Time Code is geen film om in de bioscoop te zien. Zeker niet in een aftands theatertje in Amsterdam, waar het kleinschalige werk van de Britse cineast Mike Figgis ongetwijfeld zou zijn beland. Om deze film volledig tot zijn recht te laten komen, zijn nodig: een DVD-speler, een groot tv-scherm met een hoge resolutie en een geavanceerde geluidsinstallatie. Maar wat Time Code vooral vereist, is tijd, want het is onmogelijk het verhaal in één keer te bevatten.

Time Code is met vier digitale camera’s op genomen in real time — zonder een enkele cut. Het scherm is verdeeld in vier vakken waarbinnen vier verhaallijnen, de vier takes, zich continu afspelen. De kijker ziet het verhaal — een Hollywood-satire over liefde, list en bedrog en de kunst van filmmaken — tegelijkertijd vanuit verschillende perspectieven. Regisseur Figgis dirigeert de aandacht van de kijker met behulp van geluid. Maar je hoeft je niet te houden aan zijn regie. Hij mag wel vinden dat een dialoog in een schermvak narratief bepalend is, als kijker kun je zelf beslissen dat een erotische scène in een ander schermvak interessanter is. Zo stelt de kijker elke keer zijn eigen film samen, wat Time Code een schitterend voorbeeld van cinematografische vernieuwing maakt.

Afgelopen zaterdag werd Time Code vertoond op DVD in De Balie in Amsterdam in het kader van het Society of Control-programma. Dat was voorlopig de laatste makkelijke manier om de film te zien. Columbia-TriStar, die de distributierechten voor de Benelux in handen heeft, laat weten de film noch in de bioscoop noch op DVD uit te brengen — ronduit verbijsterend nieuws. Het tekent de culturele barbaarsheid die zich van tijd tot tijd meester maakt van de corporatieve filmwereld in Nederland. Lomp laat een Columbia-medewerker vallen: «Time Code is te moeilijk, omdat het gaat om vier films tegelijk.» Gelukkig brengt internet uitkomst: de uitstekende DVD kan binnen seconden online vanuit Amerika worden besteld.

Time Code is een fusie van nieuwe technologie en de conventies van de achttiende-eeuwse roman, die nog steeds de basis vormen van de meeste narratieve films. Het samenspel tussen oud en nieuw is bepalend voor de grote veranderingen die op komst zijn in de massamedia. In digitale omgevingen betreedt het publiek steeds meer het werk van de kunstenaar. Internet, geavanceerde on- en offlinespellen, digitale camera’s en digitale dragers van beeld en geluid zoals DVD en cd-rom vormen de basiselementen van een nieuw soort interactieve narratieve stijl, waarbij het motto luidt: kunst als passief medium is passé. Door technologie staat de mens meer en meer binnen het verhaal. Hij kijkt niet alleen, hij doet actief mee.

Volgens de Amerikaan Greg Roach, dramaturg en maker van interactieve narratieve films, biedt Time Code een blik op de toekomst van film. Naast kunstenaar is Roach ook zakenman: hij is bekend van zijn bedrijf Hyberbole in Seattle, waar hij digitale technologie ontwikkelt voor het maken van interactieve narratieve films. De kern van «het nieuwe narratieve» is de constant veranderende relatie tussen kijker en personage. De acties van de kijker bepalen de reacties van de andere personages. In Roach’ inmiddels beroemde computerspel van de televisieserie The X-Files stapt de kijker een verhaal binnen met dezelfde personages, omgeving en thematische complexiteit als de serie. Dit spel geldt als het eerste waarin het niet alleen gaat om het verpulveren van de tegenstander, maar om karakterontwikkeling en thematische reflectie.

Juist deze dingen maken Time Code zo sterk. Karakterontwikkeling staat centraal dankzij het acteerwerk van met name Jeanne Tripplehorn in de rol van een jaloerse Hollywoodse lesbienne, Salma Hayek als haar overspelige partner, en Stellan Skarsgard en Holly Hunter als filmproducenten. Figgis slaagt er op magnifieke wijze in een sfeer te creëren van melancholie, die doet denken aan zijn Leaving Las Vegas, vermengd met galgenhumor en slapstick. Het is experimenteel filmmaken, maar zonder een zweem van de pretentie die bijvoorbeeld de Europese Dogma-beweging had.

Het is ironisch dat Greg Roach refereert aan de gloriejaren van de Europese cinema in de context van Figgis’ film. Roach: «De stijl van Time Code doet denken aan de Franse cinema, waarbij de regisseur de kijker binnen het raamwerk van het scherm confronteert met verschillende dramatische en visuele ontwikkelingen. Jij kiest; jij stelt het verhaal samen. Het punt is dat de technologie voor nieuwe vormen van verhalen vertellen nu bestaat. Waarom zou je deze niet gebruiken? Het idee van kunst als een passief medium dat we consumeren is het gevolg van de technologische uitvindingen radio, film en televisie. Vóór deze ontwikkelingen was kunst min of meer interactief, bijvoorbeeld bij Charles Dickens, die zijn romans in afleveringen uitbracht terwijl hij reageerde op brieven van zijn lezers.

Voor alle duidelijkheid: ik ben geen computerspelfanaat. Eigenlijk had ik van The X-Files geen computerspel willen maken, maar een immersive drama. Je zou dan niet zozeer ondergedompeld zijn in een computerspel als wel in een interactief drama waarin je een geheim ontrafelt. Hierbij zou het accent liggen op de relaties tussen de personages.

Het spel is een mechanisme van culturele evolutie. We leren door te spelen, zoals blijkt uit Huizinga’s Homo ludens. Zo kun je ontsnappen aan de realiteit. Maar of dat nu slecht is? Wanneer ik Tolkiens Lord of the Rings lees — en herlees — ben ik ook vele uren lang in een andere wereld. Dertig uren van Tolkiens trilogie kunnen iets fundamenteels onthullen over het universum. Aan de andere kant van het spectrum heb je dertig uren van het spel Soldier of Fortune. En spelers beleven dit soort gewelddadige computerspellen steeds intensiever. Nu kijk je er niet alleen naar, je doet het zelf.»

Zoals het «onderdompelen» in de dramatische wereld van een computerspel verslavend kan zijn voor de speler, zo is Time Code een bedwelmende ervaring. De fragmentatie van de vier schermvakken zuigt je op in het verhaal. Kijker en personages hebben dezelfde tijdsbeleving. Bovendien stelt de digitale camera de regisseur in staat dicht bij de acteurs te komen. Dat geeft de film een benauwende, gejaagde toon.

Frappant is hoe snel de kijker went aan de nieuwe verteltechniek. Dat komt doordat er eigenlijk al conventies bestaan voor deze stijl — in de vorm van de beeldtaal van realiteitstelevisie (Big Brother en Starmaker) en de webcams op internet. Figgis’ film onderscheidt zich qua dramatische en visuele kwaliteit van deze genres.

Time Code is de fusie van kunst en technologie, een aloude droom van cineasten als Alfred Hitchcock en Brian de Palma. De vraag is hoe ver cineasten kunnen gaan met «immersive drama», gezien het huidige niveau van technologische ontwikkeling. Wat de toekomst kan bieden, blijkt wellicht uit de drie nieuwste versies van de Star Trek-sciencefictionserie, The Next Generation, Deep Space Nine en Voyager. Hierin maakt de kijker kennis met het fenomeen holographic deck: een uiterst geavanceerd computerspel waarin de Star Trek-bemanning op volledig interactieve wijze levensechte fantasieën beleeft.

In de wereld van Greg Roach gaat het om dit «holodeck»-idee. Hierbij stelt de Amerikaan wel een voorwaarde, namelijk dat meer kunstenaars hun weg vinden naar de virtuele wereld. Roach: «Ik sta versteld van de bijziendheid van de wereld van de technologie: mensen die hoog opgeleid zijn in wiskunde die geen benul hebben van Shakespeare. En juist het literaire zou het gebruik van de technologie luister bij moeten zetten. Ooit was ik een kind dat leefde binnen de fantasiewereld van films. We hebben allemaal de begeerte een andere wereld te betreden — om te ontsnappen. Daar is niets mis mee. De geschiedenis van de media toont een beweging in die richting van almaar groter realisme. We eisen nu zelfs dat de meest fantastische werelden zo ‹echt› mogelijk zijn. Het holodek is de volgende stap: je kijkt er niet meer naar, je bent er nu binnenin. Een film die je om je hoofd bindt, die je ombuigt tot een belevenis van 360 graden.

De real time driedimensionale technieken van moderne computerspellen falen wat betreft drama en het weergeven van de prestatie van de acteur. De 3D-spellen van nu zijn als een ontmenselijkt poppenspel waarin het leven goedkoop is. De vonk van een ziel is er ver te zoeken. Ik wou dat de technologie bestond waarmee je met een aantal camera’s het optreden van een acteur kunt vastleggen — niet alleen het oppervlaktebeeld, maar ook de geometrie, textuur en bewegingsdata. Dat alles combineer je vervolgens met de real time 3D-mogelijk heden van een computer. Deze mogelijkheden komen er wel. Helaas denken de techneuten niet voldoende na over de redenen waarom ze iets uitvinden. Hun enige motivering is het verkopen van zo veel mogelijk producten. Iets van: ‹Kijk, mensen! Je kunt deze man neerschieten. En dan bloedt hij!› »

Nog een beperking in het ontwikkelen van de technologie is de afwezigheid van kunstmatige intelligentie: hoe kunnen we personages zulke eigenschappen geven dat ze geloofwaardig zijn? Hier heeft niemand een antwoord op. Greg Roach: «Neem de test van de computer pionier Alan Turing waarmee je kunstmatige intelligentie meet — we hebben eigenlijk een dramatische Turingtest nodig. Het gedrag van een echt mens kan niet worden nagebootst. Veel eerder moeten we het gedrag imiteren van een dramatisch personage. En dat kan. Hitchcock zei: ‹Film is als het leven, alleen zonder de saaie dingen.› Neem een Casablanca-spel: zou je Ricks café willen binnenlopen en met Humphrey Bogart willen praten over het weer? Niet bijster dramatisch. Veel eerder zou je het willen hebben over de Duitsers. We willen geen realiteit, we willen een verhoogde realiteit: een onderdompelende dramatische belevenis die echt lijkt, maar waarin je niet de fooi voor de ober hoeft te berekenen.»