouwen worden volgens hem voorgetrokken. De toon was gezet. Ondanks een lacherige pavlovreactie op «het oude mannengemekker» scoorde hij bij veel mannen punten met zijn uitspraak «dat zij in de gefeminiseerde samenleving overbodig dreigen te worden». «We mogen ons sperma leveren, de boel financieel onderhouden, maar verder niet zeuren.»
Buerk kreeg ook onverwacht steun uit feministische hoek. Bij de publicatie van het boek The Future of Men barstte een discussie in de krantenkolommen los over hetzelfde thema. De 45-jarige Amerikaanse trendspotter Marina Salzman schetst, samen met twee andere vrouwelijke auteurs, in haar boek een portret van mannen die in velerlei opzichten «de lul» zijn. Ze werken zich het schompes, slepen het geld voor hun gezinnen binnen, terwijl hun vrouwen overdag leuke parttime baantjes hebben of na het eerste kind gemotiveerd zijn gestopt met werken om de dagen te vullen met tennissen, shoppen, het huis inrichten en thuisdineetjes organiseren. Zodra de man thuiskomt stuit hij bovendien op geklaag over zijn lakse invulling van de zorgtaken en onvermogen zich emotioneel te uiten. «Veel mannen voelen zich geldmachines voor hun gezin. Is het gek dat ze, zodra iedereen slaapt, opstijgen naar hun zolderkamers om zich op internet in chatboxen voor te doen als Bruce Willis», zegt Salzman in een interview.
Maar niet alleen gehuwde mannen zijn in een soort omgekeerde seksistische valkuil getuimeld. In de periode voorafgaand aan een vaste relatie gedragen de vrouwen zich als roofdieren. De auteurs halen in het boek een Amerikaans onderzoek aan waaruit blijkt dat een man van 26 jaar na gemiddeld zes afspraakjes (die hij wel dient te financieren) met een vrouw naar bed gaat, terwijl een vrouw van diezelfde leeftijd al na de eerste of tweede ontmoeting «de juiste chemie omzet in seks». Vrouwen zijn agressiever geworden, en dit beangstigt mannen. Tegelijk vallen vrouwen paradoxaal helemaal niet op de metroman (het soort David Beckham dat zich bezighoudt met crèmes, mode en coiffures en zich ostentatief stort op de vaderrol). Dit in 2003 door de media gelanceerde ideaaltype geldt eerder als een softe sukkel. Vrouwen willen uiteindelijk liever, concluderen de drie auteurs, een stoer, onverstoorbaar alfadier. Ze presenteren als tegenwicht van de metroman het nieuwe idool van de übersexual, een herwaardering van de positieve eigenschappen van de Real Man. In hun top tien staan onder anderen Bono, George Clooney en Bill Clinton.
Veel mannen voelden zich door dit boek «eindelijk gesteund» in hun verwarrende rol op de relatiemarkt. Toen Salzman in een artikel in de Sunday Times met als kop Its Your Turn to Be Liberated, Guys opriep tot een «feministische revolutie» voor mannen, kon ze niet meer kapot. Maar veel vrouwelijke lezers ergerden zich aan deze hype. Ook gaven veel mannen aan zich helemaal niet te herkennen in deze geponeerde achterstandspositie.
Nee, een «echte» man heeft natúúrlijk nergens last van. Hij niet. Op zijn werkvloer noch thuis. En een handige vrouw geeft natúúrlijk niet toe dat ze eigenlijk helemaal niet geëmancipeerd is door de man te bedillen en te leven naar eigen als-het-maar-leuk-is-grillen.
De totale ontkenning ten spijt, raakt het wel degelijk een snaar. Want wie hardop zegt dat het feminisme ook slachtoffers maakt en soms negatief uitpakt, wordt al gauw beticht van vrouwonvriendelijk of juist manbeledigend gedrag. De «dwaze vaders» die wanhopig tegen de uitspraak van de rechter hun kinderen op eisen worden vaak beschouwd als gevallen waar geestelijk wat aan schort. Als blijkt dat het wetenschappelijk onderzoek in beroepen met veel vrouwen zowel kwantitatief als kwalitatief daalt dit doet zich bijvoorbeeld voor in de medische wereld worden daar allerlei verzachtende omstandigheden voor aangewezen. Zoals parttime werken, de drukte van kinderen of het haantjesgedrag van mannelijke colle gas. Als in het onderwijs jongens benadeeld lijken te worden, is dat natuurlijk «grote onzin». Het is een taboe (een woord dat zelf inmiddels een taboe is): de negatieve resonantie van de vrouwenemancipatie.
Dat dit thema niet per se als een sex war uitgevochten hoeft te worden, toont de literatuur. Subtieler, en daardoor dwingender, stelt Marja Pruis in haar recent verschenen boek De vertrouweling het ingewikkelde rollenpatroon centraal. Aan de hand van twee bevriende echtparen beschrijft ze de verstrengeling tussen loyaliteit, intimiteit, vriendschap en liefde. Enkele citaten uit haar boek geven een prachtig beeld van de ingeslepen stoelendans rondom de macht. «Ik weet het niet, zegt hij. Hij staat op, zijn armen slap hangend langs zijn lichaam. Vijftien jaar domesticatie hebben erin gehakt. Wat doen we in godsnaam met onze mannen?» Of: «Vrouwen. Koeien zijn het. Laten zich maar bezwangeren en kweken kleffe afhankelijkheidsrelaties. Wringen zich vervolgens in de stiekemste bochten om de boel een beetje bij elkaar te houden.» Als een soort louterende conclusie schrijft ze: «Eigenlijk zijn mannen evenzeer de klos als vrouwen. Ieder op eigen, onvergelijkbare wijze, maar de klos wordt er niet minder om.»
De discussie over de eeuwige strijd tussen de seksen gaat als een pendulebeweging op en neer. Als leerkrachten daarin een positieve rol kunnen spelen, dan moet dat vooral niet stereotypebevestigend zijn. Communicatieve en sociale vaardigheden, cognitieve uitdagingen en experimenten zijn voor álle kinderen belangrijk, zeker als het onderwijs de basis vormt van de veelgeprezen kenniseconomie. En laat de leerkrachten in het voortgezet onderwijs hun leerlingen in ieder geval stimuleren, zo niet dwingen, om heel veel literatuur te consumeren.