MONROVIA – Het gesprek vindt plaats in een ommuurde villa net buiten het centrum van de hoofdstad. Jewel Howard Taylor, de echtgenote van Charles Taylor, laat me een half uurtje wachten voordat ze verschijnt. Ze is klein, en gekleed in een wit T-shirt en een strakke zwarte broek, een schril contrast met de portretten van haar die aan de muren van de woonkamer hangen. Op die portretten draagt ze meestal kleurrijke Afrikaanse gewaden en lijkt ze, vaak aan de zijde van haar man, groot en beheerst. Een echte First Lady.
Ze loopt naar me toe, en pas als ze me de hand reikt, merk ik dat ze aan die hand verlamd is. Ze wijst me naar een bank onder een groot portret van haar man. Tot nu toe hebben we in het gebrekkige En-gels gesproken dat gebruikelijk is in Liberia, maar als ik het teken geef dat ik met opnemen ga beginnen, is ze opeens een andere vrouw: de vrouw met twee diploma’s uit Amerika, berekenend, effectief, het product van een huwelijk met Charles Taylor. De vrouw die bij de afgelopen verkiezingen nog tiendui-zenden stemmen won en inmiddels senator is.
‘Heb je nog contact met je man?’ begin ik. Ze antwoordt dat ze hem twee à drie keer per dag spreekt. ‘Hoe denkt hij over zijn eigen berechting?’ Mevrouw Taylor ontwijkt mijn vraag en begint over Saddam Hoessein en de manier waarop hij is geëxecuteerd. ‘Ik wil niet dat Charles Taylor zal eindigen als hij’, zegt ze: ‘Ik hoop dat het hof hem menselijk zal behandelen.’
Zonder op een volgende vraag te wachten, duikt ze meteen in de geschiedenis van Liberia: ‘Charles Taylor begon in 1989 met een opstand tegen onrecht. Sinds de bloedige staatsgreep van 1980 en de dictatuur die daarop volgde, heeft Liberia geen vrede meer gekend. Het land leefde in angst en onze-kerheid. Taylor heeft geprobeerd een einde te maken aan deze onzekerheid. Nu wordt hij berecht voor misdaden gepleegd in een ander land.’
Hier grijp ik in. Ik maak snel een opmerking over de samenwerking tussen haar man en Foday Sankoh, de beruchte rebellenleider van Sierra Leone. Diens krijgers stonden bekend om hun gruwelijke daden, waaronder het afhakken van ledematen. Mevrouw Taylor schiet razendsnel in de verdediging: ‘Ik wil geen namen noemen, maar als we uit zijn op rechtvaardigheid moet mijn man niet de enige zijn die te-rechtstaat, maar vele anderen uit deze regio.’ Ze doelt daarmee op de president van Sierra Leone. En de huidige president van Liberia, mevrouw Ellen Johnson-Sirleaf, die ooit Taylor steunde. De president van Guinee, van Burkina Faso en vele anderen.
‘De Amerikanen en de EU zochten iemand die moest boeten voor de ellende in deze regio, en omdat Taylor de enige was die tegen het slechte Amerikaanse beleid in deze regio opkwam, moest hij die zon-debok worden.’ Ze weigert om ook maar een misdaad van haar man te erkennen. Ze blijft herhalen dat er fouten zijn gemaakt, niet alleen door haar man maar ook door vele anderen die nu vrij rondlopen.
Ik ben in Liberia om mijn familie te bezoeken, en ik zit hier tegenover een vrouw die retorisch zo krachtig is dat ze effectief mijn vragen omzeilt of negeert. Voor de deur, als we met het interview klaar zijn, zie ik opnieuw haar bodyguards en een reeks kogelvrije Mercedessen, Porsches en Jaguars staan. Het on-gemakkelijke gevoel bekruipt me dat er in Liberia niets zal veranderen met de berechting van haar man.
Vamba Sherif (Liberia, 1972) debuteerde in 1999, zes jaar na aankomst in Nederland, met de roman Het land van de vaders, over het ontstaan van zijn geboorteland Liberia. Daarna schreef hij de roman Het koninkrijk van Sebah, over een Afrikaanse familie in Nederland. In het afgelopen jaar verscheen Zwijg-plicht, dat is geïnspireerd door Vamba Sherifs ontmoeting met Charles Taylor in 2000