Jan Boelhouwer is burgemeester van de Brabantse gemeente Gilze-Rijen. Daar ‘druipt de ondermijnende criminaliteit er vanaf’. Boelhouwers eigen woorden. Bij het Openbaar Ministerie verstaan ze onder ondermijnende criminaliteit ‘misdaad die de maatschappelijke structuren of het vertrouwen daarin schaadt’.
Onlangs gaf Boelhouwer bij een bijeenkomst in Den Haag van dat soort criminaliteit een aantal voorbeelden, uit zijn eigen gemeente. Hij was er in de tien dagen voorafgaand aan de bijeenkomst mee geconfronteerd. Zo was er een bitcoinfabriek ontdekt. Het maken van deze digitale munt is niet verboden, maar het illegaal aftappen van de daarvoor benodigde stroom wél. Ook was er een schuurtje met een hennepkwekerij opgerold. En trof de politie na een melding over overlast een pand aan waar formeel vier Oost-Europese werknemers een kamer zouden huren wat er in werkelijkheid twaalf bleken te zijn.
Nu denkt u misschien: waarom is dit ‘ondermijnende’ criminaliteit en niet ‘gewone’ misdaad? Boelhouwer zag twee trends in zijn gemeente. De eerste heeft te maken met dat pand vol Oost-Europese werknemers. Dat pand is gekocht met drugsgeld. Over dat huis betaalt de eigenaar alleen de onroerend-zakenbelasting, over de huurinkomsten – formeel een ‘normaal’ huurbedrag, maar informeel wel twaalf keer zeshonderd euro, zo werd de zaal voorgerekend – hoeft hij geen belasting te betalen. Het voordeel bij deze manier van ‘beleggen’ is dat de pakkans kleiner is dan bij het uitbaten van een wietplantage en dat de eigenaar de huurinkomsten wel ‘wit’ in zijn zak kan steken en die van zijn wietinkomsten niet. Als je ziet dat je buurman op deze manier slapend rijk wordt, dan ondermijnt dat de belastingmoraal en het vertrouwen in de rechtsstaat. Boelhouwer had het ook over ‘pakkans’, omdat volgens hem in dit soort gevallen vaak sprake is van een nieuw soort mensenhandel en uitbuiting, door uitzendbureaus voor seizoenarbeiders en verhuurders van panden. Volgens Boelhouwer hebben zij hun netwerk ‘uitstekend voor elkaar’.
De tweede trend had met dat schuurtje te maken dat een kleine wietplantage bleek te zijn. Het huis bij dat schuurtje werd gehuurd van een woningbouwvereniging, sociale woningbouw dus. De huurder bleek een Turkse familie die niet stond ingeschreven in Gilze-Rijen. De familie ‘woonde’ eigenlijk in Tilburg. Daar hebben ze een eigen huis. Dat verhuurden ze, aan heel veel Oost-Europeanen. Voor de inkomsten uit die verhuur geldt weer de regel die hierboven is beschreven.
Boelhouwer vertelde dat hij alleen al in zijn gemeente vijf van dit soort gevallen had ontdekt. Vijf sociale huurwoningen die dus op valse gronden zijn verhuurd, waardoor andere, eerlijke gegadigden achter het net vissen. Dat ondermijnt het vertrouwen in de regels die zijn gemaakt om ook mensen met een lager inkomen van huisvesting te voorzien.
Nog een schrijnend voorbeeld. Boelhouwer had in zijn gemeente een gezin wonen met drie kleine kinderen. Dat gezin woonde alleen beneden. Boven was een wietplantage. Het gezin had beneden een bankje, daar hingen de drie kinderen op, er was geen douche, slechts een kraan. Er is geprobeerd dat gezin uit het huis te zetten, in het belang van de kinderen. Maar de rechter stak daar een stokje voor. Gilze-Rijen heeft toen Jeugdzorg ingeschakeld. Maar de uitspraak van de rechter, ook al volgt deze de regels, ondermijnt toch het vertrouwen. Als leek ben je geneigd te zeggen: dit is van de zotte, hier klopt overduidelijk een aantal zaken niet, maar de autoriteiten zijn blijkbaar machteloos.
Dat was dan ook de boodschap van Boelhouwer op deze bijeenkomst waarop een manifest werd ondertekend met de titel Netwerk Weerbaar Bestuur: als er één groep is die een weerbaar netwerk heeft, dan zijn het wel dit soort criminelen. Het zijn mensen die brutaal alle regels tarten, anderen uitbuiten, niet aarzelen kinderen erbij te betrekken, en bovendien bedreiging en geweld, ook dodelijk geweld niet schuwen. Ik keek naar de keurige mannen en vrouwen van gemeenten, provincies, Openbaar Ministerie, waterschappen en nog 24 organisaties die de netwerkovereenkomst ondertekenden en mij bekroop een angstig gevoel: gaat het hen lukken de strijd tegen zoveel immoraliteit, ondermijning en geweld te winnen?
Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart zijn in de meeste gemeenten nieuwe raadsleden aan het werk gegaan. Zij moeten erop bedacht zijn dat ze te maken krijgen met dit soort criminelen. Want die hebben er een hekel aan als ze hun illegale zaakjes door politici verstoord zien. Dan kan het zo maar gebeuren dat je als raadslid door een totaal onbekende ineens op straat wordt gefeliciteerd met de verjaardag van je dochter. Pardon? Ja, dat komt voor. Het is in code zeggen dat ze weten waar je woont en wie je kinderen zijn. Het is kortom een als felicitatie vermomde bedreiging. Dat maakt bang.
Uit cijfers die tijdens de netwerkbijeenkomst werden uitgedeeld blijkt dat iets meer dan een kwart van de politieke ambtsdragers te maken heeft met agressie en geweld. Vooral burgemeesters zijn het haasje. Doe niet stoer, adviseert Boelhouwer die zelf in zijn woonwijk een keer werd klemgereden. Dat had hem echt geraakt, toen werd hij zenuwachtig als zijn kinderen alleen thuis waren. ‘Wij zullen onconventioneel moeten zijn’, adviseerde hij de netwerkers. ‘Want die criminelen denken drie, vier stappen vooruit.’
Nu maar hopen dat die netwerkers dat gaan doen. Dat ze niet braaf gaan vergaderen, afvinken en verslagleggen. Daarmee win je deze strijd niet.